Alamo en de onsterfelijke roem

De slag in Texas resoneert door de Amerikaanse geschiedenis

In 1836 doodden de Mexicanen de verdedigers van een oude missiepost in San Antonio tot de laatste man. Veel leverde het de Mexicanen niet op, maar de verdedigers bereikten onsterfelijke roem. Toch weten we nu dat de ware toedracht niet helemaal overeenstemt met de mythe die is ontstaan. Maar doet het er wat toe?

Door Frans Verhagen

Davy Crockett stierf in de Alamo. Zoveel is zeker. De pionier met zijn typische muts met wasberenstaart werd op 6 maart 1836 door Mexicaanse soldaten gedood. Minder duidelijk is hoe dat gebeurde. In de traditionele interpretatie was Davy een van de laatste van de 180 verdedigers van deze versterkte missiepost, tenslotte met zijn geweer om zich heen maaiend toen de kogels op waren, tot hij zelf gedood werd. In de variant van de Mexicanen, was Crockett een van slechts vijf overlevenden en werd hij na de slag geëxecuteerd. De Mexicaanse versie is minder opwindend maar waarschijnlijk wel de juiste. Uiteindelijk waren zij erbij en, belangrijker misschien, ze hadden de film over de Alamo niet gezien.

AA012559

Een bezoek aan de beroemdste plaats van Texas en een van de schrijnen van de Amerikaanse geschiedenis nodigt uit tot reflectie. Niet zozeer over de heldendaden van pioniers aan de Amerikaanse frontier, hoewel dat ook. Maar ook over de waarde van mythes voor een nationaal gevoel, de arbitraire toekenning van good guys versus bad guys etiketten en de perfide invloed van films en Hollywood fantasieën op de manier waarop geschiedenis voortleeft. We hebben het al vaker gezien. Pocahontas, Birth of a Nation, JFK, Nixon, Amistad: films worden niet gemaakt om de historische werkelijkheid te tonen maar om te appelleren aan allerlei gevoelens die van een film al of niet een succes maken. Complexiteit en ambigue moraal behoren daar niet toe.

Zo loop je in San Antonio’s Alamo rond met het gevoel dat je bij de neus genomen wordt. De National Park Service doet zijn gebruikelijke best om context te verschaffen maar die kan niet op tegen de mythe. De Amerikaanse versie van onbaatzuchtig heldendom, persoonlijke moed en cruciale veldslagen, de vergelijking met de Slag bij Thermopylee, heeft mede vormgekregen door de Davy Crockett televisieserie in de jaren vijftig en de film ‘De Alamo’ met John Wayne in de hoofdrol, en levert voortdurend slag met de zekerheid dat het zo in elk geval niet gegaan kan zijn. Een stapel geschiedenisboeken biedt soelaas. Niet dat je nu precies weet hoe het is gegaan, laat staan wat de motieven van de diverse hoofdpersonen waren, maar in elk geval doemt een beeld op van de Alamo dat in zijn historische ontwikkeling intrigerend en complex is, en interessant, niet alleen als gebeurtenis, maar zeker ook als doorgegeven historische mythe.

Drie bekende Amerikanen

Voor het voortleven in de historie van deze marginale missiepost in San Antonio, toen nog deel uitmakend van Mexico, helpt het dat maar liefst drie bekende Amerikanen het leven lieten in de Alamo. Twee van hen, Davy Crockett en Jim Bowie, waren al beroemd maar ze zagen hun faam voorgoed geratificeerd. De ander, William Barret Travis, heeft het enkel en alleen aan de Alamo te danken dat hij nog aanwezig is in het Amerikaanse bewustzijn. Davy Crockett was de ultieme frontierman, ex-congreslid, spreker voor het volk, legendarisch jager, dronkenman en natuurmens. Jim Bowie dankte zijn faam aan zijn strijdlust, zijn weigering om ooit op te geven en zijn bereidheid om het door zijn broer ontwierpen gigantische mes dat naar hem is genoemd, met dodelijke kracht te gebruiken. William Travis was een beroepsmilitair die als leider van de verdedigers de glorie kreeg die hem bij leven waarschijnlijk nooit zou zijn toegevallen.

Ook is het nuttig dat drie kreten die met de Alamo hebben te maken deel geworden zijn van het Amerikaanse collectieve gedachtengoed en tot op de dag van vandaag worden gebruikt. Ze kunnen gehanteerd worden juist omdat de Alamo in de loop van de tijd larger than life is geworden. De eerste is het motto ‘Victory or Death’ waarmee Travis een oproep aan ‘Texanen en alle Amerikanen’ ondertekende waarin hij hulp vroeg bij het verdedigen van hun hopeloze positie, maar die, Travis voelde al aan welke kant het opging, vooral duidelijk maakte waarom zij zich opofferden voor het grote goed van Texas. De tweede is ‘Remember the Alamo’ als motto waaronder een paar weken na de Alamo generaal Sam Houston dezelfde Mexicanen die in San Antonio hadden gewonnen, in de pan hakte, waarmee hij de onafhankelijkheid van Texas bezegelde. De kreet is in de loop der jaren een soort yell geworden voor Amerikaanse soldaten die ten strijde trekken. En tenslotte is er de beroemde ‘Line in the Sand’, de door Travis met een stok in het zand van de missiepost getrokken streep die de bokken van de schapen scheidde. Aan de vooravond van de beslissende slag trok Travis een streep, zo wil de overlevering, en nodigde iedereen die met hem de Alamo zou verdedigen uit om erover heen te stappen. Op één man na, die meer levensverlangen had dan zucht naar een heldenstatus, deden ze dat allemaal. De lijn in het zand werd met succes gebruikt door president Bush toen hij in 1990 wilde onderstrepen dat Amerika na de Iraakse bezetting van Koeweit zich niet aan engagement kon onttrekken. Toen hij conflict in die termen omschreef, wisten Amerikanen wisten precies wat hij bedoelde.

Historische nauwkeurigheid

Dat de Alamo een tamelijk zinloze strijd was, zowel van Mexicaanse als van Amerikaanse kant, waarin drie mannen die op een dood punt in hun leven waren aangekomen en op zoek waren naar actie, flink wat tegenstand boden, dat is een te eenvoudige vaststelling om veel mensen te bevredigen. Doet het er wat toe? Vanuit het gezichtspunt van de historicus, ongetwijfeld. Maar soms overstijgt de waarde van mythe de historische nauwkeurigheid. Zeker, Thomas Jefferson schreef over gelijke rechten en hield allerlei hoogstaande principes op, maar de derde president hield er slaven op na, had bij één van hen vijf kinderen terwijl hij ondertussen pruttelde over de onverstandige vermenging van rassen. Natuurlijk wil ik dat weten, maar dat betekent nog niet dat Jefferson geen groot renaissancepersoon was, geen voorbeeld voor de natie van intellectuele en persoonlijke zeggingskracht.

Was Davy Crockett, die we vooral kennen als een galante frontierman met een raar hoedje, een dronken ex-Afgevaardigde met permanente financiële problemen, alleen maar in Texas in de hoop dat avontuur en actie zijn politieke carrière zou kunnen doen herleven? Ja, vast. Goed om te weten. Is het belangrijk je te realiseren dat dit Amerikaanse opstandelingen waren in een Mexicaanse provincie? Nou, dat plaatst het geheel wel in perspectief: die Mexicanen waren niet simpelweg bloeddorstige killers.

Maar het mythische verhaal van de Alamo zou ik ook niet kwijt willen. En je kunt het ook niet zomaar opzijzetten. Als onderdeel van de Amerikaanse sociologie is de mythe van de Alamo een belangrijk fenomeen. So what als die Texanen niet precies wisten wat er in de missiepost gebeurd was toen ze een paar weken later ‘Remember the Alamo’ riepen bij hun aanval op het leger van generaal Santa Anna. Het werkte. Texas werd onafhankelijk, Mexico trok zich terug.

En zo blijft de Alamo interessant, misschien niet als missiepost of museum, maar in elk geval als schrijn van de Amerikaanse democratie. Daarom ga ik er ook heen en daarom heb ik sinds mijn bezoek een hele stapel boeken en artikelen gelezen over de Alamo, allemaal met een net iets andere invalshoek. Want de strijd om de Alamo was een onderdeel, een minimaal onderdeel, van de Texaanse onafhankelijkheidsoorlog die een paar duizend blanke pioniers voerden tegen de regering van Mexico, die uiteraard niet bereid was de provincie zonder slag of stoot op te geven. Wie is de good guy, wie de bad guy? Hollywood weet dat altijd, maar de werkelijkheid is dat de ‘good guys’ zich uiteindelijk een heel continent hebben toegeëigend op een manier waarin good en bad moeilijk uit elkaar te houden waren.

Losgeslagen bende

Het beleg en de slag waren op zich niet vreselijk bijzonder. Raar was het dat ze plaatsvonden. Want de Alamo was dan wel de laatste verdedigingspost voor de anglo-nederzettingen, maar hij had ook gewoon genegeerd kunnen worden. Santa Anna had het fort links kunnen laten liggen. Van hun kant hadden de meeste Texanen al besloten dat het niet te verdedigen viel. De Texaanse aanvoerder Sam Houston had Jim Bowie erheen gestuurd met de opdracht om het fort te ontmantelen en op te blazen. Eenmaal in de Alamo, die door Travis en de andere militairen al tot fort was omgebouwd, raakten Bowie en zijn vrijwilligers gegrepen door de plek. Dat overkwam ook Crockett toen hij er in februari 1836 met twaalf reisgenoten arriveerde, na een met drank overgoten tocht uit Tennessee. Crockett had geen leiderschapaspiraties. Bowie en Travis wel, en dat leidde in eerste instantie tot een tweespalt tussen de vrijwilligers, een losgeslagen bende die alleen naar Bowie luisterde, en Travis, de militair, die de reguliere soldaten aanvoerde. Ze besloten de macht te delen. Bowie als aanvoerder bleek overigens een flop: in dronken willekeur raasde hij door San Antonio. Gelukkig voor de verdedigers werd Bowie al snel ernstig ziek: toen de belegering begon lag Bowie rillend van de koorts op bed. Travis toonde zich een uitstekende leider.

De verdedigers konden overigens niet erg onder de indruk zijn van hun fort. De in 1718 gestichte missiepost had na 1800 lange tijd leeggestaan en was daarna gebruikt als door Spaanse militairen, waaraan het de misplaatste naam fort had overgehouden. Na de Mexicaanse Revolutie in 1821 was Alamo verlaten en hadden lokale bewoners er hun intrek genomen.

Zoals alle missieposten ging het om een rechthoekig plein omringd door tenen muren van drie tot vier meter hoogte. De westmuur, de kant naar de stad toe, werd gevormd door een serie adobe gebouwen, terwijl de oostmuur een gebouw van twee verdiepingen bevatte, de long barracks. De vervallen kerk stond daar ten zuiden van, met muren van zeven meter hoogte. Het dak was zestig jaar tevoren ingestort en nooit gerepareerd, wat veel zegt over de staat van de Spaanse missies. De hoofdingang was ten westen van de kerk en voerde door een gebouw van één verdieping dat de low barracks genoemd werd. Tussen de kerk en de low barracks lag een gat van 45 meter breedte, versterkt met aarde en boomstammen, waarvan iedereen onmiddellijk kon vaststellen dat dit het zwakste punt was van de verdediging.
De Texanen hadden 21 kanonnen buitgemaakt op Cós, hadden een flink aantal musketten en 16.000 rondes munitie. Overigens ging het met het onafhankelijkheidsstreven maar matig. Het leger was een ongeordend rommeltje, er was veel onderling gekijf en ieder moment konden de opstandelingen of degenen voor wie ze onafhankelijkheid wilden, de kuierlatten nemen naar veiliger oorden. Terwijl de Alamo belegerd werd, zaten de leiders van de opstand bijeen om een grondwet aan te nemen.

Bowie hoopte dat het behoud van de Alamo een soort keerpunt zou kunnen worden voor Texas en zijn aspiraties. Op een andere manier dan hij bedoelde, kreeg hij zijn zin. Het valt inderdaad te betogen dat door het oponthoud bij de Alamo de Texanen de gelegenheid kregen min of meer orde op zaken te stellen, terwijl het Mexicaanse leger een flink aantal van zijn beste soldaten verloor. Zou het verschil gemaakt hebben? Doet het er wat toe?

Oude vechtjas Crockett

Op 21 februari arriveerde de president van Mexico, de dictator generaal Antonio Lopez de Santa Anna, binnen schootsafstand van de Alamo. Hij zou een verrassingsaanval gepleegd hebben als hij niet was opgehouden door de hoge waterstand van de rivier. Toen de eerste berichten kwamen dat hij al zo dichtbij was, gingen de Mexicaanse bewoners van San Antonio er vandoor, terwijl de verdedigers zich in hun fort terugtrokken, hopend dat er op tijd versterking zou komen.

Santa Anna sloeg zijn tenten op net buiten San Antonio en eiste onmiddellijke overgave (het waren uiteindelijk rebellen). Tegelijkertijd had hij een rode vlag met een doodshoofd en beenderen aan de toren gehangen, een teken dat hij geen genade zou kennen (hij was er erg op gebrand om de nederlaag te wreken van zijn zwager, generaal Cós, een paar weken tevoren). Het antwoord van Travis was een kanonschot, waarmee de leider van de verdedigers zijn punt duidelijk maakte – Hollywoods scriptschrijvers zouden het niet beter hebben kunnen bedenken.

De oude vechtjas Davy Crockett had de opdracht gekregen het zwakste punt van het fort te verdedigen, het gat naast de kerk dat gevuld was met zand, boomstammen en een structuur van spiesen. De missiepost was sowieso moeilijk te verdedigen. Zo had het met zijn adobe muren wel veel massa maar geen schietgaten, zodat verdedigers steeds boven de borstwering moesten uitkomen om te schieten. Dat maakte ze een gemakkelijk doelwit. Toen op 25 februari een eerste aanval kwam, werd de Mexicanen nog gemakkelijk afgeslagen. Daarna namen die het er rustig van.
De belegering duurde dertien dagen en Travis voelde steeds sterker dat de toestand onhoudbaar was. Maar het was zijn doelstelling om Santa Anna op te houden zodat het Texaanse leger zich kon organiseren, dus hij ging door – al had hij zich ook op het laatste moment nog kunnen terugtrekken. Volgens de overlevering nam Travis op de avond van de twaalfde dag zijn zwaard, trok met de punt een lijn in het zand en gaf zijn mannen de keus. Hij bood ze de kans om te ontsnappen uit het fort voor het te laat was – de gaten in de belegering waren zodanig dat dit geen probleem hoefde te zijn. Eén man koos daarvoor. Travis gaf hem een hand en zorgde dat hij veilig door de vijandelijke linies kwam. De rest vertelde hij: ‘Degenen van jullie die bereid zijn hun leven te geven voor de vrijheid, kom hierheen’. Allemaal stapten ze over de lijn heen, inclusief de doodzieke Bowie die er strompelend overheen werd geholpen. Het waarheidsgehalte van dit prachtige verhaal is uiterst twijfelachtig, maar het is er niet minder mooi om.

Op dat moment waren de verdedigers al danig verzwakt. De Mexicanen hadden hen afgemat met kanonschoten, martiale muziek en wisselende signalen dat de aanval op til was, zonder tot actie over te gaan. De verdedigers werd geen rust gegund. Niet alleen waren de voorraden in het fort zo goed als op, het moet er ook ongelooflijk smerig geweest zijn. Bowie lag ondertussen op sterven, maar hij was niet de enige die uitgeschakeld was door koortsaanvallen: bijna een kwart van de mannen was ziek. In de tussentijd waren er weliswaar 32 extra verdedigers op komen dagen maar de hulp van het Texaanse leger was ondanks Travis’ oproep aan de natie niet in zicht.

Gevechten van man tegen man

Tegen het advies van zijn assistenten die wilden wachten tot het fort vanzelf in hun handen viel, besloot Santa Anna dat het mooi geweest was. Op zondagochtend 6 maart, één uur voor zonsopgang, vielen de Mexicanen aan. In eerste instantie keurig in het gelid, wat het voor de uitstekende schutters die de verdedigers waren, wel erg gemakkelijk maakte om de eerste golven af te slaan. Maar dat lang viel dat toch niet vol te houden, zeker niet nadat Travis bij de eerste doorbraak over de noordelijke muur in het hoofd werd getroffen. Na een paar uur moesten de resterende verdedigers zich terugtrekken in de barakken en de kerk. Daarop gebruikten de Mexicanen een kanon van het fort zelf om de kerkdeur open te schieten, waarna in gevechten van man tegen man, alle verdoofde en verdaasde verdedigers op vijf na werden afgeslacht, inclusief Jim Bowie. De overlevenden werd genade beloofd door de dienstdoende officier, maar Santa Anna was minder vergevingsgezind en liet hen alsnog doodschieten. De lichamen van de gevallen Amerikanen werden op een grote stapel gelegd, met hout omringd en in brand gestoken. De restanten werden later begraven maar nooit gevonden.

Een paar maanden later was Texas onafhankelijk, zoals de legende het wil, mede dankzij de herinnering aan de Alamo. Sam Houston werd president. Een succes was de Lone Star niet, daarvoor was de regio te zeer uitgeput door de strijd en te slecht georganiseerd. Het was onvermijdelijk dat in december 1845 Texas als staat werd toegelaten tot de Verenigde Staten (hoewel een groot aantal Amerikaanse politici er weinig voor voelden om een slavenstaat erbij te krijgen, hakte na de verkiezing van president Polk, het Congres de knoop door.

Zes vlaggen over Texas

In de Alamo krijgt de bezoeker niet veel gevoel voor de aard van de bravoure aan de frontier. De kale muren, de hal van de kerk: ze lijken nauwelijks het verdedigen waard en zeker niet opgewassen tegen een aanstormend leger. Dat had Sam Houston waarschijnlijk goed geziens toen hij besloot het fort te laten lopen. Er zijn nog mooie voorwerpen te zien, zoals het ranke geweer van Crockett en een paar van Jim Bowie’s befaamde messen. Aan de muur hangen de zes vlaggen die over Texas hebben gewapperd: Frankrijk, Spanje, Mexico, Texas, d Confederatie en de Verenigde Staten. Er wordt verteld over de overlevenden die wel mochten vertrekken: een paar vrouwen en kinderen en een zwarte slaaf (Santa Anna liet hem fijntjes weten dat Mexico geen slaven hield en hij vrij was te gaan).

Voor de kinderen die op de stoep voor de Alamo geschiedenisles krijgen, blijft het een gemakkelijk en redelijk begrijpelijk verhaal. De bad guys maakten de good guys af in een mislukte de Texaanse onafhankelijkheid, die weldaad voor de mensheid, tegen te houden. Davy Crockett, Jim Bowie en William Travis offerden onbaatzuchtig hun leven om de andere Texanen – en Amerikanen – de kans te geven hun onafhankelijkheid te verwezenlijken. Het is een versie van de geschiedenis die werkt. Maar het is niet de mooiste variant. Zoals zo vaak blijken de persoonlijke motieven van deze helden, de rolverdelingen van good en bad guys, toeval en onvoorspelbare elementen veel interessanter dan de doorgegeven gesimplificeerde mythe. Zo blijkt een bezoek aan de Alamo stukken aardiger dan had mogen verwachten – vooropgesteld dat je er wat omheen leest. Anders kun je beter naar de film gaan.