In november 1800 verloor zittend president John Adams de verkiezingen. Hij werd verslagen, krap, door Thomas Jefferson. Die was weliswaar zijn vicepresident maar in die tijd was het electoraal proces voor vicepresidenten nog niet gescheiden, zodat Adams eigenlijk werd opgezadeld met een vicepresident die druk bezig was om een eigen partij op te richten met andere politieke doelstellingen dan de Federalisten van Adams. De inauguratie van Jefferson vond pas plaats op 4 maart 1801 en na eindeloos gerommel omdat Aaron Burr, Jeffersons running mate, evenveel electoral votes had gekregen als Jefferson zelf (die regeling werd met het 12e amendement vervangen, maar dat is hier niet zo relevant).
De campagne van 1800 was hard geweest en vrij grof zelfs, zeker gezien het feit dat Adams en Jefferson ooit beste vrienden waren (en dat later weer zouden worden). Op het laatste moment voerde Adams nog de bepalingen uit van de nieuwe Judiciary Act waarmee federale rechters meer te zeggen kregen eigendomsrechten van land en faillissementen – ten koste van de staten. Een sterke federale overheid, meer het doel van Alexander Hamilton dan van John Adams, werd bestreden door Jefferson die dacht dat een democratie (nou ja, een republiek) alleen goed kon functioneren in kleine eenheden, gebaseerd op landbouw.
Wat deze wet deed wat het toevoegen van zes nieuwe federal circuits met 16 nieuwe rechters, plus enige tientallen vredesrechters (meer lokaal iets) in het District of Columbia (Washington). In de wet werded ook een zetel in het Supreme Court opgeheven en een aantal rechters ontslagen. In de weken voor de inauguratie vulde Adams de nieuwe federale hoven op met Federalisten als rechters, voor het leven benoemd. Adams’ benoemingen werden al snel ‘midnight judges’ genoemd.
Jefferson was woedend en probeerde na zijn inauguratie de benoemingen terug te draaien. Dat bleek problematisch omdat de lui voor het leven benoemd waren en alleen voor ‘slecht gedrag’ konden worden ontslagen. Een aantal rechters had inmiddels de benoeming niet geaccepteerd en voor de rest was het wachten op wat het Supreme Court ervan zei. Maar daar zat de belangrijkste midnight benoeming van Adams, John Marshall, die historisch zou worden in zijn leiderschap van het Hof. Jefferson en Marshall, hoewel beiden afkomstig uit de elite van Virginia, konden elkaars bloed wel drinken.
Het zou allemaal blijvende gevolgen hebben omdat het Supreme Court in Marbury v. Madison in 1803, onder leiding van Marshall, weliswaar de zaak van rechter Marbury tegen zijn ontslag opzij zette, maar wel in zijn opinie bepaalde dat het Hof de taak had de grondwettelijkheid van besluiten en wetgeving te toetsen. Dat het Hof dat doet, lijkt nu normaal maar het staat nergens in de grondwet. Het is in essentie een recht dat het Hof zichzelf toekende (voor ‘original interpretation’ zeloten: niet iets dat de Founding Fathers voor ogen hadden).
De rechters konden hun benoeming niet aanvaarden maar de macht van het Supreme Court werd enorm uitgebreid.
Enfin, dit alles om te laten zien dat Trumps activiteiten in zijn laatste maanden van zijn presidentschap (of die van zijn onderknuppels die wel weten wat ze doen en zo veel mogelijk schade willen aanrichten) niet helemaal uniek zijn. Volgens de Washington Post (https://www.washingtonpost.com/politics/trump-lame-duck-policies/2020/12/06/8165088c-3661-11eb-a997-1f4c53d2a747_story.html) probeert de regering allerlei loyalisten te benoemen op plekken waar ze soms moeilijk te verwijderen zijn. Ook worden op het laatste moment nog regels veranderd of uitgevoerd, onder andere het verkopen van enorme gebieden in Alaska aan oliebedrijven (het zou me overigens verbazen als dat niet juridisch kan worden aangevochten). Structureel belangrijk is dat de regering-Trump de rechtsbescherming van ambtenaren probeert te ondermijnen waardoor die politiek ontslagen kunnen worden als ze niet genoeg de hielen likken van Trumpistani.
Ook heeft hij de leiding van het Pentagon vervangen door acolieten die wel bereid zijn te doen wat hij wil, namelijk soldaten terughalen uit Afghanistan en Somalië – overigens niet per se omstreden doelstellingen, het is wel lekker voor Biden als hij daar vanaf is, al kan het ook dezelfde problemen opleveren als waar Obama in 2009 mee te maken kreeg. Maar dat is een onderwerp voor een andere keer.
Het schijnt ook dat Trump zijn voormalige maatje, huisjurist namens het volk, minister van Justitie Barr wil ontslaan. Reden? Hij doet niet wat Trump wil dat hij doet, verklaren dat de verkiezingen frauduleus waren. In dit geval (en dat van het Pentagon) is het korte termijn werk, wat niet helemaal een geruststelling is als Trump en Pompeo nog een oorlogje willen beginnen, omdat Biden zijn eigen mensen kan benoemen – al kan Moscow Mitch daar als zetbaas in de senaat nog vertraging veroorzaken.
Het is allemaal erg genoeg maar tegelijkertijd lijkt Trump zich nauwelijks met besturen bezig te houden, gepreoccupeerd als hij is met zijn puberale verontwaardiging dat hij niet krijgt wat hij wil: een verkiezingsoverwinning. Dit is een midnight presidentschap maar zoals alles met Trump, de schade op de lange termijn kan behoorlijk groot zijn.