Als een leger van marcherende soldaten staan de gigantische saguaro cactussen aan de horizon. Wie zou deze koningen van de Sonoran Desert kunnen bedreigen? Maar zo
onaantastbaar zijn deze unieke planten niet. Gelukkig heeft Saguaro National Park gezorgd voor een veilige omgeving. Alleen de vogels bouwen nog hun nesten in de saguaro’s, maar dat hoort nu eenmaal bij hun rol in de woestijn: onderdak bieden aan kwetsbare beestjes.
Tekst: Nando Boers & Mariska Freriks
Wanneer je de saguaro-cactus voor het eerst ziet, besef je dat hij bijzonder is. Hij is vreemd. Hij ziet er aandoenlijk uit, maar dat voel je eigenlijk pas na een paar uur. Het duurt even voordat je warme gevoelens krijgt voor deze bijzondere plant.
We zagen de saguaros voor het eerst op weg van Flagstaff naar Phoenix. In de afdaling van een heuvel in de buurt van Lake Pleasant schoten we met onze auto opeens de noordelijke grens van het leefgebied van de saguaro over. Daar stonden ze. Op deze plek was de gemiddelde jaartemperatuur net warm genoeg voor de saguaro om te kunnen overleven. Er stonden er tientallen. Ver uit elkaar, verspreid over de aangrenzende hellingen. Enkele dagen later zou zich de vergelijking opdringen dat het hier ging om verkenners uit een leger. Bevangen door de kou. Ze konden niet verder. Noordelijker was niet haalbaar. Hier lag de saguaro-grens.
Absurdistische droom
We staan aan de voet van de Red Hills in Saguaro National Park, het beschermde domein van de saguaro (je spreekt zijn naam uit als: suh-WAR-oh), een kilometer of twintig ten westen van Tucson. We zijn misschien net een paar honderd meter onder weg op de Hugh Norris Trial, een woestijnpad dat uiteindelijk leidt naar het hoogste gedeelte van het westelijke deel van het park, Wasson Peak; 1428 meter hoog. De Red Hills liggen in het Tucson Mountain district, dertig mijl ten westen van het Rincon-gebergte, het oostelijke gedeelte van het nationale park. Tucson ligt er tussenin.
Wij kijken in de richting van de Avra vallei. Honderden saguaros lopen ons tegemoet over de dorre woestijngrond. Als in slow-motion lijkt het leger van groene cactussen op ons af te komen. Wanneer je je ogen niet focust, maar een beetje wazig laat staan, is het alsof je je bevindt in een absurdistische droom. Als we ons omdraaien en de hellingen opkijken, zien we dat we middenin het groene leger staan. Heel veel saguaros zijn ons al voorbij geschuifeld. Het lijkt een doelloos leger dat verdwaasd als een kudde versufte en afgematte soldaten elkaar bestemmingsloos volgt. Er zit een vreemd soort onregelmatige geordendheid in hun opstelling. De saguaros staan even roerloos. Hun ‘armen’ staan omhoog geheven. Er fladderen een paar vogels van de ene naar de andere. Hun vele soortgenoten converseren al fluitend naar elkaar. De wind houdt zich koest. De zon is fel in de woestijn.
De mens ziet in de saguaro al heel lang veel gelijkenis met zichzelf. De indianen die in dit gebied leven, de Tohono O’odhams, beschouwen ze als soortgenoten; als mensen in een andere vorm. De saguaro heeft een spirituele betekenis voor hen en de woestijnbewoners, nu wonend in een reservaat vlak naast het westdistrict, behandelen de bijzondere planten met respect. Ze kappen hen niet, zoals blanken vroeger wel deden; de Tohono O’odhams gebruiken slechts de vruchten, die in juni en juli aan de bovenkant van de oude cactussen verschijnen, en maken er jam en wijn van.
Nu staat in Saguaro National Park slechts de ocotillo heel af en toe in bloei. Een hard rode kleur heeft zich gevormd bovenop de grille, grijze takken van deze struik die op meerdere plaatsen in het zuidwesten van de VS is te zien. De takken laten af en toe ook al blaadjes zien. Als je in de richting van de zon kijkt, ontstaat er een groene gloed, een groen aureool, om de takken. Kijk je vanaf een andere kant, dan zie je slechts blad, de mystieke kleur is weg.
Vogelverschrikkers vol vogels
Rondom de saguaros zien we meer cactussoorten. De hedge-hog, een relatief kleine cactus die een beetje wollig aandoet; de fishook, een klein, grijs bolletje dat niet hoger komt dan je scheenbeen en de teddybear cholla, een cactus op een stam waarvan de takken zich in elkaar lijken te vlechten en die zodoende steun vinden bij elkaar. Ze zien er topzwaar uit en lijken elk moment te kunnen bezwijken onder de werking van de zwaartekracht. De kleine stekeltjes lijken af en toe op een dekentje van sneeuw dat een minieme schittering voortbrengt als de zon met de cactus speelt.
Maar de saguaros zijn de blikvangers. Ze blijven ook spelen met je verbeelding. Bij elkaar, als je kunt uitkijken over grote vlaktes of wijde berghellingen lijken ze op een leger, maar wanneer er één een beetje geïsoleerd staat, lijkt de saguaro weer eerder op een vogelverschrikker. En net als bij zijn sukkelige Noordeuropese collega, vreest geen enkele vogel hem. De vogels in Saguaro National Park zijn de baas over de bescheiden koning van de Sonoran Desert. Eigenlijk lijkt het een beetje vreemd dat er op deze heuvels van de Red Hills zoveel vogelgekwetter is te horen. Op de een of andere manier horen lieve vogeltjes als de specht, de zwaluw en de purple martin niet thuis in de woestenij van de woestijn. Slechts roofdieren als de red-tailed hawk en misschien de elf owl, het kleinste uiltje ter wereld, passen in deze omgeving.
Maar de lieve vogeltjes horen hier wel en brengen het nodige leven in de brouwerij, want verder is het muisstil in de woestijn. De saguaro is het onderkomen voor heel veel vogels die binnenin de stam van de cactus een uitstekende bescherming vinden tegen de vaak ondraaglijke hitte van de Sonoran Desert. Er is geen saguaro zonder littekens. Het zijn de Gila-specht en de gilded flickers die de eerste gaten maken in de stam. Ze gebruiken het ‘nest’ slechts één keer, maar het gat zal nog jaren worden gebruikt door andere soorten. De cactus kan zich niet meer compleet herstellen van acties van de twee huizenbouwers. Als er eenmaal een vogel druk doende is een gat te maken, fabriceert de saguaro een zogenaamde cactus-laars, een soort ‘chemische verdediging’, zo staat te lezen in All About Saguaros van de inmiddels overleden auteur Carle Hodge. Als de cactus wordt aangevallen, maakt hij dopamine aan, een substantie die zich normaal gesproken bevindt in het binnenste van de cactus. Het dopamine zal uiteindelijk de wonden dichten en op deze manier ontstaat een keiharde laars, een soort sterke koker in de vorm van een wijnzak, aan de binnenkant van de reusachtige plant. Een perfecte, koele plek om eieren uit te broeden en jonge vogeltjes te voeren.
Western studio’s
Na een paar kilometer op de Hugh Norris Trail keren we terug naar onze auto. We willen de negen mijl lange en onverharde Bajada Loop drive vervolgen en daarna via een tussenstop in Tucson het oostelijke en oudste deel van Saguaro National Park bekijken. We passeren de Old Tucson Studios, net buiten de grenzen van het park, waar honderden westerns zijn opgenomen en bereiken via de grote Gates Pass road de zuidelijke stad Tucson en haar 450.000 inwoners. We lunchen in een Mexicaans restaurant aan de rand van Tucson en een half uur later komen we bij de ingang van Saguaro National Park East aan.
Op het eerste gezicht is er weinig verschil met het deel van het park dat in de Tucson Mountains ligt. Ook hier weer veel voortmarcherende saguaros en een veelheid aan prachtige andere cactussen. Toch zijn er in de praktijk grote verschillen tussen de twee delen. In het westen mag je bijvoorbeeld niet kamperen, in het oosten is overnachten in je eigen tent wel toegestaan. Verder beslaat dit deel een groter oppervlak en is het al langer beschermd natuurgebied. Sinds 1933 staan de cactussen hier veiliger in het nationaal monument dan in andere delen van Arizona. In 1961 voegde de federale overheid in Washington DC het westelijke gedeelte toe aan het monument. Sinds drie jaar hebben de twee gebieden de status van nationaal park.
Het belangrijkste verschil tussen West en East zijn echter de saguaros zelf. Hier, in het hogere Rincon-gebergte zijn ze groter en hoger omdat er hier meer regen valt dan vijftig kilometer westelijker. Het verschil tussen cactussen van vijf jaar oud is 56 centimeter, maar na honderdvijftig jaar (de gemiddelde leeftijd van oude saguaros, ze kunnen de tweehonderd passeren) is dat verschil opgelopen tot twee meter. De gemiddelde lengte van een 150-jarige saguaro in het westelijke district is 10,7 meter, in het oostelijke deel is dat 12,7 meter. In Organ Pipe Cactus National Monument, ongeveer tachtig mijl ten westen van Tucson, halverwege Tucson en Californië, is de saguaro rond het einde van zijn illustere leven ‘slechts’ 8,7 meter.
‘Er zijn wel degelijk gevaren voor de saguaros binnen het park’, stelt ranger Jeff Wallner in het visitors center als we hem vragen over de veiligheid van de saguaros. ‘Vier jaar geen druppel water en de cactus sterft’, zegt hij droogjes. Hij somt nog een aantal cactusdoders op: brand, blikseminslagen, vorstperiodes die meer dan twintig uur aanhouden, storm, dieven en vandalen die de saguaros met stenen bekogelen of hun geweren er op leeg schieten. Al deze dingen zijn in staat om een saguaro om te leggen. Dat er werkelijk kogels worden gevuurd op de groene stammen bewijzen de kleine gaatjes die er in zitten. Hier is geen vogel aan te pas gekomen. Het zijn dezelfde gaatjes die je hier in het zuiden van de VS vaak aantreft in verkeersborden op verlaten plekken. Jolige jagers verschieten in de VS vaak hun laatste kruit aan het einde van de dag. Zelfs saguaros moeten het ontgelden.
Educatieve route
Op aanraden van Wallner lopen we eerst langs de Desert Ecology Trail waar veel borden langs het weggetje van een halve mijl uitleg geven over de cactussen en haar omgeving. Na deze korte educatieve wandeling, rijden we verder over de verharde Cactus Forest drive en stappen uit bij het punt waar de Cactus Forest Trail begint. Twee fietsers met rode, bezwete hoofden kruipen over de hellinkjes. Nog geen tien meter van de weg staat de meest aandoenlijke plant die we hier zullen zien; de barrel-cactus. En deze dikke cactus heeft inderdaad de vorm van een oliedrum. Op zijn kruin staat een okergele kroon van bloemen. Hij is ongeveer een meter hoog en flink dik. Hij staat een beetje onderuitgezakt als een zak meel; hij helt wat over naar voren. Een paar kilometer verderop zien we er nog een paar. Ze staan tussen de struiken en saguaros.
De hele kleine saguaros lijken op de barrel-cactus, maar aan de stekels kun je bijvoorbeeld het verschil zien. Bij de barrel-cactus zijn ze groter en harder. De jonge saguaros zie je bijna niet in het park. Ze verschuilen zich onder struiken. Het harde leven in de woestijn is meedogenloos voor de jonge plantjes. Slechts een op de veertig miljoen zaadjes, die de saguaro in zijn hele leven op de aarde laat neerdalen via vogels, bijen en vleermuizen die allen eten van de saguaro-vrucht, zal uitgroeien tot een groene woestijnreus. Het zaadje zal dan in de luwte moeten liggen van een zogenaamde ‘zusterplant’ die hem schaduw en voedsel moet verschaffen. Uiteindelijk zal de saguaro zijn zorgzame buur overgroeien en hem langzaam wurgen met hulp van de brandende zon.
De saguaros hebben het tijden heel erg moeilijk gehad. Nadat een lange vorstperiode in 1939 enorm veel schade aanrichtte en het later dodelijke bacteriën makkelijker maakten om de verzwakte cactussen binnen te dringen, is er bijvoorbeeld pas sinds 1979 een volledig verbod op veeteelt in het gebied. En dat is een van de redenen waarom je nu veel oude saguaros ziet en relatief heel weinig jonge planten. Het vee vertrapte constant de zusterplanten zodat de saguaro-zaadjes werden geroosterd in de zon. Pas nu het vee in zijn geheel is verdwenen, krijgen de saguaros weer de kans hun populatie te verjongen.
Na de wandeling van ongeveer twee uur rijden we weer verder en passeren duizenden saguaros die de heuvels oplopen en ons soms aankijken, dan weer van ons weggedraaid zijn. Het is een prachtig gezicht. De smalle weg glooit over de heuvels. We zien de Tanque Verde Ridge voor ons en passeren de Cactus Forest Trail opnieuw, maar dan een stuk zuidelijker.
Breekbare ketting
De zon begint al snel te dalen en de schemering zal alras inzetten. Via de Old Spanish Trail rijden we het park uit richting de grote snelweg. Op weg naar de bewoonde wereld. Een wereld die nog altijd een bedreiging is voor deze wonderlijke cactussen. Want de haast onstuitbare groei van Tucson bedreigt de leefomgeving van de saguaros. Urbanisatie sluit natuurgebieden van elkaar af en verstoord daarmee de breekbare ecologische ketting. Dieren kunnen dan niet meer rondtrekken, zijn aangewezen op een beperkter aantal mesquite-bomen, en de palo verde – de zusterplanten van de baby-saguaro – en daardoor dreigt het gevaar dat onder andere de javalina, die niet anders kan, deze belangrijke struiken en bomen zal opeten. De gevolgen voor de toekomst van de saguaros laten zich makkelijk raden.
Als de duisternis bijna is gevallen en we op weg zijn naar Phoenix, zien we nog een groepje saguaros naast elkaar staan. Door de zon die achter de bergen schuift, verliezen de cactussen hun kleur en zijn het donkere schimmen geworden. De saguaro lijkt nu geen soldaat of vogelverschrikker, maar zo met z’n vijven eerder een familie die is verdwaald en dicht bij elkaar staat om wat warmte te kunnen vinden. Je krijgt haast medelijden met deze bijzondere heerser van het zuidwesten van de VS. En is medelijden ook niet een soort verliefdheid? Het is in ieder geval op zijn minst een soort genegenheid.