13 Bryce
14 Jacob Lake
15 Grand Canyon
Vanuit Zion nemen we de Zion-Mount Carmel Tunnel, Route 9. Aan de andere kant van de tunnel parkeren we rechts en nemen het wandelpad naar de Canyon Overlook voor een spectaculair zicht op de vallei, op de West Temple en de Towers of Virgin. Ook Checkerboard Mesa, aan het randje van het park, is de moeite van een stop waard. De verticale lijnen op deze rots zijn veroorzaakt door watererosie, de horizontale geven de lagen aan van de duinen die in de loop van de tijd over elkaar zijn geschoven.
We volgen Route 89 North, op weg naar Bryce National Park, het volgende van de vijf parken die Utah rijk is. Op zich is het jammer dat we van deze fascinerende staat niet meer kunnen zien, maar dat zou te veel tijd vergen. We beperken ons dus tot de natuur, al zult u zowel Zion als in Bryce de invloed van de Mormonen op deze staat merken. Het mooiste is dat natuurlijk in Salt Lake City, waar het hoofdkwartier staat van deze Amerikaanse kerkgemeenschap. Het waren de Mormonen die in het barre landschap van Utah toch de kracht vonden om er een welvarend gebied van te maken.
Natuurlijk probeerden ze dat ook in het zuidelijk deel van de staat, maar zoals u zult ervaren is het landschap er te bar voor landbouw en veeteelt. Zelfs de geharde pioniers, zoals Jacob Bryce, die zijn cabin aan de rand van Bryce Canyon zette, hielden het hier niet lang vol.
Op weg naar Bryce maken we een zijsprong maken naar Cedar Breaks National Monument. Een Monument is bijna altijd net zo interessant als een Park. Vaak is het enige verschil dat het Congres er niet aan te pas is gekomen om het tot park te verklaren. Zo zullen we over twee dagen Grand Staircase-Escalante aandoen, dat door president Clinton in 1996 met één pennestreek tot beschermd monument werd verheven. Cedar Breaks werd door de lokale Indianen `Kring met beschilderde rotsen' genoemd en zoals zo vaak vertelt die Indiaanse naam precies wat het is. Het is een halfrond theater met gelaagde en geÎrodeerde rotsen, aan de voet afgezoomd met bossen van bristlecone pines. De omweg kost twee tweëenhalf uur.
Vanuit Cedar Breaks nemen we Route 143 North tot we de 89 kruisen bij Panguitch, waar we rechts gaan (South). Na zeven mijl volgt de afslag naar Bryce Canyon National Park. Bryce bestaat uit gelijksoortige `beschilderde rotsen'. Het verschil met Zion is meteen duidelijk: dit is veel meer een kijk-park. De sport hier is de zonsondergang en zonsopgang te zien die de geërodeerde zuilen en zuiltjes, hoodoos genoemd, in prachtige gloed zet. Sunset Point is vanzelfsprekend het punt voor het einde van de dag, zoals Sunrise dat is voor de volgende ochtend. Voor de de wandelaar is de gemakkelijke Queen's Garden Trail en de wat moeilijkere Navajo Trail een uitdaging. De Rim Trail is negen kilometer lang. Vanaf Sunset Point hebben we het beste uitzicht op het theater van puntige rotsen, met aan de horizon, meer dan honderd kilometer verder, Navajo Mountain. Een canyon is Bryce eigenlijk niet, meer een hoefijzervorming theater. De weg door het park voert naar het zuidpuntje, naar Rainbow Point, langs Natural Bridge.
De volgende ochtend staan we vroeg op om ons bij de kleine menigte te voegen die al bij Sunrise Point staat om de inderdaad spectaculaire zonsopgang mee te maken. Prakisch gezien is het dan ook verstandig om in het park te kamperen of te overnachten in de lodge. Anders komt u weer buiten het park terecht in Ruby of Panguitch en dan wordt het een flink eind rijden, zo 's ochtends vroeg. Vanuit de lodge is het honderd meter naar Sunrise Point. Het is er trouwens niet warm, zo vroeg en op deze hoogte.
Vanuit Bryce volgen we Route 12 naar Cannonville. Voor de liefhebbers liggen verderop in Zuid-Utah nog drie parken: Capitol Reef, Canyonlands en Arches. Allemaal prachtig maar je moet keuzes maken en we hebben besloten dat ze niet voldoende toevoegen om de omweg te rechtvaardigen. Maar als u de tijd ervoor hebt: mooi zijn ze wel. Ook Moab, een plaatsje dat vaak op toeristische routes staat, kan wat ons betreft overgeslagen worden. Veel te veel volk.
Wij slaan bij Cannonville af naar het zuiden. Kodachrome Basin State Park is een bezoek op zich waard, maar ook een goede plek om te kamperen als dat zo uitkomt. Het state park heeft 67 unieke sigaarvormige zuilen, sand pipes genoemd. We vervolgen de halfverharde weg door het brandnieuwe Grand Staircase-Escalante National Monument in de richting van Route 49. Deze Cottonwood Canyon Road kan bij slecht weer beter niet genomen worden en de auto moet ook niet te laag liggen (geen campers hier). De Rangers bij Kodachrome Park weten hoe de weg erbij staat. Onderweg komt u langs de unieke dubbele boog van de Grosvenor Arch en de Cottonwood Canyon.
Alternatief:
Rijdt door op Route 12, die zelf trouwens een van de mooiste van Utah is, tot voorbij Escalante en neem dan rechts de Hole-in-the-Rock weg over het Kaiparowits Plateau. Hole-in-the-Rock was de plek waar de Mormonen op hun beroemde trektocht naar het Westen de Colorado overstaken. Tegenwoordig valt er niets over te steken, wel is er een mooi uitzicht over Glen Canyon.
Eenmaal op Route 89 aangekomen gaan we rechtsom naar Kanab, Fredonia en dan een uitstapje naar Pipe Spring National Monument, terug naar Fredonia en zo naar de North Rim. Wat zo leuk is aan Pipe Spring is dat het er minder gaat om de natuur maar om de mensen die er gewoond hebben. Indianen, pioniers, veelwijvende Mormonen, soldaten: een leuk beeld van het leven aan de frontier. We overnachten in Fredonia of op het kampeerterrein bij Jacob Lake. In beide plaatsen zijn ook veel motels.