Williamsburg is het bekendste gerestaureerde koloniale stadje van Amerika. Tal van beroemdheden brachten er een bezoek, zoals koningin Elizabeth, de Japanse keizer en ook presidenten als Eisenhower, Reagan en Clinton. In 1983 werd in de luxueuze Williamsburg Inn met veel bombarie de economische top voor leiders van industrielanden gehouden. Maar ook miljoenen gewone toeristen brengen een bezoek aan de voormalige hoofdstad van Virginia.
Williamsburg is zo'n beetje het bekendste en populairste ‘living history' museum van Amerika. Zoals het er nu uitziet, is Williamsburg een getrouwe copie van de hoofdstad van de kolonie op 11 november 1775, aan de vooravond van de Onafhankelijkheidsoorlog. In Williamsburg probeert men een hele stad tot leven te brengen door hem te bevolken met mensen die hun vak uitoefenen of de straten en huizen bevolken.
Als zodanig is het een waanzinnig succes. Denk de hordes toeristen weg (en voeg stof en stank toe) en je waant je inderdaad in een ver verleden. Luister naar de mensen die vertellen over hun vak, naar het koetsje op de straat, eet in het restaurant, bezoek het gouverneurshuis of laat de kinderen, die hier bij uitstek aan hun trekken komen, danspasjes oefenen of een vrijwilligersbrigade bemannen. De stad leeft.
Williamsburg werd de hoofdstad toen Jamestown, de eerste nederzetting, aan de andere kant van dit schiereiland, te nat en te ongezond bleek. Men besloot te verhuizen naar de plek waar niet lang tevoren het William and Mary School & College was geopend. Hier werden ook (dat zal kinderen aanspreken) dertien piraten van het schip van Zwartbaard veroordeeld en opgeknoopt in 1719. Hier ging Thomas Jefferson naar school en werd hij later afgevaardigde, net als de andere mannen die rond 1775 over onafhankelijkheid gingen denken. Kortom, hier gebeurde het allemaal in de achttiende eeuw.
Die geschiedenis wordt hier uitstekend verteld, deels in traditionele musea maar vooral in het levende museum. Neem er liefst meer dan één dag voor, het is echt de moeite waard. 's Morgens vroeg zijn de rijen voor populaire delen, zoals het Governor's House en het Capitol Building, het minst lang. Het is ook de moeite waard om ook straatjes achteraf langs te slenteren, te praten met de vaklui over wat ze doen, een pint te drinken in de taveerne, kortom, neem er de tijd voor. De toegangsprijs van $26 per persoon is voor één dag, maar voor $30 krijgt u een Colonist's Pass dat twee dagen geldig is. Voor de meeste bezoekers zal dat voldoende zijn. Wij konden maar één korte dag blijven en ervoeren dat als veel te weinig.