Ik ben altijd kritisch geweest over de innige omarming van Pechtold en Wilders. Al in 2007 of daaromtrent schreef ik over mijn ongenoegen dat Pechtold gebruik maakte van Wilders om zichzelf te promoten. Leek mij dom en moreel niet in de haak. En het gaf Wilders allerlei kansen om zichzelf neer te zetten. Ik heb me er toen intern en extern tegen uitgesproken – niet dat het veel effect had.
Over die domheid van de strategie kun je twisten – het heeft Pechtold geen windeieren gelegd. Er zijn wel meer domme dingen op te merken (ik denk aan Kunduz I en Kunduz II, de redding van Rutte van, jazeker, diens Wildersfilie). En ondertussen profiteerde de haatzaaier er ook van.
De volgende domheid is om Baudets clubje op dezelfde manier aan te pakken. Gisteren las ik in de NRC een heel verhaal over de baat die Baudet zou hebben bij D66 en omgekeerd in de strijd om de Amsterdamse gemeenteraad. Klonk alleszins plausibel voor wie het spektakel in de beginjaren van Pechtold de parlementariër volgde. Maar het is net zo dom. En net zo immoreel.
Als dit de manier is waarop D66 zijn onterecht verworven positie in de Amsterdamse raad wil verdedigen dan verdienen ze om flink afgestraft te worden.