Overnachten aan Tuolumne Meadows (dag 7), Lake Tahoe (dag 8), langs Route 50 (dag 9) en in Great Basin (dag 10)

7 Tuolumne Meadows

8  Lake Tahoe

9 Route 50

10 Great Basin

De rest van Yosemite Park bestaat uit een prachtig bergpark van zevenhonderd vierkante mijl. Daar komt u niemand tegen, in tegenstelling tot de vallei.
We vervolgen daarom onze tocht over de weg naar de hoogste bergpas van Californië, de Tioga Pass. Zo druk als de vallei is, zo rustig, onbedorven en eenzaam is dit deel. Hier heerst de wandelaar, de kampeerder en tegenwoordig helaas ook de krachtfietser. Aan deze weg, die 's winters gesloten is, liggen een stuk of vier kampeerterreinen. (check het weer hier)
Heeft u meer ambitie? Vanuit Tuolumne Meadows zijn zes zogenoemde High Sierra Camps te bereiken, ruwweg in een cirkel gelegen, ieder op vijftien kilometer afstand van de volgende. Je kunt er niet alleen kamperen maar ook kleine cabins huren, met lakens en dekens, in de stijl van een alpenhut. Tussen de vallei en de Meadows loopt het John Muir Trail (of klik hier met faq's), vergelijkbaar met het Appalachian Trail aan de oostkust. Zo ambitieus zijn we niet, maar we overnachten op de campground van Tuolome Meadows om een stuk van het John Muir Trail te lopen.

Hier op de hoogvlakte is het klimaat meer alpine-achtig. 's Winters ligt hier een dikke laag sneeuw en is het gebied totaal afgesloten. Dat is te merken aan de bomen, die minder volgroeid zijn dan lager, in de vallei. De klimaatzones in Yosemite Park variëren van woestijn- tot alpine-achtig. Wie wandelt, komt 's zomers vanuit de hete, droge canyons waar de dennebomen nauwelijks schaduw bieden, in de groeven met espen en hoger nog bij de jeneverbesstruiken, die aan de door de gletsjers afgeslepen hellingen hangen. De Pacific Crest Trail, voor de echte hikers, voert in de richting van de Sierra toppen en komt ruim boven de boslijn.

Mono Lake

Aan het eind van de Tiago Pass Road, of 120 East, ligt het plaatsje Lee Vining. Het ligt aan Mono Lake, een spectaculair meer dat zoín zevenhonderd duizend jaar oud schijnt te zijn. Het meer heeft geen natuurlijke afwatering en omdat het twee keer zo zout als de oceaan zijn bij verdamping een soort zouttorens ontstaan (of klik hier). Een paar kilometer naar rechts op de 395, voert de 120 naar Mono Lake Tufa State Reserve, waar we dat van nabij bekijken. De vraag naar water van de grote steden aan de kust, is er verantwoordelijk voor dat de waterspiegel steeds lager komt te liggen. Klik hier voor een webcam view van nu.

We staan nu voor de keuze om via een noordelijke slinger langs Lake Tahoe, de woestijn van Nevada en Great Basin National Park naar de parken van Utah te gaan, of via een zuidelijke slinger door Death Valley National Park en Las Vegas.
Mensen die vaker deze site hebben bezocht, weten dat we weinig geven om Las Vegas en het afraden om in de zomer naar Death Valley te gaan. Maar voor de liefhebbers hebben we het toch ingepast. Klik hier.

Wij gaan hier verder noordwaarts op Route 395, richting Lake Tahoe. Na 25 mijl staan er aanwijzingen richting Bodie, een van de bekendste ghost towns van de Verenigde Staten (klik hier voor foto's). Het is gelukkig een State Historic Park geworden, zodat het beschermd is tegen de commerciële overwoekering, maar we waren er niet alleen. Na deze aardige tussenstop volgen we Route 395 North tot Gardnerville. Daar nemen we Route 207 naar het stadje Stateline, net zo bizar als zijn fantasieloze naam suggereert.

Stateline

Aan de Californië kant van de staatsgrens liggen de motels en de eettenten, aan de Nevada kant de casino's. Meer is het niet. Het is een aardige introductie tot Lake Tahoe, een grootste alpinemeer in de Verenigde Staten. Zon en frisse luchtzoekers uit Californië hebben hier voor wel erg veel bouwactiviteit gezorgd, van zonnebanken tot overdreven luxueuze huizen. In antwoord daarop heeft de National Park Service een Rim Trail aangelegd, helemaal rond het meer. Te veel voor ons, maar bij Elk Point zoeken we wel Nevada Beach op, een groot strand en een kampeerplaats, maar die is zo populair dat het soms moeilijk is een plek te vinden.

We rijden verder naar het noorden, naar Lake Tahoe-Nevada State Park. Dit is een befaamd park met een tunnel die dateert uit het begin van de twintigste eeuw en een tunnel uit de prehistorie, die volgens de overlevering zou zijn gemaakt door de Grote Geest met een speer. Wandelen en kamperen en zelfs een strand, Harbor Beach, met water dat soms zo opgezweept is dat je er kunt surfen (op schuimborden want zoet water draagt minder goed). Een mooie excursie van hieruit is naar Donner Memorial State Park in Truckee, herinneringen aan een desastreuze trektocht in 1847.

Naast het state park ligt Carson City, de hoofdstad van Nevada. Geen wereldwonder, maar wij stoppen altijd bij State Capitols (zie geschiedenis). Nog afgezien van de bouwwerken zelf, een klassiek model hier maar bekleed met zilver, bieden deze gebouwen meestal mooie tentoonstellingen over de gechiedenis en vertellen ze hoe de bewoners van een staat zichzelf zien. Lang blijven we niet, want van hieruit maken we onze grote woestijnoversteek.

Route 50 van Carson City helemaal naar de andere kant, naar Ely, en vandaar naar Great Basin National Park, is maar liefst 340 mijl, ruim vijfhonderd kilometer. Dit is de oude Lincoln Highway die voor de komst van het Interstate systeem dwars door het land ging. Na de opening van de I-80 werd de 50 de `eenzaamste weg' van het land genoemd (klik hier voor een verhaal met foto's). Gelukkig is de hele route mooi genoeg om in de Rand McNally een groen stippellijntje te krijgen- altijd een goed teken. En het is een weg die oost-west loopt en dus altijd heuvels en nieuwe landschappen biedt (op de 93 zullen we verderop meer eenzaamheid ervaren: een noord-zuidweg die door een vallei loopt oogt saaier). Onderweg zijn genoeg mogelijkheden om te overnachten als we er genoeg van krijgen en de stadjes Austin, Eureka en Ely liggen keurig op een uur rijden van elkaar.

Minder bekend juweel

We hebben onderweg overnacht (bij het prachtig gelegen Cave Lake State Park) en checken 's ochtends meteen in op de kampeerplaats. Great Basin is geen druk park, maar in het seizoen loopt de camping wel eens vol. Dit is de strategie om niet 's avonds weggestuurd te worden.

Great Basin National Park is een van de minder bekende juweeltjes in het Nationale Parksysteem. Dit gebied is pas in 1986 een park geworden, een gebied rondom de Lehman Caves die al National Monument status hadden. Vanwege de afgelegen locatie is dit van alle parken op onze reis zonder meer het meest rustig en sereen. Het park is opgezet om de natuur van het Great Basin ecosysteem te laten zien – dit enorme gebied heet zo omdat de regen die er valt niet naar zee wordt afgevoerd. Op het eerste gezicht ziet het er misschien monotoon uit, maar zoals al die woestijnlandschappen is dat zeer bedrieglijk. Door de hoogteverschillen binnen Great Basin is de flora en fauna gevarieerd. Op een relatief klein oppervlak zien we niet alleen een woestijngebied maar ook gletsjers op de flanken van Wheeler Peak en grotten met stalagmieten en stalagtieten in Lehman Caves.

We gebruiken de ochtend voor de Wheeler Peak Scenic Drive met een flinke wandeling. 's Middags nemen we de cave tour waarvoor we al vroeg kaartjes hebben gekocht. De volgende dag wandelen we de Wheeler Peak Summit Trail, een stevig klim van vijftien kilometer, tot vierduizend meter hoogte. Hij vertrekt vanaf Wheeler Campground en de rangers adviseren ons vroeg te gaan omdat het in de namiddag vaak onweert.

Praktische informatie: Great Basin National Park

Vier kampeerplaatsen binnen het park. Maar het zijn in totaal maar honderd plekken en die lopen in het weekend vaak vol. Geen hotels in het park, wel in Baker, vijf mijl van de ingang en op de grens van Utah en Nevada de Border Inn. Ook mogelijkheden in Ely, maar dat is zeventig mijl verder.