Het is met de aanval op de echtgenoot van Nancy Pelosi al net als met wapens in de VS. Steeds als er geweld optreedt buitelen de Republikeinen over elkaar heen met ’thoughts and prayers’ en uitbundige betogingen van medeleven. Om vervolgens over te gaan tot de orde van de dag en meer wapens in de samenleving te pompen, en in dit geval, gewoon verder te gaan met het demoniseren van tegenstanders en het bagataliseren of ronduit goedpraten van geweld. Dat de midterms van 8 november voor een groot deel gaan over gestegen criminaliteit is een gotspe, althans de claim van de Republikeinen dat de Democraten daarvoor verantwoordelijk zijn.
Geweld tegen Pelosi was een van de doelstellingen van de Trump extremisten die op 6 januari Capitol Hill bestormden om het ultieme democratische proces, het vastleggen van de uitslag van verkiezingen, te blokkeren. ‘Where is Nancy’, klonk het door de gangen van het Capitool.
Dat hadden die mensen niet zelf bedacht. Het is iets dat de Republikeinen al jaren de samenleving in pompen, niet geleid door de uitbuiter ervan, de psychopaat in Florida, maar getolereerd door zogenaamd keurige mensen als Mitch McConnell. Geen piep tegen het racisme van Trump, tegen het radicale geblaat van extremische afgevaardigden in het Huis. Ik kan het niet genoeg herhalen: het was niet nodig dat dertig procent van de Amerikanen de uitslag van de verkiezingen van 2020 niet accepteert. De Republikeinse leiding, de Republikeinse Partij had op 7 januari een duidelijke boodschap kunnen afgeven.
Ze durfden niet en de samenleving plukt de wrange vruchten van dat gebrek aan lef, dat Republikeinen combineren met een fijne neus voor macht. Principes of normen, of enige vorm van moraliteit, hebben er niets mee te maken.
De aanval op Paul Pelosi zal niet het laatste geweld zijn dat Republikeinen op hun geweten zullen hebben. Hun weigering om de achterliggende retoriek en vuilspuiterij ook te veroordelen gaat tot nog veel grotere ongelukken leiden.