Bisbee heeft nog iets van een overgangsstadje, al is het duidelijk op weg naar een toeristen/artistenkolonie. ’s Ochtends zijn de koffiezaken voornamelijk gevuld met bejaarde hippies, soms zeer bejaard. Vooral in de weekends is het in Bisbee behoorlijk druk met dagjesmensen. De hoofdstraat wordt dan vaak afgezet voor happenings. Gezellige boel.
Het kleine museum van dit oude stadje is uitstekend. Het geeft een goed beeld van de opkomst en ondergang van de mijnindustrie, die begon met zilver maar eindigde in koperwinning. Eerst was de winning ondergronds, maar na de Tweede Wereldoorlog in een open pit, wat tot een lelijk landschap ten oosten van het stadje heeft geleid.
Brewer Gulch heeft een reputatie van wild nachtleven met restaurants en cafés maar dat valt nogal tegen. Misschien is het een repuatie van honderd jaar geleden. Wij aten uitstekend in The Brewery. Het Copper Queen Hotel is dé plaats om te overnachten. Oud en gehorig maar prima voor de sfeer van een oude frontierstad en voor 105 dollar hadden we een hoekkamer twee grote bedden.
Neem in elk geval de mijntrip. De gidsen zijn allemaal ex-mijnwerkers en ze hebben mooie verhalen te vertellen.