Morgen in de Standaard
Na de massamoord in Parkland, Florida, vallen we van de ene verrassing in de andere. Het activisme van de scholieren en hun voorlopige succes in het agenderen van wapenbezit is hartverwarmend. Minstens zo verrassend was dat president Trump het risico nam om ongescript en ongecontroleerd met scholieren in gesprek te gaan. Meestal is het Witte Huis huiverig voor dit soort ontmoetingen, dit keer zagen ze er wel brood in. Van zijn staf kreeg Trump een briefje mee met vijf talking points, door een attente fotograaf vastgelegd, met als vijfde: ‘I hear you’.
Wat we vooral hoorden was Trump als buikspreekpop van de National Rifle Association (NRA), de wapenlobby die de Amerikaanse politiek in zijn dodelijke greep heeft. Trumps plan om de veiligheid op scholen te verbeteren? U raadt het: meer wapens. Docenten moeten bewapend, ex-militairen moeten de wacht houden, scholen moeten zwaar beveiligde forten worden. We hoorden het harteloze cynisme van deze regering en van de Republikeinse Partij. Geen lef om het wapenbezit aan te pakken, geen idee van de onveiligheid die veel Amerikanen voelen, en braaf het verhaal van de wapenlobby reproduceren.
Voor veel Amerikanen is wapenbezit is een bepalend onderdeel van hun identiteit. Eén verklaring daarvoor ligt in het verleden: Amerika was altijd al een gewelddadige samenleving. Altijd geweest. Altijd gebleven. De eerste kolonisten werden bedreigd door wilde dieren, indianen en andere pioniers. Het leven aan de rand van de beschaafde wereld was altijd gevaarlijk, en naarmate die rand opschoof naar het westen, schoven het gevaar en de gewelddadigheid mee. Er was geen centraal gezag, geen politie, geen geweldsmonopolie. Het waren harde, gewelddadige mannensamenlevingen. Zuiderlingen vreesden slavenopstanden. Nu zijn Amerikanen vooral bang voor elkaar.
Wapenbezitters doen een beroep op het Tweede Amendement op de grondwet, dat zegt dat de federale overheid niet het recht kan beknotten ‘om goed bewapende milities op de been te houden’. Het Amendement werd geschreven in 1790, toen nog steeds oorlog met de Engelsen dreigde en Amerikanen in staat wilden zijn zich te verdedigen, ook zonder staand leger. Dankzij een volgens velen volstrekt bizarre interpretatie van het Supreme Court wordt het amendement tegenwoordig gelezen als een onvervreemdbaar recht op persoonlijk wapenbezit.
Elke inperking van wapenbezit wordt door de wapenlobby met hand en tand bestreden: je mag op geen enkel punt toegeven anders is het einde zoek. De NRA is de machtigste lobby van Amerika. Weinig politici durven deze club te bruuskeren, want als de NRA besluit je het leven zuur te maken, dan ga je een moeilijke campagne tegemoet. De meeste politici nemen dat risico niet.
Wat we de afgelopen dagen gezien hebben is een frontale aanval op deze NRA. Er waren scholieren die het een terroristische organisatie noemden. Dat gaat te ver, maar het legt wel een vinger op een zere plek: Trump mag waarschuwen voor buitenlanders en moslims, het grootste gevaar voor een gewone Amerikaan is binnenlands terrorisme. Noem het maar zo.
Toen Marco Rubio, voormalig presidentskandidaat en senator van Florida, met de overlevers van Parkland in discussie ging, was de drie miljoen dollar die hij kreeg van de NRA een belangrijk punt. Cruz durfde die niet af te wijzen. Meer dan de vertoning in het Witte Huis was dit debat in Florida een voorproefje van wat deze scholieren hebben losgemaakt. Meer politici zullen zo onder handen genomen worden. Meer politici zullen moeten uitleggen waarom ze weigeren iets aan wapenbezit te doen terwijl een overgrote meerderheid van de Amerikanen dat wel degelijk wil.
De scholieren van Parkland gingen ook naar Tallahassee, de hoofdstad van Florida. Ze wilden de leden van het staatcongres oproepen het soort halfautomatische wapens dat de moordenaar op hun school gebruikte (en dat ook bij andere massamoorden het wapen van keuze was) te verbieden. Het congres bracht het voorstel niet eens in stemming. De scholieren kwamen vergeefs.
Of misschien toch niet. Het gedrag van deze congresleden, van senatoren als Marco Rubio en van president Trump maakt duidelijk dat er maar één manier is om wapenwetgeving tot stand te brengen: je geluid te laten horen en je stem doen gelden bij verkiezingen. Deze scholieren zijn de kiezers van morgen, misschien al in november, zeker in 2020. Zij zullen niet meer accepteren dat politici klakkeloos het dictaat van de NRA volgen. Zelden zagen we een krachtiger middel om de opkomst van jongeren te bevorderen.
Het is nooit te laat voor optimisme en in de naweeën van deze zoveelste tragedie is daar onverwacht ruimte voor. Tegelijkertijd moeten we oppassen er te veel van te verwachten. Trump tekende als een van zijn eerste decreten het terugdraaien van onder Obama ingevoerde regels die het geestelijk gestoorden moeilijker maakte om wapens te kopen.
Zolang Trump dat decreet niet weer intrekt en niet zijn na Las Vegas gedane belofte nakomt om ‘bump stocks’ te verbieden die van halfautomatische wapens mitrailleurs maakt, valt er van regeringskant weinig te verwachten. Het zal vanuit het Congres moeten komen. Daar zullen met name Democratische politici hun onwillige collega’s het vuur aan de schenen moeten leggen. En als die tegenstemmen, dan is er de kracht van de stembus. Politici zullen moeten ervaren dat de macht van de kiezer groter is dan de macht van de NRA.