In de jaren zeventig begon causeur en schrijver Garrison Keillor in zijn radioprogramma met verslagen uit een fictief plaatsje in Minnesota, dat hij Lake Wobegon noemde. Voor veel mensen is het inmiddels een bestaand stadje, waarvan ze soms meer weten dan hun eigen stadje. Dat komt, zegt Keillor, omdat ze zelf de details invullen bij de schets van de typisch Amerikaanse omgeving die hij hen geeft.
Tekst door Frans Verhagen
Iedere Amerikaan kent wel A Prairie Home Companion, een radioprogramma dat al 25 jaar wordt uitgezonden op de late zaterdagmiddag. Het is een mengeling is van volkshumor, liedjes en sketches, gewoon een gezellig uurtje live radio vanuit het theater in Minneapolis, Minnesota. De presentator, schrijver en drijvende kracht achter het programma is Garrison Keillor. Zelf een kind van de kleine stadscultuur van Minnesota, waar zich in de negentiende eeuw veel immigranten vestigden uit Scandinavië, heeft Keillor bij wijze van divertissement in zijn programma een fictief stadje geschapen, waarover hij iedere week een nieuw verhaal vertelt.
In Lake Wobegon, zo meldt Keillor steeds, zijn ‘de vrouwen sterk en de mannen aantrekkelijk en alle kinderen bovengemiddeld'. ‘Gooi nog een blok hout op het vuur en luister.' De verhalen begonnen altijd met ‘It's been a quiet week in Lake Wobegon' en dan iets over het weer, geen onbelangrijke informatie in een staat als Minnesota. Als luisteraar zit je dan al klaar, kien op nieuws over het stadje.
Het succes van de serie was enorm. Veel mensen herkenden iets uit hun verleden, van de plaats waar ze opgroeiden, of van een tijd toen het leven nog overzichtelijk en duidelijk was. Zelfs luisteraars die nooit op het platteland hadden gewoond of mensen die in Lake Wobegon alleen maar een ideaaltypisch stadje uit een geïdealiseerd verleden herkenden, vielen voor de charmes van deze rasverteller.
Lake Wobegon (pop. 942) dankt zijn naam, aldus Keillor, aan een woord uit de taal van de Ojibwa Indianen, wat zoveel betekent als ‘de plaats we de hele dag op je gewacht hebben in de regen'. Waarom stond het op geen enkele kaart? Wel, zegt Keillor, toen de landmeters na de Burgeroorlog Minnesota opmaten en vanuit de vier hoeken van de staat naar het midden werkten, kwamen ze in het centrum erachter dat ze meer Minnesota hadden gemaakt dan paste tussen de staat Wisconsin en de Dakota's. Ze legden daarom die extra hoeken over elkaar heen waarbij Lake Wobegon helaas onderop kwam te liggen. Keillor schittert in dit soort elegante fictieve constructies.
In het stadje wonen Duitse katholieken en Noorse Lutheranen. De Noren stemmen altijd Republikeins, uit een zeker statusbewustzijn, en de Duitsers altijd Democratisch, van de weeromstuit. In Lake Wobegon gaan de katholieken naar de kerk van Our Lady of Perpetual Responsibility en de Lutheranen naar de Lake Wobegon Lutheran Church (David Ingqvist, pastor). De klusjeman van het stadje is Carl Krebsbach, er is Art van Art's Bait & Night O'Rest Motel en Dorothy van de Chatterbox Cafe, waar de caramel rolls de grootte hebben van een softbal, en niet te vergeten, Wally van de Sidetrack Tap, de lokale bar. Het is zo'n stadje waar alle Lutheranen rijden in een Ford gekocht bij Clarence van Bunsen Motors, alle katholieken in een Chevy van Florian van Krebsbach Chevrolet.
Keillor excelleert in het weergeven van de dagelijkse pietpraat. Hij verhaalt van de conversatie tussen Noorse ongetrouwde boeren, zittend op de bank voor Ralph's Pretty Good Grocery. Hoe is het met je? O, niet slecht, hoe is het met jou? Druk geweest. Ja, rust roest alleen maar. En dan zo verder. Gewoon, conversatie zoals je die bij de bakker of de slager hebt. Keillor jongleerde wat met een verhaal en kwam uiteindelijk tot de afsluiting ‘And that's the news from Lake Wobegon'. In het boek, Lake Wobegon Days, vertelt hij hoe een auto die in 1952 door het ijs was gezakt nu ieder jaar in maart op het ijs wordt gezet met een stevig touw om zijn achteras, waarbij de bewoners kunnen inzetten op de datum dat hij erdoorheen zakt. De opbrengst gaat naar een goed doel. En het klinkt alleszins plausibel dat alleenstaande boeren (het valt op het platteland niet mee om een echtgenote op te duikelen) vaststellen dat de lente is begonnen als ze ruiken dat ze hun kleren moeten wassen. Het boek is, net als het programma, een combinatie van echte en verzonnen jeugdherinneringen, waarbij Keillor in de loop der jaren zijn fantasie over de geschiedenis van het stadje en de dagelijks ontwikkelingen de vrije loop heeft gelaten.
Desgevraagd zei Keillor altijd dat Lake Wobegon in de buurt lag van Stearns County, ongeveer in het midden van Minnesota. In 1998 doopte de county een fietsroute de Lake Wobegon Trail, aanleiding voor Keillor en fotograaf Richard Olsenius om eens te gaan kijken of de dorpen en stadjes hier inderdaad de vergelijking met Keillors fictieve wereld konden doorstaan. Keillor vond dat Holdingford (pop. 638) het meeste op zijn Lake Wobegon leek. Een downtown met oudere bakstenen gebouwen, een fabriek aan de rivier, een cluster van metalen graansilo's met een verweerde rode wagon op de achtergrond. In Mary's Family Restaurant (formerly Rainbow Cafe) dronk Keillor koffie en at hij de oatmeal raisin cookies en hoorde verhalen over de Armistice Blizzard van 1940. In het nabijgelegen New Munich trof Keillor alles aan wat de Duitse katholieken in Lake Wobegon hebben, inclusief een Munichfest en een gigantische kerk voor de 335 inwoners.
Zelf woonde Keillor ooit in Freeport. Hij verklaart de creatie van zijn fictieve boekenwereld uit zijn falen om de gemeenschap van het stadje te penetreren in de drie jaar die hij er doorbracht, al is het onduidelijk of Keillor ook dit biografisch geheel bij elkaar fantaseert. Als schrijver probeerde Keillor zich voor te stellen wat de verhalen zouden zijn als de mensen in de stad wél tegen hem zouden praten. Nu zagen ze hem als een vreemdeling, een indringer, geen welkome gast in een samenleving die vanaf de anti-Duitse golf tijdens de Eerste Wereldoorlog (en de verdenking tijdens de Drooglegging dat alle Duitsers eindeloos bier drinken) geleerd had voorzichtig te zijn met vreemdelingen. Van zijn eigen fundamentalistische familieleden maakte hij de Duitse katholieken – want zoveel verschilde die afgesloten wereld nou ook weer niet. En hij ontdekte dat als je maar genoeg details weglaat in je fictieve verhaal, de mensen het zelf invullen, ieder naar zijn eigen zin. Zoals Keillor het zelf zegt: ‘Ik doe niet meer dan de woorden uitspreken: graanveld en Moeder en algebra en Chevy pickup en koud bier en zondagochtend en rabarber en eenzaamheid, en de mensen maken daar hun eigen beelden bij.'
De foto's in Amerika 2001/02 scheppen een concreet beeld van een Amerikaanse plattelandswereld. Een wereld waar de homecoming queen in ere wordt gehouden, waar de schoolbus dagelijks de kinderen oppikt en terugbrengt, waar vee en landbouw het dagelijks leven bepalen, en 's winters ijsvissen en schaatsen, waar jongens bij elkaar komen onder de brug, en oude mannen in de coffeeshop. Een wereld die overzichtelijk is en rijk aan traditie. En een wereld die, ook in de Verenigde Staten, steeds meer verdwijnt.