Omringd door water en door bergen is Seattle een van de mooist gelegen steden van Amerika. De laatste twintig jaar is het ook een hotbed geworden van spannende, agressieve ondernemingen aangevoerd door Microsoft en Starbucks. En Seattle heeft daarnaast ook nog alles te bieden wat een stad aantrekkelijk maakt, inclusief gezellige woonwijken die in de rest van Amerika nauwelijks meer te vinden zijn. Is het een wonder dat Seattle steevast opduikt als de most livable city van de VS?
door: Frans Verhagen
De routine van de bootforens gaat me gemakkelijk af. Tijdens mijn bezoek aan Seattle logeer ik bij vrienden op Vashon Island, een bosrijk eiland, zo’n dertig minuten varen van downtown. Dus voorzie ik me iedere ochtend van een tall cappuccino, een muffin en een krant en wandel aan boord, samen met de forensen. Op het achterdek hangen hun renfietsen aan speciale haken. Mijn buurman haalt zijn computer uit zijn rugzak en begint ingewikkelde notities te maken op een blocnote. Een tafel verder gaat het gesprek over de gebruikelijke zaken: hoeveel meer mensen er ieder jaar op Vashon komen wonen, hoe het altijd druk is en de parkeerplaats altijd vol. Vashon is populair dezer dagen, en niet tot genoegen van de oude bewoners, zoals mijn vrienden die hier in 1985 eigenhandig een huis bouwden.
De boot zet er de kuierlatten in. Na een minuut of tien draait hij om de punt van West Seattle heen en daar ligt de stad in al zijn glorie, een stad van water en bergen. Mijn medereizigers zijn het gewend, maar ik ben iedere dag weer onder de indruk van dit visuele visitekaartje. Links de Space Needle, in het midden de kantoorgebouwen, en rechts, bij mooi weer tenminste, de imposante massa van Mount Rainier. Op een heldere dag zijn op de achtergrond dan ook nog de toppen te zien van de Cascade Mountain Range.
Tot voor een jaar of vijftien was Seattle een goed bewaard geheim, tegenwoordig lijkt zowat half Amerika van plan naar de Pacific Northwest te verhuizen. Seattle eindigt immers steevast in de top van most livable cities in de Verenigde Staten, en weet iedereen niet dat computerjongens met hun draagbare vaardigheden altijd op de mooiste plekken gaan wonen? Nou dan, Bill Gates’ Microsoft zit hier toch niet voor niets? Hij schijnt geen moeite te hebben granola-etende, milieubewuste, natuurminnende en nonconformistische computerfreaks hierheen te halen.
Vooral jongeren hebben de weg gevonden naar een stad met oneindig veel economische mogelijkheden, waar de natuur op hoogstens een uurtje afstand ligt, die een liberaal politiek en cultureel klimaat paart aan plezierig, gezins-georienteerd wonen in gezellige buurten met een eigen karakter – kortom, die alles lijkt hebben, inclusief het grootste deel van het jaar miezerig weer dat een perfect excuus verschaft om urenlang met een boek in een koffiehuis te zitten of eindeloos aan een computerscherm te hangen.
Exportprodukten
Mijn eerste halte is Elliot Bay Book Company. Deze enorme boekwinkel, net ten zuiden van Pioneer Square, was en is een van mijn favoriete plekken in Seattle. Het is zo’n boekwinkel waarin je kunt wonen, een verbijsterende collectie, een plezierige omgeving met stoelen en rustige hoekjes, deskundige mensen. In 1981, toen ik hier voor het eerst kwam, had Elliot Bay nóg iets waar ik van opkeek: een espressobar in de kelder waar ze echte koffie hadden. In die tijd was het concept van de boekwinkel-met-koffiebar een waar mirakel en het vertelde iets over wat ze in Seattle belangrijk vonden.
Inmiddels heeft Seattle van koffie en boeken zijn meest bekende exportprodukten gemaakt: hier begon Starbucks, de keten van espressobars die nu in sneltreinvaart slappe-bak-Amerika leert koffiedrinken, en van , de boekenwinkel op internet die hier zijn hoofdkwartier heeft (opgericht door een Wall Streeter die het oosten ontvluchtte). Eventjes was Seattle ook pophoofdstad van de VS, toen grunge het land veroverde, met Kurt Cobain en zijn Nirvana, roodgeruite houthakkersshirts en ringen overal op hun lichaam. Die cultuur bleek geen erg lange adem te hebben. Elliot Bay Book Company is niet te exporteren. Het blijft een unieke winkel waar menige stad in Europa om loopt te schreeuwen. Als altijd toont het winkelpersoneel zich belezen, vol met tips en adviezen. Nog steeds is hier zowat iedere middag een lezing door een gerenommeerde auteur, en de koffie blijft uitstekend. Het zou mij niet verbazen als de amazon-employees hierheen komen om weer eens een boek in handen te voelen voordat ze teruggaan naar hun virtuele boekenwinkel. Zo’n zaak zegt veel: toon me de boekwinkels en ik vertel u wat voor stad het is. En Seattle is zo goed als Elliot Bay.
Ideale havenstad
Pioneer Square, waar ooit de eerste kolonisten zich vestigden, is het hart van downtown Seattle. De rode bakstenen gebouwen zijn keurig hersteld, nadat een poging in de jaren zeventig om alle ‘oude troep’ af te breken in de kiem was gesmoord. De gietijzeren pergola en de totempaal geven een eigen gezicht aan het knusse driehoekige plein (de stichters konden het niet eens worden over de richting waarin de straten moesten lopen, vandaar). Nu zitten er veel restaurants, kroegen, antiekwinkels en kunstgalerijen. ’s Avonds bruist het hier. In al zijn gerestaureerdheid is Pioneer Square een aantrekkelijke plek gebleven, een soort flash back in de tijd.
Hoewel Seattle pas laat door blanke pioniers werd ontdekt (rond 1850), zagen die onmiddellijk de mogelijkheden als havenstad. De open verbinding via de beschermde Puget Sound met de Stille Oceaan, leverde een ideale havenplaats op. Maar Seattle bleef een kwakkelende en rauwe frontier-gemeenschap, waar bijvoorbeeld het gebrek aan huwbare vrouwen een probleem was. Pas toen de Northern Pacific Railroad Seattle bereikte, in 1893, kon Seattle tot volle wasdom komen. Vlak daarvoor, in 1889, was de hele stad in vlammen opgegaan, maar dat zagen de pioniers meer als een kans om opnieuw te beginnen dan als een serieuze tegenslag. Dit keer bouwde men niet met het goedkope want overal aanwezig hout, maar keurig met bakstenen en ijzer, en met de stenen die als ballast in de grote schepen werden meegevoerd, bestraatte men de modderige paden. Goudkoorts
Ik besluit de Underground Tour te maken, onder Pioneer Square, die me nog een fase verder terug voert, naar de stad van voor de Great Fire. Voor 1889 lag de stad aan de rand van het water, wat bij een beetje onstuimig hoogtij leidde tot overstromingen en overstromende toiletten. Toen men toch moest herbouwen, besloten de bewoners om de nieuwe stad meteen maar drie meter hoger te zetten. Daardoor liggen nu onder Pioneer Square de catacomben die men op de Underground Tour bezoekt. De grapjes op de toer zijn ongetwijfeld al duizenden keren verteld, maar het blijft aardig.
Toen in 1897 in de Yukon goud gevonden werd, maakte Seattle zijn eerste bloei door. Binnen een paar weken raasden tienduizenden mensen door de stad, waar ze zich voorzagen van de middelen om minstens een jaar in de barre wildernis te kunnen overleven (dat eisten de Canadese grenswachten). Handel en bankwezen profiteerden, terwijl Pioneer Square met bars, bordelen en theaters voorzag in het plezier van de goudzoekers. Een overzicht van die geschiedenis biedt het uitstekende Klondike Gold Rush Park, dat geen park is maar een klein museum dat wordt gerund door de National Park Service. Vraagt u vooral aan de Rangers of ze de film laten zien van de goudzoekers.
Man met de hamer
Net zo gemakkelijk als ik me invoeg in het forensen-volkje, praat ik mee over de nieuwe vestiging van het Seattle Art Museum. Dat is geen verdienste, want iedereen in Seattle heeft er een mening over. De meeste mensen zijn positief over het nieuwe gebouw aan First Avenue en University Street, in elk geval over de toevoeging aan het stadsbeeld van het gebouw en de Hammering Man, een zestien meter hoog beeld van een man die met een hamer omhoog en omlaag zwaait. Ik moet zeggen dat het beeld zijn charme heeft en het gebouw er van buiten aardig uitziet, maar over de inhoud was ik minder enthousiast – en dat geldt ook voor veel bewoners.
De architect, Robert Venturi, komt uit de school van ‘waarom zou ik me inhouden?’-architectuur en zal wel postmodern zijn of zoiets, maar ik begrijp niet waarom hij zonodig gigantische marmeren trappen in het relatief kleine gebouw moest leggen. Misschien om de wat magere collectie te verhullen? De derde verdieping heeft een afdeling met kunst uit Azië en Afrika, mooi maar zeer beperkt. De vierde verdieping heeft Amerikaanse en Europese werken, maar geen meesterstukken. Maar gaat u vooral zelf kijken, temeer daar het kaartje ook toegang geeft tot het Seattle Asian Art Museum in Volunteer Park, waar ik wel heel enthousiast over was.
Authentieke plek
Als Pioneer Square het hart is van Seattle, dan is Pike Place Market de ziel. Pike Street Public Market is tegelijkertijd de grootste toeristentrekker van Seattle en een van de meest authentieke plekken – een combinatie die je niet vaak tegenkomt. Deze farmer’s market ontstond in de 1909, in een coöperatieve poging van boeren en vissers om de tussenhandel te kortsluiten en direct hun produkten aan te bieden. Als zodanig functioneert de markt nog steeds, maar Pike Market heeft er talloze winkels en winkeltjes bijgekregen, waar iedereen die iets te verkopen heeft zijn of haar waren kan aanbieden. Het is nu moeilijk voor te stellen maar ook hier redde een burgerinitiatief de markt van de slopershamer, zodat Pike Market het centrum kon worden van een bloeiende nieuwe wijk vol winkels, restaurants, koffiehuizen en trendy shops.
In de dagen dat ik in Seattle ben, gebruik ik de markt als een soort vast punt. Ik kom hier geregeld terug, probeer niet in één keer alles te zien. Het leukste stuk is dat op straatniveau waar nog de vis- en groentekramen staan die oorspronkelijk de markt vormden. Vast punt is de viswinkel bij de ingang, waar als je een hele zalm koopt de visboer hem naar een collega achter de uitstalling slingert, iets roepend als ‘Whole salmon. Head off’. Een mooie traditie, zij het tot op het bot uitgemolken. De visboeren zijn showlui voorzien van T-shirts met daarop Careful: Lowflying fish en als ze iemand met een fototoestel zien, willen ze best een zalmpje gooien. Met gemengde gevoelens kijk ik ernaar: het is een show, maar een leuke show.
De markt is een mooie plek om je te realiseren hoe ongelooflijk rijk aan voedsel de Pacific Northwest is. Alle soorten vis, prachtige groentes en fruit uit Yakima Valley in het oosten van de staat, in het seizoen meer dan honderd verschillende paddestoelen en bessen in alle varianten. Aan de andere kant van de straat liggen lunchrestaurants zoals Le Panier, The Three Girls Bakery en Cucina Fresca, en de allereerste winkel van Starbucks, de espressoketen. Voor de hongerigen is er overal wat te halen: sushi, Dungeness crab, oesters, dolmades.
De markt gaat drie verdiepingen diep met winkels in alle soorten en maten, vaak zelfgemaakt spul, vaak leuk, soms ordinaire kitsch. Aan het eind van de dag, als de markt zelf stilvalt, kom ik hier graag terug, bijvoorbeeld om in Maximilien een lokaal gebrouwen biertje te drinken. Deze bar/restaurant in de markt zelf biedt een prachtig uitzicht over het water. Het personeel spreekt er Frans, maar dat maakt geloof ik meer indruk op Amerikanen dan op Europeanen, zeker als je rans terugpraat.
Northwestern cuisine
Bewoners van Seattle genieten van het leven en goed eten hoort daarbij. Seattle heeft op dit terrein een reputatie te verliezen. Het is een van de plaatsen waar de combinatie van Aziatische gerechten en kookmethoden met die van de westerse keuken tot grote hoogten is gestegen. De kans om daarvan te profiteren liet ik me niet ontgaan, al besloot ik op advies van mijn vrienden om het restaurant dat steevast als de top staat genoteerd, Fuller’s, te laten lopen. Niet alleen de kosten maar ook de wat formelere setting, die meer vereiste dan mijn spijkerbroek en trui, werkten voldoende afschrikkend. Maar ik geloof niet dat ik tekort gekomen ben. Bij Etzo’s, vlak bij Pike Street Market, liet ik me een Dungeness Crab goed smaken, klaargemaakt op een soort Chinese manier. Vis is hier natuurlijk het hoofdgerecht en de manier van bereiden – de Northwestern cuisine – ligt ergens tussen de westerse en de oosterse keuken, met vaak interessante resultaten.
Dertig wijken
Seattle is een stad met een relatief kleine downtown, omringd door minstens zeven heuvels (sommige zeggen dat het er meer zijn, maar de analogie met Rome is te aantrekkelijk), met daarop en daarachter een stuk of dertig wijken die allemaal een eigen karakter hebben. Lake Union en het Lake Washington Ship Canal verdelen de stad van oudsher in een noordelijke en een zuidelijk helft. Van de bekendste wijken liggen downtown, Capitol Hill, Magnolia en Queen Anne in het zuiden, Ballard, Fremont, Wallingord en het U District (met de prachtige campus van de University of Washington) in het noorden.
Belltown, dat zo ongeveer naast Pike Place Market ligt, is de wijk in opkomst. De meningen zijn verdeeld over die ontwikkeling. Ik hoorde van veel mensen dat ze de oude restaurantjes en kroegen missen die nu hebben plaatsgemaakt voor yuppie-gelegenheden voor de bewoners van de dure nieuwe appartementen die er zijn gezet. Vooral langs 1st en 2nd Avenue begint er echter wat te dagen van de nieuwe wijk en die is niet onaantrekkelijk. Leuke, zij het dure winkels, trendy restaurants, enkele terrasjes, maar nog allemaal zo verspreid dat het geheel niet oogt. In elk geval zit er al een van de bekendste en beste restaurants: Flying Fish (reserveren noodzakelijk).
Beter in hun vel zitten de andere wijken. Queen Anne, op de heuvels boven Seattle Center, is vooral een woonwijk. Als u foto’s ziet waarin de needle, downtown en Mount Rainier in één schot zijn genomen, dan is die gemaakt vanaf het observatory deck aan 3rd Avenue en Highland Drive. Versmolten aan deze wijk ligt Magnolia, genoemd naar Magnolia Boulevard. Deze weg voert langs de waterrand, met prachtige uitzichten over de Puget Sound, naar het westen van de Olympic Mountains, naar het zuiden van Mount Rainier, en eindigt bij Discovery Park. Deze uitstekende punt in de Puget Sound is een soort stads-wildernispark, zeer populair bij bewoners van Seattle.
Het zal geen toeval geweest zijn dat we ’s avonds vaak in Capitol Hill en op Broadway terecht kwamen (en dan de nachtpont naar Vashon moesten nemen; het leven op een prachtig eiland is niet altijd een genoegen). Capitol Hill is een van populairste buurten van de stad en Broadway is hét uitgaanscentrum. Ik was er al geweest om naar Volunteer Park te gaan, voor het Seattle Asian Art Museum, waaraan ik veel meer plezier beleefde dan het nieuwe gevaarte downtown. Volunteer Park is een soort Vondelpark voor Capitol Hill, een buurt met mooie vrijstaande huizen. Volunteer Park is overigens ook de pick up plaats voor de homo gemeenschap – niet altijd tot genoegen van de bewoners.
’s Avonds liepen we, samen met vele andere Seattle’rs, over Broadway. Dit is het hart van de counterculture die, eerlijk gezegd, na zeven of acht jaar grunge, Kurt Cobaine en Nirvana behoorlijk mainstream is geworden. Wel een hoog gehalte aan mensen met ringen in alle delen van hun lichaam, gekleurd haar en baggy pants. En ook geitesikjes zijn populair. Het moet een hoop tijd kosten om precies de juiste graad van rommeligheid te bereiken. Het centrum van activiteiten is de Broadway Market, een rare verzameling winkeltjes en bars. De Gravity Bar is de hipste plek – als u tenminste in bent voor een glas wortelsap of zo. Veel DIB, zeggen ze in Seattle, Dressed in Black, de favoriete kleur van de kunst-types. We wandelen van East John Street naar het noorden, in de richting van het park. Onderweg hebben we een ruime keuze uit alle etnische keukens die in Seattle zijn te vinden, koffiehuizen per dozijn, boekwinkels, kortom, dit is de wandelstraat. 15th Ave, een paar straten naar het oosten, is minder druk en ook minder gevarieerd, maar biedt aardige alternatieven. De Pike/Pine Corridor van Broadway, de andere kant op, was vroeger exclusief gay domein, maar heeft zich de laatste jaren getransformeerd tot het nachtcentrum voor ieder die ook na middernacht door wil gaan.
Woonboten
Seattle is cool, vandaag de dag. Die status van de stad kreeg een flinke stimulans door de film Sleepless in Seattle, waarin Tom Hanks als alleenstaande vader een luxe woonboot op Union Lake bezit en op zoek is naar invulling van de leegte in zijn leven. Dat hij die invulling uiteindelijk vindt bij een Newyorkse dame, die, zo mag verondersteld worden, onmiddellijk afreist naar Seattle, onderstreept het punt nog maar eens. Zo cool is Seattle dat wat ooit een toevluchtsoord was van prostituées, verlopen houthakkers en illegale drankstokers, namelijk de woonboten op Union Lake, nu een trendy buurt is, waar stulpjes voor een half miljoen dollar van eigenaar verwisselen.
Voor de echte liefhebbers is er een house boat tour. Ik heb die maar overgeslagen om me naar een ander raar punt aan Union Lake begeven, Gas Works Park. Hier wisten actieve buurtbewoners opnieuw een markant bouwwerk van de kaalslag te redden en het heeft een bizar landschap opgeleverd. Van 1906 tot 1956 stond op deze landtong de gasfabriek voor Seattle, die na sluiting jarenlang als een lelijk stuk industrieel afval werd beschouwd. Maar het park dat eromheen werd aangelegd, werd razend populair vanwege de prachtige uitzichten op downtown en Lake Union met zijn zeilboten en watervliegtuigen. In 1975 besloten creatieve landschapsarchitecten van de nood een deugd te maken. Ze maakten de restanten van de oude fabriek onderdeel van het park, wat bizar gevormde staketsels oplevert, zwart geverfd en voorzien van kleurige graffiti. ’s Zondags wordt er hier gepicknickt, gevliegerd en rommelen de jongens met hun skateboards bij de fontein.
De berg
Als een bewoner van Seattle het heeft over de berg dan gaat het over Mount Rainier, de ruim vierduizend meter hoge kolos die op een paar uur gaans van de stad ligt, maar die altijd op de achtergrond aanwezig is, ook als hij in de wolken verscholen ligt. Want de vraag is steeds: zal de berg vandaag te voorschijn komen? En het is waar, de stad krijgt een dimensie extra als het zodanig opklaart dat Rainier zichtbaar is – The mountain is out, zeggen ze in Seattle. Als je hem eenmaal gezien hebt, blijft Rainier altijd in de coulissen aanwezig. Het is als bij die meest voorkomende foto’s van de skyline van Seattle, genomen met de Space Needle op de voorgrond en downtown daarachter: zonder berg zijn ze niet af. Dan is Seattle niet volledig.
Hoewel ik over het weer niet echt te klagen had eind februari, had ik niet verwacht dat ik nog mijn dag met de berg zou krijgen. Maar toen ik aan het eind van mijn laatste middag in Washington terugreed van Discovery Park over Magnolia Drive, stond hij daar opeens, na een flauwe bocht. Je zet dan haast automatisch de auto aan de kant, in een van de vele parkjes langs die uitzicht bieden, om eens lang en goed te kijken en te genieten van dat imponerende beeld. De berg stuurt ook een uitnodiging: blijf niet in de stad, kom naar de drie nationale parken die om Seattle heen liggen, gebruik Seattle als uitgangspunt van een ontdekkingsreis van Washington State.
Achterhaald idee
Ach ja, die Space Needle. We kwamen hem al een paar keer tegen. Ik heb er een zwak voor. Niet om naar boven te gaan of in het overprijsde restaurant te eten dat om de top draait, maar als fenomeen, als silhouet dat het beeld van de stad bepaalt. Seattle Center was in 1962 het terrein waarop een World Expo werd gehouden, voor jonge, ambitieuze steden hét middel om zich aan de wereld te presenteren (Vancouver en Montreal, en in de vorige eeuw Chicago, deden het zo). De Needle en de Monorail ademen een heerlijk achterhaald idee van de toekomst, een soort Jetsons-wereld van robots op wieltjes met een schortje aan.
Dit voorjaar onderging het hele terrein een flinke opknapbeurt, en het is zeker het bezoeken waard. Maar laat u de top van de Needle maar zitten, het uitzicht vanaf Columbia Center of Smith’s Tower is beter en vooral goedkoper. Ga in plaats daarvan het Pacific Science Center, waar ook kinderen aan hun trekken komen. In de kelder van het Center House, waar het fast food zit, is een Childeren’s Museum gevestigd. Ook het Seattle Childeren’s Theatre in het Charlotte Martin Theatre is de moeite waard – zij het in het Engels natuurlijk. Voor de opera en het muziektheater geldt dat er vaak kaartjes voor de halve prijs zijn te krijgen, een half uur voor het begin van de voorstelling.
Uncle Bill
Legio zijn de verhalen die je in Seattle hoort over Microsoft en over Bill Gates en de andere miljonairs die het bedrijf heeft voortgebracht. Hoewel Bill niet echt populair is, hebben de miljoenen van Microsoft de stad geen windeieren gelegd. Computerbazen zijn behoorlijk betrokken bij de gemeenschap waarin ze leven en dat er een nieuw museum is en een nieuw muziektheater wordt gebouwd, is aan hun giften te danken. Wat heet, Bill’s oude compagnon is eigenaar van de Seattle Seahawks, een basketbalteam dat de stad wat sporttrots heeft gegeven. Met mijn vrienden ging ik naar de opening van het theaterseizoen in het gerenoveerde Paramount Theater – met dank aan een Microsoft-tycoon.
De kans dat u iets van Bill Gates 40-miljoen-dollar-huis aan Lake Washington te zien krijgt, is miniem. Maar als u wilt weten waar de oude en nieuwe rijken van Seattle wonen, dan kunt u het beste met de fiets langs de oevers van Lake Washington rijden, het binnenmeer waaraan Seattle ligt. Washington Boulevard aan de stadkant is de straat waarin Gates woont en waar Kurt Cobain zijn leven beëindigde. Aan de andere kant van het meer ligt Bellevue, de suburb voor de mindere goden van Microsoft. De campus van het bedrijf ligt in Redwood, net achter Bellevue. Maar ja, Bellevue is gewoon een ordinaire suburb waar het voetvolk van Microsoft woont – zeker niet aan Lake Washington.
Kleine genoegens
De laatste avond pak ik weer mijn forensenbootje vanuit downtown. We varen richting zon, die laag hangt boven de Olympic Mountains aan de overkant van de Puget Sound. De wolken zijn roodgekleurd, net als de paar besneeuwde pieken die zichtbaar zijn. Ik sta op het achterdek van de boot, achter me wordt het silhouet van Seattle steeds kleiner, voor me liggen de Olympic Mountains en, aan hun voeten, de dichtbeboste kust van de Puget Sound. Ik realiseer me eens te meer wat een aangename stad Seattle is, maar besef ook dat het nog niet meevalt om uit te leggen waarom ik dat vind. Grote toeristische attracties van de orde van Disney, Golden Gate of Statue of Liberty zijn er immers niet.
Nee, Seattle is de stad van geaccumuleerde kleine genoegens, van de boekwinkel, de cappuccino, de spectaculaire zonsondergang, de karaktervolle wijken, de berg die af en toe opduikt maar er altijd is, de Dungeness krab, de markt van Pike Street, de parken, de zeilboten op de meren, dit bootje vol forensen op de glinsterende Puget Sound, het decor van de stadshorizon met daarboven de jagende wolken. Zoals Newsweek zijn lezers eens vroeg: ‘Iedereen verhuist naar Seattle. Zou u dat ook niet moeten doen?’ Het is het overwegen waard.