Volcanoes NP: altijd in beweging

 

Door Claude-Hervé Bazin

Volgens de mythologie van Hawaii, is elk eiland van de archipel het resultaat van een keiharde strijd tussen twee vijandige zussen: Pelé (Vuur) en Na Mak o Kahai (Zee). In de confrontatie tussen beide godinnen speelden zich verschrikkelijke veldslagen af. De vulkaan spuwde zijn haat en zijn woede uit, liet zijn kwijl lopen in de golven van de oceaan. Maar, steeds weer uitgeput door alle inspanningen, moest Pelé steeds verder afzakken naar het zuidoosten – steeds werd ze verslagen. Terwijl ze een nieuwe berg van van magama opbouwde, begon de zee, langzaam maar zeker, al haar eerder werk te vernietigen, door wind, regen, golven en vaak zelfs ijs.

Als metafoor voor vulkanisme geeft de beweging van Pelé perfect de wetenschappelijke verklaring voor de eilandenreeksen in de Stille Oceaan weer. Een hele reeks, van bijna de Aziatische kust af aan, dankt zijn bestaan aan dezelfde, steeds op de gelijke plaats blijvende ‘hot spot’, een plek waar magma uit de aarde omhoog komt. Deze plek is de vader van alle vulkanische eilanden, die op de schuivende platen van de Pacific zo’n tien centimeter per jaar naar het westen opschuiven en zo steeds een nieuwe plek boven de hot spot leggen, terwijl de vroeger ontstane eilanden eroderen en afvlakken, of zelfs onder water verdwijnen.

Zo ligt op meer dan 2500 kilometer van de hot spot Midway, met een leeftijd van 28 miljoen jaar het oudste eiland van de archipel. Maar Midway heeft nog westelijke buren die ouder zijn (tegen de veertig miljoen jaar) en zo geteisterd door de elemetnen dat ze nauwelijks of niet meer uit het blauw van de oceaan opsteken. Ze bieden een schuilplaats aan meer dan drie miljoen zeedieren en de zeer zeldzame monnnik-zeehond, maar zijn in de loop van de tijd verworden tot kleine hoogtes geworden, banken en riffen, en gedoemd te verdwijnen.

Verder nog naar het westen zijn de Emperor Seamounts, die meer dan vijftig miljoen jaar oud zijn, al onder water verdwenen.

Verder naar het zuiden van Midway, aan de westkant van Kauai, het oudste eiland van Hawaii, moet het ook minstens vijf miljoen jaar gekost hebben om de onvoorstelbare wouden van de steile kustwand van Na Pali te beeldhouwen. Enorme varens en paddestoelen, gevoed door de twaalf meter aan regen die er per jaar valt, getuigen hier van het gigantisme van deze regio. En al deze neerslag is blijkbaar niet voldoende geweest om de top van de vulkaan Kawaikini af te vlakken, die nog steeds 1500 meter boven zee uitsteekt.

Naarmate je verder gaat naar het zuidoosten op de acht eilanden van Hawaii kom je daar waar de elementen de krachtigste tekenen van hun aanwezigheid geven. Eerst is er nog Maui, qua oppervlakte het tweede eiland van de groep, met een van de grootste kraters ter wereld: de Haleakala (‘huis van de zon’), waarvan de top meer dan 3000 meter hoog is. Deze gigantische openlucht oven, met een omtrek van 35 kilometer, slaapt sinds 1790. De kegels van vulkaanslakken zijn nog getuigen van de vulkanische explosies, naalden van lava die in bizarre vormen zijn geërodeerd. Volgens vulkanologen kan Haleakala ieder moment weer wakker worden.

En dan is er het eiland Hawaii, beter bekend als Big Island vanwege zijn omvang. Dit eiland wordt gedomineerd door de Mauna Kea (Witte Berg), een monstrueuze opeenhoping van wat het afgelopen half miljoen jaar uit de aarde is opgeworpen. Gemeter vanaf zijn basis op de oceaanbodem, is het de grootste vulkaan ter wereld: 10.187 meter hoog, hoger dan de Mount Everest. Daarvan liggen 4205 meter boven het wateroppervlak. Op de top ligt een wereldbefaamde sterrenwacht.

Aan de zuidoostzijde van Big Island ligt Hawaii Volcanoes National Park. Het park heeft twee actieve vulkanen: de Mauna Loa en de Kilauea. De Mauna Loa is 4169 meter hoog en kende nog in 1984 zijn meest recente eruptie. Het is de grootste actieve vulkaan ter wereld, zeventig maal belangrijker dan bijvoorbeeld de Etna. De vuren van de Kilauea, weer wat jonger dan Mauna Loa, spugen zonder onderbreking hun gesmolten rots uit in de zee, bijna ononderbroken nieuwe stukken land scheppend en daarmee het proces van verandering van Hawaii permanent houdend.

Volcanoes National Park werd opgezet in 1916, maar het is deel van dit enorme bouwproject dat al zeventig miljoen jaar bezig is en voorlopig nog niet af zal zijn. Op dit moment bevindt Hawaii, het jongste eiland in keten zich boven de hot spot. Nog maar enkele tienduizenden jaren en de Loihi Seamount, ten zuidoosten van Hawaii’s Big Island wordt het volgende eiland.

De cyclische activiteit van Klauea komt overeen met de langzame opeenhoping van magama in het reservoir in het hart van de berg, ongeveer drieduizend meter diep. De krater, met een diameter van vijf kilometer, bevat tegenwoordig niet meer de zee van lava en gesmolten rots die Mark Twain er aan het einde van de negentiende eeuw aantrof. Maar het was Twain die, door zijn gedeatilleerde beschrijvingen van de bewegingen van de lava, de priester Osmond Fisher op het idee bracht, toen revoluationair, dat de ecorce onderaardse op hetzelfde principe werkt. …. De snelle .. in 1924, maakte een eidn aan de mode van picnikken en crinolines op de berges. In die tijd was het zeer in de mode om een postkaart te sturen, met een ietwat verbrandde postzegel om te getuigen van de authenticiteit.

De twee vulkanen in het park zorgen voor voortdurende verandering. Volcanoes is feitelijk het enige nationale park dat jaarlijks groeit, zonder dat er wetgeving of een bureaucraat aan te pas komt. De kleine cylinder cone die in 1983 de O-vent werd genoemd, is nu een berg van bijna 300 meter hoog die de naam Pu’u’O’o draagt. En dat bergje heeft hele stukken van de oostkust geplaveid met lava en een stukje land op de oceaan veroverd.

Mauna Loa betekent ‘lange berg’. De lange, gloeidne curve van zijn profiel is deel van een perfecte cirkel, die de berg het aanzien geeft van een donkere, gigantische maan van basalt die oprijst over de aarde. Kilauea begon ooit als een bult op de zuidwestflank van de Mauna Loa, is nu op weg om de moederberg te worden en is tegenwoordiger actiever dan haar ouders.

Groen is niet direct de kleur die met dit nationale park samengaat. Er is wel green, vooral in het stuk van het ‘Ola’a’, En de Tree Fern en het ‘Ohi’a Forest aan de noordoostkant van Kilauea is een echt regenwoud en groen genoeg.

Maar dit zijn oases in de zee van lava. Daarop groeien in eerste instantie algemen en lichens, dan pionieren de varens er in de scheuren in het basalt, daarna komen er ‘ohi’a en koa bomen en tree ferns.

Basalt is een veel te saaie naam voor de variaties die lava ka tonen. Door subtiele variaties in de samenstelling en temperatuur en de manier waarop de lava wordt uitgestoten, kan ze vrijwel elke vorm en kleur aannemen. Er is pahoehoe, dat is plaat-lava, en aa, ruwe, klonterige lava. Aa is inderdaad weinig gevarieerd, maar pahoehoe kan alle vormen aanenemn.

Er is vulkanisch zan, er zijn cilinders, er is as. Er is ‘Pele’s haar’, vulkanisch glas dat uit de konen gespuugd is en als fijnae draden in de lucht hangt. Er zijn Pele’s tranen, kleine stukje vulkanisch glas. Er is puimsteen, reticulite, een gouden soort puimsteeen, zo licht dat hij bijna gewichtloos is.

Er is niet altijd iets te zien van de vulkanische activiteiten: soms loopt de lava via onderaardse buizen zo de zee in.

Strandenv an zawrt zand, zoals die er soms wel en soms niet zijn, want de zee en de lava spoelen ze even vrolijk weer weg, ontstaan in bilowoing stoomexplosies als de lava de zee ontmoet. Ze zijn heel kwetsbaar, en blijven dan ook zelden lang bestaan. Waha’ula Haeiau, de temple van de rode mond, is een Hawaiiaanse religieuze plek, gebouwd van zwarte, door de golven rond geslepen basaltblokken. Lava heeft de weg naar de plek nu overspoeld en drukte tot aan de wanden van de temple en stopte toen. Waha’ula Heiau werd gebouwd in de dertiende eeuw door Pa’ao, de priester uit het zuiden van Polynesië, die menselijke offers introduceerde op Hawaii.

Mauna Loa is redelijk constant, althans als je in tientallen jaren rekent. Het is niet een cone shaped, temperamental vulkaan, zoals Mount St. Helens of de Kraktau, die zijn top eraf blaast. Een shield vulkaan groeit niet explosief maar door slow accretion. Mauna Loa en Kilauea steken regelmatig een pyrotechnisch schouwspel af, met rieveren van lava in alle richtingen, wolken vuur, maar ze gaan niet catastofisch. Ze zijn relatief veilige plekken om erupties gade te slaan.

Je kunt rijden naar de Crater Rim Drive, een crikel van 18 kilomter die rondom de Kilauea krater lootp. Het is, per definitei haast, een weg die kwetsbaar is voor wat er ook maar gebeurt – aardbevingen, lavastromen of puimsteengolven – maar meestal wordt hij snel hersteld. Een mooie stop is Thurston Lava Tube, waar je kunt lopen door de vertakte, druipgrotten van die oude vulkaanader. Lava tubes vormen zich als de oppervlakte van de lavastroom afkoelt en een korst krijgt, waardoor de lava die eronder loopt afgeschermd wordt en daardoor warm en vloeibaar. Als dan de laatste beetjes lava de heuvel af zijn gelopen, blijft een tunnel over. Big Island wordt wel met een Zwitserse kaas vergeleken, voal met kronkelende gangen en buizen.

Ik wandel langs Devastation Trail over de puimvelden en de witte restanten van bomen, en kijk in de Keanakako’i krater, waar de Hawaiianen vroeger quartz adzes vandaan haalden.

Ik betoonde ook eer aan Pele op de rand van de Halema’uma Crater, waar de godin leeft. Je vindt er prachtige stillevens op deze plaats, offers die bezoekers brengen.

Pele is een constante in dit steeds veranderende park. De cult van de godin verdwijnt niet, misschien groeit haar aanhang zelfs wel. Zelfs vulkanologen die hier werken, spreken over haar zonder gekkigheid te maken.

Jaggar Museum is de plaats om wetenschappelijk inzicht te krijgen in wat er precies allemaal gebeurt hier.

De volgende dag nemen we de Chaina of Craters Road, naar waar de lava nu de zee in stort (volgend jaar kan het weer anders zijn). De weg eindigt spectaculair in een hete en abrupte climax. Langs de wg ligt een wandleing van bijna twee kilomter naar de ptroglph field van Pu’u Loa. De 15.000 tekeningen die hier in de pahoehoe zijn gekerfd maken het het rijkste petrogliefen veld in Hawaii.

Wandelen is de beste manier om het park van nabij te verkennen.Wandelpaden variëren in lengte tussen de twintig minuten langs de rand van Kilauea Caldera, of een dag naar de Napau Crater, of lange meerdaagse tochten door de Ka’u Desert.

De Earthquake Trail voert van Park Headquarters over de oude Crater Rim Drive, die door de aardbeving van 1975 afgsloten werd. Een aardbeving in 1983, met een kracht van 6,6 op de schaal van Richter, voegde daar nog een beetje aan toe, stuken vielen in de krater .

Wie de hoogste top van de Mauna Loa wil bezoeken, moet daar twee dagen voor wandelen. Het pad is 32 kilomter lang en, zoals veel andere lange afstandspaden in het park, niet erg veel gebruikt. Zo kunt u ook naar de Halape Coast wandelen, een stuk grs van broomsedges op een donkere helling vanlava. Het is er altijd herst, en altijd veel wind. Een heerlijke wildernis, voor wie daar van houdt.

De immense lavastromen van de Kilauea blinkenin de zon terwijl ze over de kale vlakten stromen, waar nog maar enkle tekenen te zien zijn van uitbasrstingen in het verleden, eenzame kegels, haren van Pel,,

vandaar zie je rookkanlen, waar zwavelhoudende dampen uit de aarde opstuigen. De kale rots, gemarteld, strekt zich uit zover het oog reikt.

De stroom van gesmolten lava die met een snelheid van rond de vijftig kilometer per uur uit de krater komt, gaat trager lopen naamrste de heuvel afvlakt. Na een route van een kilometer of vijftien komt hij langzaam bij de zee. De laatste krueplbosjes gaan in vlamen op en versporeiden een verschroeide geur. Als een De lava glijdt over het zwarte zand van het strand. Als het in aanraking komt met het water, explodeert de lava, in een gouden fontein, doorkliefd met wolken zwarte damp. In een paar seconden is daarin het geologisch proces gecomprimeerd: de lava slaat om van een vloeibare staat in die van rots, daarna zand. Met een tempo van eenhalf miljoen kubieke meter per dag wint Hawaii ieder jaar tussen de vier en de vijf hectaren op de zee.

Op de verlaten vlakte koelt de lava weer af, zonder enig teken van leven. Terwijl vulkaanexplosies vaak gevaarlijk zijn maar met hun vruchtbare as de kwaliteit van de grond verbeteren, leiden die van het type op Hawaii tot een betonstructuur. De natuur heeft tientallen jaren nodig om er weer bovenuit te komen. De meeste lavastromen op het eiland dateren uit onze eeuw, het bos heeft eigenlijk nog geen tijd gehad om het verloren terrein te herwinnen, enhet is voornamelijk kaal en droog gebelben. Toch dringt het leven overal in door, al is het maar met hele keline beetjes.

In de afgekoelde lavastromen van pahoehoe, ontstaat een pioniersleven: de condensatie van dampen vorm kleine plasjes water waarin zich een microbenleven ontwikkelt, een herhaling van de manier waarop het leven op aarde ooit begon. Daarbij komen later de algen die door de wind zijn meegevoerd. Als het water verdampt, waaien de sporen weer weg, met de passaatwinden, op weg om nieuwe minituurwerelden te veroveren.

Op dezelfde manier zorgt de condensatie van dampen in de scheuren van de rotsen als het in aanraking komt met de frisse lucht op grote hoogte, voor de noodzakelijke vocht om leven toe tes taan. De eersten die hier groeien zijn minituur mossen, enkele milimeters hoog. En als die vergaan, zijn ze op hun beurt weer voedsel voor het insektenleven en weekdieren.

Op 4000 kilomter van de dischtsbijzijnde kust, is Hawaii ‘s werelds meest geïsileerde archipel. Deze afstand heeft het moielijk gemaakt voor de natuur om haar te koloniseren, de vulkanen komen zonder begroeeiing omhoog uit de oceaan maar de geluket magraties hebben de ontwikkeling toegestaan van een uitzonderlijke flora en fauna.

Voor dekomst van de mens was er geen enkele zoodier, reptiel, zoetwatervis of amfibisch dier overgebleven op Hwaii. Met uitzondering van één enkele mniscule blinde slang en twee zoogdierachtigen, de monniks-zeeehond en de vleermuis, werden de eiland overgenomen door insecten en vogels.

De stromingen en de winden hebben krabben, schelpdieren en andere kleine zeedieren aan land gebracht, vastgeklonken aan drijfhout of aan matrassen van drijvende vegetatie.

In dertig miljoen jaar zijn slechts driehonder plantsoorten op de oevers van hawii aangespoeld – een gelukte migratie per 100.000 jaar. De meeste zijn hier gekomen door de turbulente winden van de hogere lagen in de atmosfeer, of in de maag of aan de voeten en vleugels van de vliegende migranten.

Dier en plant hebben zich aangepast aan een milieu van extreme variaties. Als gevolg van de omvang en de hoogte van elk van de eilanden van Hawaii, van een grote hoeveelheid regen en veel bodemerosie, bieden de eilanden eigenlijk alle soorten habitats die bestaan tussen Mexico en Alaska. ‘Omdat ze een omgeving tegenkwamen waarin bijna geen dier woonde, of dat honderden ecologische hoekjes had die nog vrij waren en gemakkelijk toegankelijk’, zegt etnoloog Serge Dunis, ‘hebben de eerste immigranten al hun evolutionaire mogelijkheden van hun kunnen ontplooiien. Het relief van de archipel heeft de opdeling van de populaties zo geamkkelijk gemaakt dat elke vallei zo;n beejte zijn eigen soort van weekdieren heeft.’

De plantensorten zijn toegenomen van 300 tot 1800, de insectensoorten van 300 naar 7000. Hierin dankt Hawaii de enorme biologische rijkheid die het kent: meer dan negentig procent van de levende wezens in de archipel zijn endemisch, meer dan op de geviede Galapagos eilanden die dank zij Darwin beroemd werden.

De mens is hier met de eerste kolonies van polynesiërs ongeveer in de zesde eeuw aangekomen, en heeft zich beetje bij beetje aan de omgeving aangepast, waardoor grote aantallen soorten zijn verdwenen, zowel planten als dieren. Beneden 1200 meter hoogte heeft het grootste deel van de endemische soorten plaats moeten maken voor soorten die nogal opdringereig zijn en oorspronkelijk alleen voor de sier binnengebracht. Nogmaar de helft van de ecosystemen die er waren bestaan nu nog. Tussen de 600 en de 800 planten zijn daadwerkelijk in gevaar van uitsterven: omdat er geen gevaren bestonden zijn veel organismen hun defensiemechanismen kwijtgeraakt. De lokale framboos heeft geen stekels, en de mint heeft geen geur. De archipel, die minder dan een procent van het totale grondgebied van Amerika inneemt, telt alleen al meer dan ee kwart van de vogels en planten die op het punt staan uit te sterven.

In de toekomst zal er een nieuw maagdelijk gebied ontstaan, ongeveer veertig kilometer ten zoudioosten van Big Island, waar een nieuw gebergte zich omhoog werkt: Loihi. Maar de grote dag dat ze werkelijk haar gezicht zal laten zien staat voor over tienduizend jaar op het programma.

Hawaii National Park werd al in 1916 gesticht, zij het onder een andere naam.

Halemauamau, “”Huis van het eeuwige vuur’ waar de godin Pele haar thuis heeft. Jarenlang bevatte deze ingestorte krater een meer van actieve, spetterende lava, soms rijzend en overstromend, soms slinkend.

Tree Fern Forest is een welige jungle, dank zij de 100 inches regen die hier jaarlijks vallen. Vele varianten van gigantische varens, waarbovenuit nog de topische Ohia bomen steken. En waar de Ohia bloeit, daar verschijnt de Apapane, een klein, nectar zuigend vogeltje dat zo rood is als de veerachtige bloesem van de Ohia, die ‘Lehua’ wordt genoemd, maar zijn velugels zijn zwart en zijn buik light gruis. Ook de amakihi, een klein geelgroene insecteneter is hier aanwezig, en de elepaio, een levendige vliegenvanger.

Zo heeft Kipuka Pualulu, het Vogel Park’, een eiland van een oude oppervlakte, omringd door jonge lavastromen. In het beboste deel leven meer dan veertig soorten bomen, sommige uniek op diteiland, een paar de laatst overblijvende vanhun soort. Maar op de nieuwe lava komt de volgende geneatie die het bos gaat bouwen al weer op: de stevige ohia, de kleurige Allii en de struijes van de pukeawe.

De temple van Paao, demachtige Tahtiaanse priester, die een streng systeem invoerde van taboes en offers. Zijn tempel, twee maal herbouwd, was een van de zes heiligdommen waar de leiders baden en waren mensen werden geofferd aan de goden. Paao’s systeem van riten bleef in stand tot zeker 1819.

Het thema van dit park is geologische dynamiek en verandering, en evolutionaire biologische diversiteit.

De meeste lava is pahoehoe (uitgesporken als pa-hoy-hoy): die is vloeibaar als hij nieuw is en droogt op in redelijk gladde hoepn, met swirls en ropy strands. Deze rots contrasteert met aa (ah-ah), dikkere, langzaam bewgende lava die hard wordt in chaotische blokken en rotsen.