Gisteren stond er een mooi artikel in de NRC over de PvdA onder Lodewijk Asscher, een verhaal dat uitstekend aansloot op wat ik gisteren schreef over de rust van een grafkist die heerst binnen de partij. Mijn pleidooi voor een totale hervorming van de PvdA krijg ik niet goed over het voetlicht. Ik heb het gepresenteerd aan het curatorium van de Wiardi Beckman Stichting, in een groter verband, en erover geschreven voor S&D, maar het zou aardig zijn om een wakker schuddend opinie artikel te publiceren. Misschien iets voor later.
De korte samenvatting van het artikel in de NRC is dat er in twee jaar niets is gebeurd. Er was het een en ander aangekondigd maar in de praktijk kwam Asscher niet veel verder dan de miskraam van een migratiebeleids voorstel. Hij was in Denemarken gaan kijken maar het lijkt erop dat Dijkhof met zijn proefballonnetjes meer in Kopenhagen heeft opgestoken dan Asscher (gelukkig maar, zeg ik, want dat beleid moet je als sociaal democraten niet willen).
In het artikel wordt verwezen naar een bijeenkomst in Amsterdam, in september 2018, war Asscher zijn onvoldragen en soms ronduit idiote tien punten plan over migratie verdedigde. Ik heb daar toen dit commentaar voor geschreven en nooit meer wat van gehoord. Ik schaam me voor de manier waarop de PvdA, sinds Scheffers artikel in 2000, zich een wij/zij discussie heeft laten opdringen. In een paniekstand om cultureel conservatieve kiezers te (terug) winnen, gingen alle idealen maar ook alle ratio overboord.
Die avond in Oost vroeg ik Asscher waarin zijn plan om van de Middellandse Zee een muur te maken nu eigenlijk verschilde van wat Donald Trump wilde – afgezien van de geweten stillende onzinnige zak geld die er overheen werd gegooid als ‘Marshall plan’ voor Afrika. Hij werd boos dat ik hem met Trump durfde te vergelijken. Maar hij gaf nooit antwoord.
Het tien punten plan is van de tafel verdwenen, althans, dat denk ik. Ik heb geen idee wat er omgaat in de partij – of niet. Morgen is er een congres waar niets hervormends op de agenda staat, niet eens om over te praten. Ik draag de sociaal democratie een warm hart toe, vind dat een partij die de sociaal democratische idealen verdedigt, niet mag verdwijnen. Maar ik ben bang dat we precies die kant op gaan.