Een trouwe lezer reageerde op mijn stukje over Powell met de opmerking dat een staatsman juist president zou moeten willen worden. Hij voerde Lincoln aan als voorbeeld (en Thorbecke). Over Lincoln valt veel te zeggen maar in elk geval dat hij voor zijn presidentschap niet valt onder te brengen in een gangbare definitie van staatsman. Het presidentschap onder burgeroorlogomstandigheden maakte hem staatsman.
Ik wil niet terecht komen in een benoemingsdiscussie, wie wel en wie niet. Even bij Powell blijvend, realiseerde ik me achteraf dat hij misschien niet in deze categorie viel. Tja, wie wel? De laatste president die je met enig recht een staatsman mocht noemen (omdat hij visie combineerde met echte wereld ervaring) was Eisenhower. Nixon komt in de buurt, als je tenminste zijn criminele activiteiten even opzij zet. Een type als Kissinger past er naar mijn idee niet in omdat die als politieke uitvoerder geen morele overtuigingen kende, of in elk geval ze opzij zette als dat van pas kwam.
Ik weet niet wat Powell dacht toen hij na de publicatie van zijn biografie in 1996 ineens omhoog werd geschreven als mogelijke kandidaat (hij was net als Eisenhower zowel door de Democraten als door de Republikeinen geheadhunt) naar voren werd geschoven. Maureen Dowd vergelijkt zijn positie met die van die andere immigrantenzoon, Mario Cuomo, die toen het erop aankwam in 1988 en 1992 niet durfde te gaan voor het presidentschap.
Ik vind het een vreemde vergelijking. Cuomo stond bekend als Hamlet on the Hudson, een man die onzeker was of hij het wel moest doen, of hij het wel kon, maar toch de suggestie wekte dat hij wilde. Naar verluidt stond in 1992 een vliegtuig klaar om hem naar New Hampshire te brengen om Billy Clinton de genadeslag toe te brengen, maar liet hij de gelegenheid aan zich voorbij gaan.
Mij lijkt dat Powell veel minder onzeker was over de vraag of hij wel of niet president kon zijn. Ik vermoed dat hij wist dat hij daarvoor niet de kwaliteiten in huis had die je nodig hebt. Ik vermoed niet maar weet heel zeker dat een zwarte Republikein in de Republikeinse Partij van 1996 geen schijn van kans had om de nominatie te verkrijgen. Het racisme dat we nu zien bij de Republikeinen was er toen ook al, al werd het minder luidruchtig beleden. Powell wist waar hij niet aan begon. Verstandig.
Het woord staatsman zet ik ook maar liever opzij. Powell negeerde in 2002 zijn eigen waarschuwingen toen hij door de Cheney-bende gebruikt werd om de oorlog in Irak te beginnen, de grootste buitenlandse politiek blunder die de VS ooit heeft gemaakt. Als hij verziender was geweest, had hij toen geweigerd voor de VN op te treden, als hij meer lef had gehad, was hij afgetreden toen duidelijk werd dat de Cheney-bende leugenachtige oorlogshitsers waren.
Ik moet denken aan een man die misschien minder snel herkend zal worden als ‘staatsman’, Cyrus Vance, de minister van Buitenlandse Zaken van Jimmy Carter. Hij was het oneens met diens besluit om te proberen de gijzelaars in Iran te bevrijden, liet dat vooraf weten en liet ook weten dat hij ontslag zou nemen als de actie werd uitgevoerd. Hij deed het, al werd dat pas na het falen ervan bekend gemaakt.
Geen staatsman was bijvoorbeeld George Shultz, de minister van Buitenlandse Zaken van Ronald Reagan. Toen het Iran Contra schandaal zich ontwikkelde waarschuwde Shultz voor wat er gebeurde, maar op de cruciale momenten keek hij de andere kant op. Hij had door te dreigen met aftreden de al dementerende president kunnen waarschuwen. Hij deed het niet.
Enfin, je kunt er lang en breed over praten, maar er zijn weinig politici die de kwalificatie staatman (m/v) verdienen, zeker in de Amerikaanse politiek. Angela Merkel, ja. Ik had wat voorzichtiger moeten zijn met de kwalificatie. Respect voor Powell staat dat niet in de weg.