Shasta werd pas in de loop van de negentiende eeuw ontdekt, veel later dan de andere bergen van het Noordwesten. De berg lag zo afgelegen dat kolonisten er niet veel te zoeken hadden. De Indianen kenden Shasta natuurlijk al veel langer en hebben talloze verhalen over de Grote Geest die de berg en de regio schiep. De stoom werd beschouwd een teken van de Great Spirit.
John Muir kwam er in 1875. Toen hij de berg voor het eerst zag vanuit de Sacramento River canyon, schreef hij: ‘Ik was te voet en op een afstand van tachtig kilometer, alleen en moe. Maar mijn bloed werd als wijn en ik heb sinds die dag geen moeheid gekend.’
De eerste beklimming vond plaats in 1854 door Elias Pierce, uit het nabijgelegen Yreka. Tegenwoordig proberen meer dan 5000 mensen per jaar de berg te beklimmen. De populairste route is die op de zuidwestflank via de Shasta Alpine Lodge bij Horse Camp, eigendom van de Sierra Club en een prima basiskamp.
John Muir schreef al dat het plezierig was om de berg heen te lopen dan hem te beklimmen, en de route rondom Shasta blijft een prachtige back country wandeling, al is het geen officieel pad. De afstand is tussen de vijftig en zestig kilometer, afhankelijk van de gekozen hoogtelijn. De meeste wandelaars gaant egen de klok in, met de Sierra Club cabin als begin en eindpunt. Deze variant leidt tot steeds betere kampeerplaatsen en houdt de mooiste stukken tot het eind en doet de vervelendste het eerst.