Twee jaar lang vragen we ons al af wanneer Trump te ver zou gaan.
Pussy grabbing was het niet, zijn donkere inaugurele rede was het niet, het tolereren van antisemitische neonazi’s in Charlottesville wat het niet, noch shithole countries of wat dan ook. Republikeinen slikten het allemaal braaf. In ruil daarvoor kregen ze belastingverlagingen voor de rijken. One big happy family.
Wie had kunnen denken dat Trump ooit te ver zou gaan? Hij kon, zoals hij ooit blufte, midden op 5th Avenue iemand doodschieten en ermee wegkomen.
Maar nee, alle retoriek over economische nationalisme en anti globaliseringspraat deed niet wat zijn nieuwe protectionisme doet. Ineens komen zulke principiële types als Paul Ryan en Mitch McConnell uit hun schuilplaats. Dit gaat te ver, dit mag niet.
Waarom nu, waarom over dit onderwerp? Het antwoord is simpel als je maar in je achterhoofd houdt dat Republikeinen onverbeterlijke opportunisten zijn. De schade die protectionisme toebrengt dreigt de positieve pers die de Republikeinen eindelijk kregen over hun belastingverlagingen weg te drukken.
Dat bedreigt de zetels van onze principiële lieden in november. En dus: ja, Trump gaat eindelijk te ver. Te hopen valt dat hij mijnheer Navarro, zijn protectionistische chef, nu als economisch adviseur benoemt. Dan worden de Reps helemaal wild en kijkt Wall Street even op van het tellen van de winst na de belastingverlaging om zich af te keren van de psychopaat in het Witte Huis.