Onder het pseudoniem Robert Galbraith heeft J.K. Rowling tot nu toe vier private eye boeken geschreven. De hoofdpersoon is Cormoran Strike. Zijn partner in het werk is Robin, een aantrekkelijke vrouw die Strike begrijpt en het werk heerlijk vindt, maar is opgezadeld met een dudd van een echtgenoot. Strike en Robin hebben een relatie die diep en hartgevoeld is maar nooit werkelijk een liefdesrelatie mag worden want dan is hij voorbij.
De eerste drie boeken waren behoorlijk goed. De net verschenen vierde, Lethal White, is helaas een mislukking. Of een teleurstelling, moet ik zeggen.
Het is een dik boek en dat komt doordat Rowling slecht geëdit is – dat is meestal de reden dat boeken dik zijn, maar ik had van haar hogere verwachtingen. De lezer wordt niet erg hoog ingeschat door Rowling. Alles wordt uitgelegd, aangekondigd, afgekondigd, herhaald. Emoties worden niet alleen getoond (in dialoog) maar ook nog eens verteld. Rowlings maakt een zootje van ‘show don’t tell’, een schrijversvaardigheid die ze wel degelijk heeft maar hier heeft uitgezet.
Het probleem wordt verergerd (of misschien hangen de twee samen) doordat het verhaal totaal ongeloofwaardig is. Aan het einde ervan moet Rowling met enig kunst en vliegwerk, onverwachte verrassingen, het zaakje aan elkaar knopen. Het wordt er niet geloofwaardiger op.
Strike is een karakter dat mijn favoriete private eye schrijvers, Daniel Hammett en Raymond Chandler, zouden herkennen. Jammer dat hij na deze teleurstellende vierde episode maar één mogelijkheid heeft om te overleven: Robin moet dood. Wat er dan van Strike overblijft, kan interessant zijn. We weten dat Rowling kan schrijven; er ligt werk te wachten.