Vandaag houdt het Supreme Court hoorzittingen over de vraag of gerrymandering niet in strijd is met de grondwet. In dit geval gaat het om de staat Wisconsin waar de Republikeinen (natuurlijk, altijd zij) de staat na de volkstelling van 2010 zo hebben ingericht dat ze met een minderheid aan stemmen een zeer ruime meerderheid aan zetels halen in het staatscongres.
Wat is gerrymandering?
Ook als iedereen die ervoor in aanmerking komt mag kiezen garandeert dat nog niet dat de verkiezingen eerlijk zijn in een bredere zin. In de Verenigde Staten kunnen de staten zelf hun kiesdistricten indelen. Ze doen dat steeds opnieuw na de volkstelling die eens in de tien jaar gehouden wordt (in een nul-jaar, straks weer in 2020). Er zijn geen vaste regels voor en dus is ook de indeling deel van de politiek.
Politici delen hun kiesdistricten graag zo in dat ze het maximale voordeel opleveren voor hun partij. Dat kan betekenen dat je alle waarschijnlijk Republikeinse kiezers zodanig spreidt over de kiesdistricten (steeds zestig procent) dat ze bijna altijd een Republikein opleveren. Of je groepeert je tegenstander zodanig dat hun district bijna honderd procent Democratisch is. Dat garandeert één Democratische zetel maar maakt de omliggende districten minder Democratisch. In Misssissippi zijn alle zwarte kiezers in honderd procent zwarte kiesdistricten gegroepeerd, wat hen een paar zetels garandeert maar minder dan wanneer ze hun invloed in meer districten konden doen gelden.
Het is een oude Amerikaanse gewoonte, gerrymandering genaamd naar Elbridge Gerry die in 1812 gouverneur was van Massachusetts. Hij deelde de staat zo in dat zijn Democratisch-Republikeinse partij er het meest van kon profiteren, wat één district opleverde dat leek op een salamander die zich om de halve staat heen krulde. Aan de combinatie van salamander en gerry danken we gerrymander. Meer factoren spelen een rol maar het is een van de redenen dat de Democraten in 2014 voor het Huis van Afgevaardigden 47 procent van de stemmen haalden (landelijk) maar slechts 43 procent van de zetels. Met 52 procent van de stemmen slokten de Republikeinen 57 procent van de zetels op. De bescherming die de Republikeinen voor zichzelf hebben ingericht betekent dat volgens het Cook Political Report slechts 37 van de 435 zetels in het Huis echt op het spel staan.
Gerry’s mandering
De Republikeinse winst in 2010 – het tussenjaar waarin Obama flink werd afgestraft – had langdurige gevolgen. Dat was ook het plan. In 2008 besloten Republikeinen alles op alles te zetten op de staatsregeringen én het Huis. Hun programma heette Redmap, Redistricting Majority Project. In de tussentijdse verkiezingen van 2014 wisten ze hun winst verder uit te bouwen. De Democraten kunnen het zichzelf verwijten: ze kwamen simpelweg niet opdagen bij die tussentijdse verkiezingen. In 2014 nam slechts 36,6 procent van de geregistreerde kiezers de moeite om te stemmen en de meesten van hen waren Republikeinen die heel goed wisten wat er op het spel stond.
Het netto effect is dat het midden is verdwenen. Gematigde Republikeinen die door Democratische kiezers uitgedaagd konden om wat naar het midden op te schuiven, zijn weggewerkt door de eigen partij. Met het creëren van veilige districten is hun grootste gevaar dat ze op rechts uitgedaagd worden in de voorverkiezingen. Het project in 2010 zocht de staten waar de staatswetgever en niet een commissie de districten bepaalt met een Republikeinse gouverneur die de wetgeving niet van een veto zou voorzien. Slechts zes staten gebruiken niet partijdige commissies: Arizona, Iowa, Californië, Washington, Idaho en New Jersey. Deze travestie is een van de redenen dat de mening van de meerderheid van de Amerikanen in het Congres vaak geen meerderheid vindt.