Een goede biografie plaatst het onderwerp van studie in zijn of haar tijd en verschaft inzicht in diens handelen en denken in die context. Een heel goede biografie schudt daarnaast het gevestigde denken op en werpt een nieuw, verhelderend licht over het onderwerp, en is uiteraard ook geweldig geschreven. Zo’n biografie is G-Man. In het standaardverhaal van de twintigste eeuw is J. Edgar Hoover, liefst 48 jaar (en acht presidenten) directeur van de FBI, het Amerikaanse bureau voor onderzoek van binnenlandse criminaliteit, de kwade genius. G-Man biedt een genuanceerder beeld, al worden de excessen van Hoovers optreden er niet minder extreem door.
….. de rest van mijn bespreking van de biografie van J. Edgar Hoover staat op het biografieportaal.