Deze kerk/missie die in 1700 werd gesticht door een Jezuit, is het oudste Europese bouwwerk in Arizona dat nog steeds in gebruik is. Tijdens een Indianenopstand in 1751 werd een groot deel van de missie verwoest, maar het werd herbouwd door Franciscanen en ziet er tegenwoordig nog uit zoals aan het eind van de achttiende eeuw.
Het aardige is dat deze grote kerk ergens midden in de woestijn staat, in the middle of nowhere. Daaraan dankt de kerk zijn bijnaam `de witte duif van de woestijn’.
Niemand weet wie de architect was van het gebouw in Spaanse barokstijl. Evenmin weten we waarom de rechtertoren nooit is afgemaakt, al wil één theorie dat het is om te symboliseren dat het preken van het evangelie nooit af is. De huidige kerk werd begonnen in 1783 maar was pas in 1797 af, dertig jaar nadat de Jezuïten door de Spaanse kroon waren weggejaagd uit de regio. Door de witte stuclaag glimt en blinkt de kerk in het woestijnlicht. De beide torens fungeren als omlijsting voor het kunstig gebeeldhouwde stenen portaal. Het interieur is weelderiger dan de meeste Spaanse missies in het zuidwesten van Amerika. Er zijn frescoes geschilderd aan de binnenkant van de koepel en achter het altaar staat een kunstig gebeeldhouwd retablo van steen en stuc. De kerk werd gerestaureerd tussen 1906 en 1909 en daarna nog eens tussen 1949 en 1958 wordt tegenwoordig nog gebruikt door de Papago Indianen.
Voor een online fotoreportage, klik hier.