Gegeven het feit dat Donald Trump 78 jaar oud is en mentaal, laten we zeggen, niet altijd even stabiel lijkt, is er verrassend weinig aandacht voor zijn vicepresidentskandidaat. Ook voor de running mate van Kamala Harris is relatief weinig aandacht, maar de statistieken over het overleven van een presidentschap in het ambt zijn voor haar gunstiger.
U zult zeggen dat we toch behoorlijk wat hebben gehoord over JD Vance’s catladies en andere misogyne uitspraken en de kleine leugentjes van Walz. Dat is waar. Oude uitspraken en hun verleden werd uitbundig bekeken en bekritiseerd. Maar de vraag of deze heren in staat zouden zijn in een noodgeval onmiddellijk de rol van president aan te nemen werd niet gesteld. Zelfs niet in het enige debat tussen beide.
We hebben Vance en Walz vooral gezien als luidsprekers voor hun bazen. Als we even alle gedoe vergeten en kijken waarom iemand vicepresident wil worden en waarom je hen niet zomaar moet negeren dan springen een paar dingen in het oog. Allicht dat er kandidaten stonden te trappelen: liefst elf van de 46 presidenten waren eerder vicepresident. In zeven van die gevallen volgden ze een president op die tijdens zijn ambtstermijn overleed. Anders gezegd: het vicepresidentschap is een aardig opstapje naar het Witte Huis. Goede kans dat een van beide heren president wordt – in het geval van Vance mogelijk relatief snel.
Overigens ging het de eerste keer dat een vicepresident opvolgde niet van een leien dakje. Whig-president William Harrison overleed in april 1841, een maand na zijn inauguratie, als gevolg van een kou die hij opliep tijdens een lange rede waarin hij erop stond blootshoofds te blijven. Daarmee ontstond een probleem waar niemand ooit lang bij stil had gestaan: wat was de positie van de vicepresident? Vicepresident John Tyler was een ex-Democraat, een eigengereide plantagehouder uit Virginia, die alleen maar was genomineerd om zuiderlingen over te halen op de Whigs te stemmen. Nu was hij ineens president.
De leider van de Whigs, Henry Clay, zelf eeuwig gefrustreerd als presidentskandidaat, was vastbesloten de dominantie van het Congres te claimen en Tyler te kortwieken. Volgens Clay was Tyler niet meer dan een tijdelijke plaatsvervanger, iemand die de stoel warm hield zonder eigen bevoegdheden, een acting president. Tyler bleek echter een harde noot om te kraken. Zijn standpunt was dat iemand die opvolgt dat doet alsof hij zelf is gekozen voor de rest van de termijn, met alle bevoegdheden van een gekozen president. Tyler won deze slag en al heeft hij als president verder weinig betekend, het is zijn historische verdienste dat hij vastlegde dat de Verenigde Staten nooit zonder volledig opgetuigde en bevoegde president zitten.
We weten dus dat een vice-president dus een goede kans heeft president te worden. Ondanks de duidelijke cijfers dienaangaande werd er ook in het verleden niet echt goed naar de kwaliteit van vicepresidentskandidaten gekeken. Het was vaak belangrijker om een stemmentrekker binnen te halen, zoals Lyndon Johnson voor Kennedy. Of iemand die regionaal balans bood. Richard Nixon koos, geheel in stijl, voor de racistische gouverneur van Maryland, de corrupte Spiro Agnew. Bill Clinton koos, tegen de trend in, met Al Gore voor een leeftijdsgenoot die ook nog uit dezelfde regio kwam.
Vaker was het een onnadenkende beslissing. Toen Franklin Roosevelt in 1944 voor de vierde keer kandidaat was, wist iedereen, inclusief hijzelf, dat hij zo ziek was dat hij een tweede termijn niet vol zou maken. Maar de keuze voor de niet geweldig prominente senator van Missouri, Harry Truman, als running mate werd nauwelijks kritisch bekeken. Truman werd in april 1945 wel de opvolger van Roosevelt. Hij bleek een bekwaam president, ondanks zijn geringe statuur en zijn gebrekkige opleiding. Truman was een gewone man met een gezond verstand en een stevig consument van geschiedenisboeken.
In 1864 vroeg Lincoln een zuidelijke gouverneur op zijn ticket, Andrew Johnson uit Kentucky. Na de moord op Lincoln, een maand na diens inauguratie voor een tweede termijn, werd Johnson president. De Burgeroorlog was afgelopen en gewonnen. Niemand weet wat Lincoln met de erfenis ervan had gedaan, maar Johnson bakte er niets van. Daarentegen bleek Theodore Roosevelt die in 1901 de vermoorde president McKinley opvolgde een van de beste presidenten ooit. Niet onverwacht want hij was een activistische gouverneur van New York, precies de reden dat men hem had weggepromoveerd naar het vicepresidentschap. Look at that cowboy, now he’s the president, riep een adviseur van McKinley die nog zo gewaarschuwd had.
Het is een frustrerende positie. De enige officiële functie is voorzitter van de Senaat. Het was in die rol dat Mike Pence op 6 januari 2021 zijn plicht deed en ongrondwettelijke opdrachten van zijn baas negeerde. Sinds Carters presidentschap worden vicepresidenten wel steeds meer bij beleid betrokken, in elk geval bij het overleg. De vicepresident van George W. Bush, Dick Cheney, gebruikte zijn positie om de onervaren president te beïnvloeden. Het leidde onder meer tot de oorlog in Irak.
Kamala Harris had als vicepresident weinig profiel en dat is geen verrassing gegeven de officiële rol. Toen ze ineens uit de schaduw moest stappen had ze moeite zich neer te zetten. Wel had ze in de tweede helft van het Biden-presidentschap zich ingezet voor het recht van de vrouw om over abortus te kunnen beslissen, mogelijk een doorslaggevende factor bij deze verkiezingen.
Terug naar de twee kandidaten en de vraag die veel te weinig gesteld werd: kunnen ze onmiddellijk erin stappen als hun baas het loodje legt? Vooral voor JD Vance is dat een belangrijke vraag. De kans dat hij Trump opvolgt is aanzienlijk. Het is ook van belang omdat Vance een ideologisch type is, een uiterst conservatieve opus dei achtige katholiek met een scherpe (vrouwonvriendelijke) agenda. Hij heeft maar twee maanden ervaring als senator, de rest van zijn carrière was hij venture kapitalist en protégé van Peter Thiel, de conservatieve geldschieter.
Tim Walz daarentegen heeft acht jaar uitvoerende ervaring als gouverneur van Minnesota. Hij weet hoe je een grote bureaucratie moet runnen, hij heeft progressief beleid gevoerd in zijn staat. Als hij Harris zou moeten opvolgen moet ook hij terugvallen op de standaard Democratische organisaties en think tanks.
Vergeleken met Vance zou Walt een wonder van gematigdheid zijn die beter in staat zou zijn om het land bij elkaar te krijgen. Vance zal alleen maar verdeeldheid zaaien.
Aangezien ik denk dat Vance bij verkiezing van Trump vrijwel zeker de 48ste president zal worden, houd ik mijn hart vast. Trump kiezen is erg, Vance als president krijgen is nog veel erger. Het zou fijn geweest zijn als de kiezer zich er drukker om had gemaakt.