Toen Amerika een koning van zich afschudde. Happy 4th of July.

Op 2 juli 1776 tekenden de founding fathers, het gezelschap dat Amerika in elkaar zette, de onafhankelijkheidsverklaring. John Adams hoopte dat het ieder jaar gevierd zou worden als afscheid van de Engelse koning. Twee dagen later – de post was in die tijd ongeveer even traag als nu – vond dat feest plaats en vier juli is het gebleven.

Dit jaar vierde het Amerikaanse Supreme Court, op 1 juli, een dag die in de geschiedenisboeken zal blijven staan, de herdenking van de onafhankelijkheid met het uitroepen van een nieuwe monarchie, een absoluut presidentschap. Een president, Republikein of Democraat, kan niet strafrechtelijk vervolg worden als hij dingen doet die, in een wijde en onaantastbare omschrijving, passen binnen de uitoefening van zijn ambt. Richard Nixon had gelijk: als de president het doet, dan is het legaal. Hij zei het pas een paar jaar later in een interview met David Frost, maar dit was het denken dat in zijn hoofd zat.

De rechters van het Supreme Court roepen bij voortduring dat ze te rade gaan bij wat de founding fathers historisch bedoelden. Het is een ideologisch keuze waarmee ze, zo blijkt nu, alles kunnen rechtvaardigen, van wapens voor iedereen tot abortus voor niemand. 

Wat een farce die zogenaamd conservatieve stellingname is, blijkt bij de immuniteit die nu wordt toebedeeld aan Donald Trump, putschpleger, en daarmee ook aan zijn opvolgers (hijzelf wellicht). Of die opvolgers er komen nadat de president die op 20 januari 2025 wordt geïnaugureerd nog zal vertrekken (of zijn opvolger, een Trump-acoliet het overgeërfde ambt zal verlaten) is maar zeer de vraag. Met wat je allemaal kunt doen onder deze immuniteit kun je het hele Amerikaanse politieke systeem op zijn kop zetten en zelfs, zoals rechter Sotomayor opmerkte, je politieke tegenstanders vermoorden. Luister naar Trump de wreker en je ziet wat er in 2025 gaat gebeuren. Het ministerie van Justitie, ooit ook de rechtshandhaver van Amerika (niet voor niets traden drie man af in de Saturday Night Massacre toen Nixon zijn ministerie dwong te doen wat hij wilde) wordt buitenspel gezet.

Ondertussen worden in Louisiana de tien geboden in openbare scholen geplaatst (het Supreme Court oordeelde ooit tegen die plaatsing, maar met deze bende weet je maar nooit). Never mind dat, zoals in de NYT vandaag mooi wordt betoogd, dat geneuzel over judeo-christelijke traditie altijd uitmondt, zoals ook bij Wilders, in racisme en white supremacy. Never mind dat de Republikeinse kandidaat een leugenaar is, een schuinsmarcheerder en in brede zin iemand die de tien geboden nooit bekeken heeft, laat staan ernaar heeft geleefd.

Het ziet ernaar uit dat president Biden toast is. Als om je heen wordt gelekt dat je nadenkt over vertrekken, is er geen redden meer aan. Dat was het toch al niet. In de NYT en de WP wordt druk gecolumniseerd over wie de kandidaat zou moeten zijn. De geloofsgekke conservatief Ross Douthat komt met een andere bejaarde op de proppen, senator Joe Manchin. Voor de rest de usual suspects. De sterkste argumenten lijken me op dit moment voor Kamala Harris. Ze heeft ervaring als prosecutor, als aanklager, en was als senator heel goed.

Trump heeft een prosecutor als tegenstander nodig, dat is een van de redenen dat oude Biden ongeschikt is. Harris kan ook betogen dat je met haar in feite de wens van de kiezers in de voorverkiezingen opvolgt. Zij is de beste woordvoerder van de successen van Biden die je je kunt voorstellen. Maar eerlijk gezegd maakt het mij niet uit. Als er maar iemand anders op het podium in Chicago staat.

Ondertussen blijven we zitten met die imperial president. Het boek van Arthur Schlesinger Jr. was ooit de reden dat ik staatsrecht ging studeren en verslaafd raakte aan Amerika. Hij schreef het als waarschuwing om die eerdere president die zichzelf onschendbaar achtte niet te veel ruimte te geven. Water under the bridge. 

Happy 4th of July, geniet ervan zolang u nog kunt.