We zitten in het silly season

De campagne voor het Amerikaanse presidentschap gaat morgen, Labor Day, officieel van start. Maar zoals zoveel in wat we tot voor niet zo lang geleden als ‘normaal’ beschouwden is Labor Day enkel een markeringspunt geworden in een hele lange campagne. Meestal al een jaar tevoren begonnen, al was dat dit keer ook niet het geval. De Republikeinen waren vanaf het begin de gevangene van hun sekteleider Trump, de Democraten zaten vast aan de geriatrische president die van geen wijken wilde weten.

Sinds de Republikeinse conventie – ja, die van onmetelijk zelfvertrouwen – en Bidens terugtreden het weekend erna, heeft de campagne een andere aard gekregen. En eigenlijk begon hij toen pas. Een onzekere, zoekende Trump die na acht jaar op het politieke toneel inderdaad overkomt als wat Harris noemde ‘same old story’. Een zelfverzekerde, verrassende Harris. Enthousiaste Democraten, wanhopige Republikeinen die hun kandidaat zien schutteren. Wie had dat gedacht?

Ik vertel u niets nieuws. En ook het silly season waarin we nu zitten is geen grote verrassing. Op een punt waar beide partijen proberen elkaar te definiëren – nou ja, vooral Trump Harris, maar Harris ook JD Vance – dartelen nieuwsonderwerpen van weinig belang over elkaar heen.

Een relletje over het gebruik van de Trump campagne van Arlington Cemetery, de begraafplaats voor gesneuvelde Amerikanen – gesneuveld in echte oorlogen, niet in binnenlandse massamoorden. Niets om van op te kijken. Trump gebruikte, in strijd met alle mores, in 2020 het Witte Huis als campagneplek, waarom zou hij dat in 2024 niet met een begraafplaats mogen? Denkt hij. Natuurlijk springen Harris en Walz erop, zeker na de smeurcampagne van Vance en dienstplichtontduiker Trump tegen de militaire prestaties van Walz. Trump heeft geen manieren, kent geen restricties, doet wat hij doet, en ja, het is goed dat Harris dat belicht. Als dit soort dingen al invloed heeft, dan heeft het dat aan beide kanten. Veteranen, schat ik, hebben meer met Walz dan met Vance.

Verrassender is dat er blijkbaar ouders en familieleden van de gesneuvelden in Afghanistan zijn die in Trump een medelevende leider zien. Dit is de man die vond dat krijgsgevangenen, zoals John McCain in Vietnam, geen helden zijn maar mislukkingen. Dit is de man die dode militairen losers vindt. Onbegrijpelijk dat families met hem op de foto willen. Verstandig genoeg besteedt Harris daar geen aandacht aan, het onderwerp van misbruik van een nationaal monument is voldoende.

Deze week werd Harris’ eerste sit down interview uitgebreid belicht. Een hele sessie van Chris Wallace ging over haar van mening veranderen over fracking (een Republikeins talking point) en immigratie (Trumps troefkaart) met als excuus dat haar ‘waarden onveranderd waren’. Niet het sterkste antwoord, vond ik. Je kunt ook van mening veranderen omdat je als vice-president wijzer bent geworden. Het werd in de sessie uitgemolken alsof ze in 2020 uiterst links was (dat was ze niet) en de Republikeinen putten zich uit in hun pogingen om haar als links te definiëren. Dat de onthechte Trump haar fascistisch en communistisch noemde, en Tim Walz als een San Francisco liberal beschreef, was zo ongeveer dagelijkse kost voor de psycho. Daar gaat geen kiezer op in.

Harris’ opzijzetten van de racist in Trump met ‘same old story, volgende vraag graag’, was een geniale move. Goed geoefend denk ik. Wat Harris doet is de identiteitskaart negeren. Ze heeft het niet over de baanbrekende aspecten van haar kandidatuur. Die zijn evident en leiden af van het echte onderwerp: verkiezingen gaan over vertrouwen. Ik hoop en verwacht dat ze meer interviews doet, maar kan me voorstellen dat ze haar kruit droog houdt tot het debat met Trump op 10 september. 

Voor zover dit het silly season is van smeur en aanvallen op de persoon, staat Harris op voorsprong. Harris heeft het relatief gemakkelijk. Aangezien Trump zijn eigen grootste vijand is, doet hij veel van het vuile werk, dat wil zeggen, laten zien dat hij ongeschikt is als president. De Republikeinen beschuldigen Harris van flip floppen – van mening veranderen – maar Trump is all over the place op kwetsbare terreinen als IVT en abortus. Laat hem maar praten en hij graaft zijn eigen graf. En natuurlijk hoeft Harris Trump niet meer te definiëren. Mensen weten waar hij voor staat (of zijn bereid dat te accepteren om macht te krijgen).

Zelfs de Orwelliaans geheten Moms for Liberty, voorstanders van allerlei verboden en boekenbans, lieten zich verleiden tot een uitnodiging aan een man die vrouwen minacht. Het werd weer een fijne sessie waarin Trump zich nog maar eens vergreep aan Rosie O’Donnell en andere greatest hits in zijn misogyne repertoire. De reporter die vrouwen ondervroeg hoorde dat ze niet moet letten op wat de man zegt maar wat hij doet, de traditionele cop out van hypocrieten.

Ook een heerlijk onderwerp als project 2025, het handboek van de Heritage Foundation om van Amerika een christelijk paradijs van reactionair conservatisme te maken, maakt nu dagelijks nieuws. Trump doet net of hij er niets van weet, nooit van heeft gehoord, maar de feiten weerspreken dat. Het is een albatros die de Democraten eindeloos om zijn nek kunnen leggen en dat doen ze natuurlijk ook.

Een vergelijkbare zelfverminker is Trumps vice-president kandidaat JD Vance. Trumps mini-me. Ik moet eerlijk zeggen dat Vance erger is dan ik dacht – ik had een zekere mate van intelligentie verondersteld bij de schrijver van Hillbilly Elegies, iemand met een serieuze opleiding (al komen veel van de elite bashers van Yale en Harvard) en een carriere als venture capitalist. Maar Vance heeft werkelijk een spoor van destructieve uitspraken nagelaten die zonder veel moeite worden opgeduikeld en een drip-drip vormen van mysogene, reactionaire nonsens die hij echt lijkt te menen. Gegeven Trumps leeftijd kun je vaststellen dat Vance’s nominatie een blunder was. Vice-president kandidaten zouden een ticket geen schade toe moeten/kunnen brengen maar in dit geval zie ik een fijne mogelijkheid om de kiezers te waarschuwen wat er gebeurt als de oude man doodgaat. En dit keer is Trump de oude man.

Ook Democraat Walz heeft problemen. Hij verzweeg en loog over een drunk driving arrestatie en was niet correct in de precieze kwalificatie in de National Guard. Dat hij na de massamoord in Florida zich tegen wapens keerde en daarbij zei dat hij ‘oorlogswapens’ had gedragen wordt flink opgespeeld door ferme jongens als Vance, maar het simpele antwoord is dat hij die wapens wel degelijk droeg, maar niet in een oorlog. Te simpel en dus verontschudigde Walz zich, volgens zijn vrouw is zijn ‘grammar’ soms wat krukkig (lam om de vrouw ervoor te gooien). Dat hij geen IVT gebruikte maar een andere methode doet niets af aan zijn punt dat vrouwen (families) daar zelf omver moeten kunnen beschikken. Hij maakte het punt niet afdoende, vond ik. 

Uiteindelijk allemaal klein bier. Op 10 september krijgen we echt vuurwerk te zien.

Kennedy’s terugtrekken maakt geen enkel verschil

Robert Kennedy Jr. gaat zich vandaag nog terugtrekken als presidentskandidaat en zal buigen voor Donald Trump. Ik zou zeggen: hoogste tijd. Als ik hem een trap na kon geven, zou ik het doen. Wie denkt dat er sprake is van iemand met karakter en intelligentie, waardig voor een Kennedy, kan ik het artikel in de New Yorker aanbevelen waarin zijn avonturen met dode zwarte beren en zijn seksverslaving (een Kennedy-ziekte) worden belicht.

De Republikeinen denken dat ze veel baat zullen hebben bij het binnenhalen van deze 70-jarige samenzweerderenthousiast en antivax activist. Trump heeft hem een positie in zijn regering beloofd, iets waar Kennedy naar hengelde. Wie denkt dat Trump zich aan die belofte zal houden is waarschijnlijk ook iemand die denkt dat de Kennedy campagne ooit enige kans op succes had.

Ik geloof niet dat het iets gaat opleveren, noch voor de Republikeinen, noch voor de Democraten. Kennedy handelde in de naam Kennedy en dat was de enige reden dat hij ooit, lang, lang geleden toen Biden nog kandidaat was, in sommige peilingen op 9 procent kwam. De meer recente peilingen zetten hem op 5 procent, op een glijbaan omlaag.

Mijn opinie is dat  Kennedy enkel steun kreeg op basis van zijn naam. Haal hem uit het verhaal en je houdt een stel kiezers over die dachten dat ze een echte Kennedy zouden krijgen in plaats van deze fake. Voor hen heb ik een goede derdehandsauto te koop. 

Alle gekheid op een stokje: Kennedy was nooit echt relevant. Sterker, omdat hij zo’n idiote boodschap had beïnvloedde hij niet eens het inhoudelijke debat. Hij past in de reeks derde partijkandidaten die nooit erg ver kwamen, met uitzondering van Ross Perot, die zo breed steun binnenhaalde en zo verspreid over het land dat het hem in 1992 geen enkele kiesman opleverde. 

Zie mijn uitgebreidere verhaal over derde partijkandidaten. 

De Democraten tonen het verschil.

Het was een hele zit, vier dagen van de Democratische conventie. Ik heb het grootste deel van de toespraken en optredens gezien en zelden heb ik dat met zoveel plezier gedaan. Het was geen opgelegde lol. Het was niet omdat Kamala Harris me vertelde dat ik het leuk moest vinden. Het was omdat ik oprecht geraakt werd door het zien van zoveel enthousiaste, gedreven mensen met een positieve boodschap. Leuk om naar te kijken, leuk om te horen, ik kan er niets anders van maken. Niet omdat ik een voorkeur zou hebben voor Democraten – dat heb ik – maar omdat politiek al veel te lang geen feest meer was.

Wat me vooral trof, was hoe sterk het bestand aan sprekers was, de diepte van de bank van Democratische politici, zowel die uit het nabije verleden als die van de toekomst. Op een enkele uitzondering na waren de meeste mensen in staat hun gehoor te bewegen, te ontroeren, te enthousiasmeren. Niet alleen in de zaal maar ook thuis. De energie spatte er vanaf. Er werd gegrapt, er werd gelachen. Humor helpt.

Er was de oude garde waarop de Democraten terecht trots zijn: Joe Biden, Hillary Clinton, Michelle en Barack Obama, Bill Clinton, die zoals altijd zijn spreektijd flink overschreed. Stuk voor stuk goede sprekers met een boodschap. Met geweldige one liners. En bij Clinton, natuurlijk, Fleetwood Mac’s Don’t stop (thinking about tomorrow). Ze waren kritisch over Trump maar zonder de grofheid die de Republikeinse kandidaat kenmerkt. Subtiel kropen ze onder diens dunne huid.

Je zag een duidelijk verschil met de Republikeinse conventie. Bij hen was het verleden ook de toekomst, Trump toen, Trump nu. Maar het frappeerde dat er simpelweg geen bestand was van oude getrouwen, Republikeinen met een geschiedenis van succes, met gezag en uitstraling. George W. Bush wilde niet komen. Mitt Romney is gecanceled door de Trumpies. Mike Pence wordt geminacht. John McCain, besmeurd door Trump, is dood. Gouverneur DeSantis noch voormalig Trump-tegenstander Nikki Haley maakten veel los. Alles draaide om Trump. Af en toe dook Ronald Reagan op maar dat werkte maar nauwelijks bij een kandidaat die zichzelf neerzet als de beste president aller tijden.

Ook het arsenaal voor de toekomst was bij de Democraten indrukwekkend. Voorop Kamala Harris en Tim Walz die beide zichzelf overtroffen. Coach Walz bewees waarom Harris hem gekozen heeft: de capaciteit om te verbinden met de gewone man en vrouw, met buurt, met gezin, met school, met sport. Onderschat nooit hoezeer sport Amerikanen verbindt. Ook de reservebank was imponerend met gouverneurs als Josh Shapiro van Pennsylvania, Wes Moore van Maryland, Jared Polis van Colorado. Er was minister van Transport Pete Buttiegieg met een ontroerende speech over zijn gezin: twee mannen met hun kinderen. 25 jaar geleden leek het niet mogelijk en er zijn Amerikanen die dat opnieuw zo willen. Over de relativiteit van het belang van de politiek als je probeert je drie jaar oude kinderen hun handen te laten wassen voor het eten.

Zelfs de niet politieke sprekers en performers waren indrukwekkend. Stevie Wonder met Higher Ground, de geweldige Oprah Winfrey, Amanda Gorman, de dichteres die wereldberoemd werd bij de inauguratie van Joe Biden, een vrouwelijke gitarist die Prince concurrentie aan kon doen – beide afkomstig uit Minnesota. De Republikeinen moesten uit een tweede garnituur plukken, met armzalige worstelaars zoals Hulk Hogan of heavy metal dreuners die zelfs Melania deden fronsen.

Het is waar, conventies beslissen geen verkiezingen. Maar ik denk dat ze een goed beeld geven van de stand van de campagne, van de aard van de partijen en, ja, ook van het karakter van de kandidaat. Wat ik zag was een Democratische collectief tegenover een Republikeins one-man show. Ik hoefde niet overtuigd te worden van het belang van deze verkiezingen, van het gevaar dat Donald Trump betekent, niet enkel voor democratie maar simpelweg voor een beschaafde samenleving. Ik wist al voor de conventies dat de Republikeinse Partij zijn ziel heeft verkocht. Hun conventie was goed georganiseerd, coherent en vol zelfvertrouwen. Maar zwartgallig en negatief. Daarentegen was het puur joy om de Democraten bezig te zien.

De Republikeinse kritiek dat er geen inhoudelijke onderwerpen werden gepresenteerd, dat Harris en Walz een programmatisch lege campagne voeren, was vooral zure druiven bij een jaloerstemmend spektakel. Er was plenty inhoud. De conventie ging over dagelijks leven, over onderwijs, over gezondheidszorg, over wapens en, zoals Walz het zei, de vraag of je je kind veilig naar school kunt sturen. Over IVF en abortus, over de prijs van geneesmiddelen en, jazeker, over hogere belastingen voor de rijken.

Duidelijk werd dat ‘freedom’ het Democratisch thema wordt -naast ‘forward’ om de belegenheid van Trumps MAGA-slogan te benadrukken. Spreker na spreker had het over ‘free’ en ‘freedom’ en de dreiging van Republikeinen om ieders vrijheid aan banden te leggen. Welke boeken kinderen mogen lezen, de vrijheid van vrouwen om over hun lichaam te beschikken, wie hij of zij wil trouwen – Josh Shapiro, een van de grote beloftes van de Democraten hield er een geweldige toespraak over. Hij was een goede spreker en zou een goed vice-president kandidaat geweest, maar Walz was nog beter. Zijn ‘mind your own damn business’ en ‘government stay the hell out of our bedrooms’ resoneerden. En het ‘that’s my dad’ van zijn zoon gaat de wereld over.

Vrijheid, democratie en liefde voor ons land: dat verbindt ons Democraten, zei Shapiro. Net als bij Walz scandeerde de zaal ‘USA’, wat je tot voor kort alleen maar bij de Republikeinen hoorde. Naruurlijk hoorden we de onvermijdelijke Bruce Spingsteen.

Officieel beginnen campagnes op Labor Day, de eerste maandag in september. De Democraten maken een vliegende start. Hopelijk behoeden ze zichzelf voor overmoed, voor hybris. Ze zich bewust dat er wat op het spel staat en dat je de tegenstanders niet mag onderschatten. Zowel Michelle als Barack Obama waarschuwde ervoor. Misschien kunnen de Democraten leren van wat de Republikeinen overkwam na hun conventie van de overmoed.

‘Vrijheid’ is het thema van de Democraten, nee, van Amerika.

Dit is wat mij het meeste treft in de Democratische conventie, nog los van de joy: het is hoe sterk het bestand aan sprekers is, hoe diep de bank van Democraten uit het nabije verleden en van politici die de toekomst zullen bepalen. 

Biden, Hillary Clinton, de Obama’s, Bill Clinton: Democraten op wie je trots kunt zijn. Goede sprekers met een positieve boodschap. Ik was getroffen door het verschil met de Republikeinse reservebank, die door Donald Trump in de kleedkamer is achtergelaten. En er was geen trots verleden. George W. Bush, niet iemand om trots op te zijn, weigerde te komen. Romney is al lang uitgevlakt door de Trumpies. Mike Pence mocht niet komen. John McCain, besmeurd door Trump, is dood.

Dat was het verleden. Bij de Democraten stond ook een toekomst die imponeerde. Gouverneurs als Josh Shapiro, Wes Moore, Jared Polis. Minister Pete Buttiegieg. 

Clintons speech was, zoals altijd, te lang. De man kan niet anders. Maar hij had een geweldige one liner: Don’t count the lies, count the I’s. De Republikeinse conventie ging over Trump, Trump en Trump. De sprekers waren de Hulk en verder totaal vergeetbare types. Vergelijk dat met dit bestand aan sprekers van de Democraten. Bekijk gewoon de CNN fragmenten – u kunt ze terugzien en dan gewoon uitkiezen wie u wilt horen. 

Het is waar, conventies beslissen geen verkiezingen. Maar ik denk dat ze een goed beeld geven van de stand van de campagne, van de aard van de partijen en, ja, ook van het karakter van de kandidaat. Ik hoefde niet overtuigd te worden van het belang van deze verkiezingen, van het gevaar dat Donald Trump betekent, niet enkel voor democratie maar simpelweg voor een beschaafde samenleving. Ik wist al voor de conventies dat de Republikeinse Partij zijn ziel heeft verkocht. Maar het was, inderdaad, puur joy om de Democraten bezig te zien.

Officieel beginnen campagnes op Labor Day, de eerste maandag in september. De Democraten maken een vliegende start. Hopelijk geen overmoed, geen hybris, maar bewustzijn dat er wat op het spel staat en dat je de kwade krachten niet macht onderschatten.

Het thema wordt ‘freedom’ en de wens van Republikeinen om vrijheid aan banden te leggen. Welke boeken kinderen mogen lezen, de vrijheid van vrouwen om over hun lichaam te beschikken, wie hij of zij wil trouwen – Josh Shapiro, een van de grote beloftes van de Democraten hield er een geweldige toespraak over hield. Hij was een betere spreker dan ik wist. Hij was een goed vice-president kandidaat geweest, maar Walz die gisteravond ook sprak, deed het minstens zo goed.

Pete Buttitieg maakte gehakt van JD Vance. De boodschap van Vance is double down on negativity. Darkness. 

Een kleine observatie: Michelle Obama was fenomenaal, deels omdat ze consequent in de camera keek en de kijker thuis erbij haalde. De anderen probeerden het maar hun ogen dwaalden vaak af naar de zaal, het directe gehoor. Mayor Pete deed het ook goed, in een heel persoonlijk verhaal over een gezin van twee mannen met twee kinderen. Hi was goed, herinnerde me hoe we in 2020 ineens warmliepen voor deze man.

Vrijheid, democratie en liefde voor ons land: dat verbindt ons Democraten, zei Shapiro. De zaal scandeerde USA, wat je tot voor kort alleen maar bij de Republikeinen hoorde. En meteen daarna Amanda Gorman, die geweldige dichteres die met The Hill we Climb de inauguratie van Joe Biden opluisterde. Sheer joy, indeed.

Obama dag.

De tweede avond van de conventie was het domein van de Obama’s, nadrukkelijk allebei. Barack zei het met zoveel woorden: niet fijn om na Michelle te moeten spreken.

Maar dat kan hij wel aan. De oud-president zette zowel Donald Trump als Joe Biden in de schaduw. Herinneringen aan zijn toespraken, een regering zonder schandalen. Niet zonder problemen, maar toch, acht jaar waarop Democraten en Amerika trots op kunnen terugkijken.

Ik heb er weinig aan toe te voegen, deze buitengewone sprekers spreken voor zichzelf. Verstandig ook dat ze beide waarschuwden voor overmoed, de hybris waarin de Republikeinen zich een maand geleden te buiten gingen. Het is nog niet bekeken. Enthousiasme in augustus wint nog geen verkiezingen.

De eerste twee dagen hadden Democraten uit het verleden als belangrijkste sprekers – wat onverlet laat dat Bernie Sanders, AOC en een aantal vakbondsleiders naar voren wezen.

Dat zal het thema zijn vanaf nu: we will not go backward. Ik ben benieuwd of ze dat kunnen uitwerken tot een verhaal dat zonder het uit te spreken MAGA te kijk zit. In zijn eerste campagne was MAGA een buitengewoon effectieve slogan, nu bijt het zichzelf in zijn staart. Niet terug naar de grote Amerika, maar terug naar de chaos en het narcisme van de Trump jaren.

In zekere zin vertelt Trump zelf het verhaal, beter nog dan de Democraten het kunnen doen: naar deze maffe man wil je niet terug. In 1984 zeiden ze: let Reagan be Reagan toen hij van de plantage dreigde te lopen. Dit jaar is het voor de Republikeinen uiterst gevaarlijk om te zeggen: let Trump be Trump. Dat is precies wat de Democraten willen.

Maar ik verwacht de komende twee avonden een blik voorwaarts, een punt op de horizon, of gooi er maar wat cliche’s tegenaan. Ik denk dat Harris nog heel wat werk te verzetten heeft, maar de basis is er: optimisme en vooruit denken. Hoop, verandering. De Obama’s belichamen het.

Mooie opening van de Democratische conventie.

De conventie van joyful politics is begonnen. De Democraten maken in Chicago iets mee dat ze het afgelopen jaar moeilijk voor konden stellen: een nieuwe, frisse, jonge kandidaat die enthousiasme losmaakt. En dat zonder verdeeldheid zaaiende voorverkiezingen en onderlinge politieke conflicten. Het scenario zoals dat zich de afgelopen maanden ontrolde zou geschreven kunnen zijn voor een West Wing aflevering. Het was minder miraculeus dan beschreven – op deze plek heb ik het scenario verscheidene malen verwoord, na twee jaar blogs met harde opinies over de bejaardheid van Biden.

Die oude man stond maandagavond op het podium om afscheid te nemen – zoals dat ook in het ‘normale’ scenario gebeurd zou zijn. Het publiek was dankbaar, zowel voor zijn presidentschap als voor zijn terugtreden. De toespraak waarin Biden zijn beleid uitlichtte en nog eens lekker onder uit de zak haalde naar Donald Trump en zijn bende was niet opmerkelijk. Wie verwacht had dat Biden eenzelfde voorstelling zou geven als tijdens het nu beruchte ‘debat’ had foute verwachtingen. De druk is er nu vanaf. De spanning is weg. Hij hoeft niet meer te presteren in een context waarin dat lastig is. Hij deed het goed, met vaste stem en actief. Maar ik was blij dat het niet de vierde avond was en Biden de lijst zou aanvoeren.

Harris was zo slim om ook even op te duiken om Biden te bedanken. Het leverde mooie beelden op en een duidelijke overdracht. Gelukkig was Harris weer van het podium af toen Hunter opdook. Hopelijk hebben we de Biden familie nu voor het laatst gezien.

Ook Hillary Clinton moet er met gemengde gevoelens hebben gestaan. Ze gebruikte, las ik, een stuk van de speech die ze in november 2016 had willen uitspreken, na haar overwinning. So much for that. Ik heb altijd betoogd dat Clinton een foute keuze was als kandidaat, zowel in 2008 als in 2016. Ze was meegelift met Bill en deel van de Clinton-omgeving en daar kon ze zich nooit van losmaken. Dat ze dat niet kon zien was deel van het probleem. Gisteravond kon ze genereus zijn en vooruit kijken naar de eerste vrouw als president.

Ik heb niet alles gezien, maar het meeste indruk maakte op mij het verhaal van de vrouw die als 12 jarig meisje zwanger gemaakt was door haar stiefvader. Haar verhaal en de oproep om de mogelijkheid van abortus altijd en overal open te houden voor vrouwen die hun zwangerschap niet willen, was emotioneel. Veel toehoorders stonden met tranen in de ogen en ik kon daar helemaal in meeleven. Klik hier. Ook de verhalen van twee vrouwen in levensbedreigende situaties die tegen Trumps abortusban aanliepen, maakten indruk. Klik hier voor het NYT verslag.

Trump kreeg ook nog eens lekker ingepeperd hoe desastreus en zelfzuchtig zijn coronabeleid was geweest. Ik denk dat dit nog een belangrijk zij-onderwerp wordt voor de Democraten om de boodschap van de Republikeinen dat het allemaal zo fantastisch was onder de psycho te ondermijnen. Ook hier, sterk verhaal.

Iedere conventie heeft een spreker die de toekomst belichaamt, vaak de keynote speaker. In 2004 was dat Barack Obama (ik was er zelf bij toen dat in 1984 Mario Cuomo was met een onvergetelijke toespraak, en in 1988 kreeg Billie Clinton de kans en sprak meer dan uur….). Deze keer stal AOC, Alexandria Ocasio-Cortez, de show. Zij belichaamt de toekomst van de Democraten als progressieve partij, minder schril dan vroeger, nu opgenomen in de leidende elite van de Democraten. Klik hier.

Een goede eerste avond voor de Democraten. Trump en Vance reizen rond in swing states maar zullen moeite hebben de aandacht te krijgen, afgezien van hun vaste achterban. Die achterban staat trouwens steeds vaker te gapen achter Trump als hij weer een wild losgaat met onzinverhalen. Een teken van de tijd.

Het was overigens ook interessant om naast dit nieuws Anthony Blinken, Bidens buitengewone minister van Buitenlandse Zaken, bezig te zien in het Midden Oosten iets zinnigs tot stand te brengen. Wat mij betreft had Biden harder mogen optreden tegen Israël maar je kunt Blinken weinig verwijten. 

Wat doen we met een probleem als Donald Trump?

15 augustus in de Standaard

Ik gun de Republikeinen alles wat slecht is en zonder dat ik er wat voor hoef te doen krijgen ze dat ook. De ‘persconferentie’ van kandidaat Trump in zijn paleis in Florida moeten ze tenenkrommend hebben aangekeken. Het was een uur freewheelen door de narcist in chief. Als hij geen leugen oplepelde dan kraamde hij wel onzin uit. In zijn ‘interview’ met collega-narcist Elon Musk voerde Trump opnieuw zijn show op. De man ontbeert elke discipline en net als bij Joe Biden toont hij eigenschappen die we kennen maar die de afgelopen jaren behoorlijk zijn verergerd.

Lang geleden, toen Nikki Haley nog ruggengraat had, voorzag ik de mogelijkheid van een brokered convention voor de Republikeinen, omdat ze op tijd zouden ontdekken dat ze een volstrekte idioot in huis hadden die de verkiezingen niet zou kunnen winnen. Dat had ik goed verkeerd. Ik overschatte het gezond verstand van de Republikeinen. Wat ik niet onderschatte en nog steeds onderken als primaire impuls, is hun wens om de macht te winnen, tot elke prijs.

Het is inmiddels een amusant verhaal. De Republikeinse conventie was een feest van zelfbevestiging: de winst lag voor het grijpen. Er werd gebabbeld over een landslide. Na de moordaanslag verkeerde optimisme in overmoed, klassieke hybris, en zoals in alle Griekse drama’s leidt dat tot rampen. De ramp voor de Republikeinen is dat ze vastzitten aan een kandidaat die zijn eigen ergste vijand is. Met JD Vance, een hoogst persoonlijke keuze, haalde Trump een soort mini-me in huis. Het is waar: Vance wordt beter, of minder slecht, in de loop van de weken, maar hij blijft het soort van kandidaat dat weinig toevoegt aan de top van het ticket.

De ironie was dat juist die Republikeinse conventie Joe Biden er eindelijk van overtuigde dat hij zou verliezen van Trump. Drie dagen later vertrok hij eindelijk, de maandenlange depressie van de Democraten beëindigend. Kamala Harris en niet de rollatorman is nu de Democratische kandidaat en ze was zo verstandig om haar momentum, een campagne van joy, te versterken door Tim Walz als running mate te vragen.

Als opponent is Kamala Harris Trumps ergste nachtmerrie. Een vrouw met macht en gezag maakt hem onrustig. Harris zat vanaf seconde één onder zijn huid. Dat ze van kleur is, Indiaas en zwart, het kon niet op, bracht hem van slag. Een witte oude man, daar kan hij mee omgaan, een vrouw die haar identiteit zonder zorgen draagt, intelligenter is dan hij en ook nog eens rechtse directen uitdeelt – I know his type –, dat is andere koek.

Hoe snel kan het verkeren. De afgelopen drie weken is de Trump-campagne uit de rails gelopen. Van de discipline die zijn campagnestaf had opgelegd en uitgestraald is niets over. De kandidaat doet zijn eigen ding. Hij is een oude man, set in his ways, en als je niet beter zou weten dan zou je denken dat hij niet president wil worden. Nu is dat natuurlijk ook zo. Hij wil enkel winnen, wraak nemen, de schande van 2020 wegpoetsen, de grootste menigtes trekken.

De vraag wordt wat de partij van aanbidders van de psychopaat van Mar-a-Lago kan doen om een debacle te voorkomen. Voor de goede orde, het debacle is dat Trump de verkiezingen verliest en in zijn ondergang het Huis en de Senaat meesleept. Zeker, hij zal onder alle omstandigheden zo’n 45 a 46 procent van de stemmen halen, simpelweg omdat er mensen zijn die zonder nadenken op hem stemmen. 

Vroeger kenden we dat soort Democraten in het racistische zuiden. Yellow Dog Democrats. Het waren kiezers in de segregatiestaten die op een Democraat zouden stemmen, maakt niet uit welke, zelfs als het een yellow dog was. Die lui zijn nu overgestapt en Republikeinse kiezers geworden, bereid om op een yellow narcist te stemmen die niet terugschrikt voor een dot racisme. Maar het is niet genoeg om te winnen.

The Wall Street Journal, voorspelbaar anti-Democratisch, en in zijn redactionelen enkel interessant om te zien hoe diep je jezelf kunt ingraven in patente onzin, is kritisch. Nu waren deze reactionairen (het zijn geen conservatieven) nooit echte Trump-fans. Ze vertegenwoordigen nog de anti-overheid, lage belastingen en geen regulatie kant van de Republikeinen – de oude garde van de Bushes, Romney en McCain. Ze weten heel goed dat Trump geschift is maar hopen via de Heritage Foundation en het inmiddels odieuze 2025 Project zijn regering te kunnen sturen. Ze beginnen nu te twijfelen aan de kansen van Trump. Will Donald Trump blow another election?, kopten ze vorige week.

De ommekeer na de triomfantelijke conventie van de Trumpies, afgesloten met een kenmerkende meanderende toespraak door de kandidaat, lijkt alweer ver weg. De foto van het gebalde vuistje na de aanslag had geen lang leven. Wel horen we dezelfde oude plaat van Trump, de snerende, liegende, alles op zichzelf betrekkende, benepen en ‘ze nemen me steeds te pakken’ man die, zoals Walz terecht opmerkte, nooit lacht. Al helemaal niet om zichzelf.

Dit zal van kwaad tot erger gaan. Stel u voor dat Trump helemaal ontspoort in de confrontatie met Kamala Harris. Er komen drie debatten, al zou met niet verbazen als Trump na een wanprestatie de rest afblaast. Dit is een oude man, vast in zijn gewoontes en zonder capaciteit om creatief te denken. Hij gaat maar door ratelen en bewijst iedereen daarmee een belangrijke dienst: hij laat zien dat hij niet geschikt is om president te zijn.

Nee, Trump kan niet meer vervangen worden. Het dumpen van Vance, waarover openlijk werd gespeculeerd, zal evenmin werkelijkheid worden. En gelukkig maar. Donald Trump is de garantie dat de Democraten winnen. Dat was zo twee jaar geleden, dat was zo een jaar geleden en dat is nog steeds zo (ondanks pogingen van Biden om het Democratische karretje in de sloot te rijden). Maar de meeslijmende Republikeinen, denk Mitch McConnell, William Barr, Nikki Haley en al die anderen die uit opportunisme weer meespeelden, zullen onrustige nachten hebben. Ze verdienen het.

Over de noodzaak van goede, penetrerende en uitdagende journalistiek

Goed dat we ouderwetse journalistiek hebben. Twee onderwerpen die vandaag opzien baren: de onthulling van The New York Times dat Hunter Biden – daar is ie weer – via ambassades het State Department hulp vroeg bij zijn lobbyactiviteiten voor het Oekraïnse Burima. De ambassades krijgen wel vaker dat soort verzoeken maar als de zoon van de vice-president aanklopt, ligt dat toch anders dan bij andere burgers. Een beetje zoon met een beetje moreel besef zou zich daarvan bewust zijn.

Dat is natuurlijk aan Hunter niet besteed. Hij wist wat hij deed, hij wist dat hij enkel geld verdiende dankzij zijn naam en de koppeling aan de vice-president. Dat was niet het enige nieuws. Het ging er vooral om dat de NYT er eindelijk in slaagde om de informatie over deze activiteiten openbaar te krijgen, na letterlijk jaren pogen. Vorige week gaf het State Department eindelijk toe.

Zou dat ook gebeurd zijn als rollatorman nog steeds presidentskandidaat was geweest? Ik ben geen gelover in samenzweringen zonder bewijs, maar ik ben ook niet naïef (meestal niet, maar mijn gedachte dat Twitter een functioneel medium was, roept twijfel op). Toeval dat deze informatie pas openbaar wordt nu president Biden opzij is gestapt (opzij gezet in een coup van de Democraten volgens de steeds dieper zinkende beschouwer van de foute krant van Nederland, de onvergelijkbare Leon de Winter)? Nee, natuurlijk niet. Dit is vastgehouden door het State Department en wat mij betreft mag die Congrescommissie daar diep op ingaan. 

Het is noodzakelijk om goede journalisten te hebben die ongeacht hun persoonlijke voorkeuren (journalisten zijn niet ‘objectief’ in de zin dat ze helemaal geen opinies hebben, maar ze hebben wel een beroepscode) informatie zoeken en openbaren, zonder al te lang na te denken over de consequenties. En hun opinies niet laten meetellen in het rapporteren van wat gerapporteerd moet worden. Toevallig was vorige week ook vijftig jaar geleden dat die andere crimineel, Richard Nixon, moest aftreden. De Washington Post deed toen zijn werk. 

Research journalistiek is een vak apart. Het is ook iets dat kranten moeten willen omdat het duur is om een aantal mensen langdurig met een onderwerp bezig te laten houden. De drie Amerikaanse kranten, NYT, Wall Street Journal (betere journalistiek dan opinieschrijverij) en de Washington Post doen dat voorbeeldig. We hebben ze nodig.

In Nederland is de NRC buitengewoon goed op dit terrein. Iedere week wel een diep verhaal waarin veel tijd en energie is geïnvesteerd. 

Dat is het tweede onderwerp waarover we vandaag geïnformeerd werden: ITA, het Amsterdamse top toneelgezelschap, blijkt een hel voor de mensen die er werken. Ik heb het met afgrijzen gelezen, ook al omdat het bij mij, over het geheel genomen fan van het theater dat ITA maakt, vragen opriep over de voorstellingen. Klik hier voor het verhaal.

Onder met name Ivo ten Hove, lang vereerd theatermaker, werden acteurs gebruikt (ik heb er geen ander woord voor) om in your face theater te maken. Het leverde vaak geknetter op, en vaak heb ik als toeschouwer daarvan genoten. Het leverde blijkbaar ook blauwe plekken op, fysiek en psychisch. En gebroken voeten. Klachten werden genegeerd, weggemoffeld of beschouwd als deel van het proces.

Het zette me aan het denken over mijn theater ervaringen. Vaak geweldig, zoals de drie Couperusbewerkingen. Ibsens huis was fantastisch. Dokter geweldig. Maar ook vaak, overdreven vaak, naakt en veel bloed, vooral veel bloed, of modder. Fysieke confrontaties. Zozeer dat het me ging tegenstaan. Volgens Ten Hove, volgens de NRC, kun je alleen maar goed toneel maken als het zo knalt en hij zette bewust mensen bij elkaar die botsten. ITA koos ook voor scenario’s waar geweld deel is van het verhaal. Een klein leven  bijvoorbeeld, naar het boek van Hanya Yanagihara dat ik tegelijk fascinerend en veel te lang en veel te slachtofferig vond. Ik liet het toneelstuk ervan aan me voorbij gaan. Geen zin in.

Phentalisea, geregisseerd door de opvolgster van Ten Hove, werd wat mij betreft verzwakt door de muzikale elementen. Het werd een show met matige muziek en uit de lucht vallende drumstellen, terwijl het acteerwerk ook zonder dat geweldig was. 

We gingen niet naar Het jaar van de Kreeft. De omschrijving van anderhalf uur of zo fysiek en verbaal geweld tussen twee mensen sprak niet aan. Met wat ik nu weet, is mijn theaterervaring met Judas, met Hans Kesting in de hoofdrol, misschien beter te plaatsen. Ik vond het heftig en was, eerlijk is eerlijk, enthousiast. Tegelijktertijd besloot ik dat ik genoeg had van stukken met Kesting – ik herinner me dat ik het er met mijn vrouw over had.

We gingen eerder dit jaar naar een avond met vier acteurs en een gespreksleider, speciaal voor vrienden van ITA. Het was interessant, spannend en meeslepend om een beeld te krijgen van hoe ze werken. We waren verrast. Het is een ensemble en de acteurs kunnen niet zelf beslissen over welke rol ze krijgen, laat staan welke stukken ze spelen. Het is een disciplinaire machine, van boven aangestuurd. Ze vertelden dat ze daar soms moeite mee hadden. Achteraf krijg ik het gevoel dat we iets hoorden dat een tipje van de sluier oplichtte. 

Ivo ten Hove heeft fantastische theater gemaakt, soms te lang, soms te geforceerd, maar is zijn methode ook nodig? Kun je alleen zo goed theater maken? Ik geloof er niets van. De acteurs zijn te goed. Ze kunnen ook vrijwel zonder decor en zonder opzetjes geweldig acteren (bij de vriendenavond deden ze dat ook). Overigens zijn het niet alleen de acteurs en actrices die klaagden. De hele organisatie van ITA lijkt een strakke organisatie, te scherp aan de wind zeilend om iedereen aan boord te houden. Te wreed om dat zelfs te proberen.

De rijkssubsidie van ITA was al gekort, onder meer naar aanleiding van eerdere berichten. Het zal me benieuwen of ze dit overleven. Het verhaal laat ook zien dat Ten Hove en zijn opvolgster druk aan het schnabbelen zijn. Als vriend van ITA krab je je wel even op het hoofd: wil je daaraan bijdragen?

Terug naar het begin: goede journalistiek vereist een open mind en de bereidheid om te gaan waar het niet gemakkelijk is. Een correspondent moet weten waar hij of zij het over heeft, en zijn eigen oordeel over de ontwikkelingen opzij zetten. Daar nemen de opinieschrijvers het over. Althans, bij een goede krant. De Telegraaf is zo’n krant niet. De correspondent in de VS, voormalig hoofdredacteur Paul Janse benoemde zichzelf daar, schrijft vooral tegen de Democraten, soms lijkt het alsof hij enkel de Trump persberichten doorlepelt. Over Hunter als dat niet relevant is, maar als de Trump campagne wat zegt. Klagend dat Kamala geen persconferentie geeft in plaats van over de one man psycho show die Trump deed (alsof hij ooit persconferenties hield voordat hij de aandacht kwijt was van het publiek). De lezers van de wakkere krant moeten een raar beeld hebben van de Amerikaanse verkiezingsstrijd. 

Nee, dan die echt goede kranten met hun onderzoeksjournalistiek en hun bereidheid zichzelf en hun lezerspubliek uit te dagen. Kudo’s voor de NYT en de NRC, deze week.

Een buitengewone snelcursus over Amerikaanse buitenlandse politiek.

New Cold Wars: China’s Rise, Russia’s Invasion, an America’s Struggle to Defend the West door David Sanger, Crown, 511 pag’s.

Veel boeken over internationale relaties, over Amerikaanse buitenlandse politiek, komen rechtstreeks van de studeerkamertafel. Van een universiteit of een think tank. New Cold Wars is een product van tientallen jaren journalistiek bij een van de beste kranten ter wereld, The New York Times, gecombineerd met universitaire achtergrond en buitengewone kwaliteiten als verslaggever.

David Sanger kan iedereen die ertoe doet bellen en, belangrijker, ze nemen zijn telefoontjes aan. Hij was bij allerlei ontwikkelingen, sprak met presidenten en dictators. New Cold Wars is de beste samenvatting van Amerikaanse buitenlandse politiek (en daarmee van de ontwikkelingen in de wereld) die je je kunt voorstellen. Wie snel op niveau wil komen met de onderwerpen die in deze verkiezingen een rol (zouden moeten) spelen, kan geen betere plek vinden.

Wat Sangers boek buitengewoon maakt, is dat hij erin slaagt om de discussies over hoe te reageren, hoe te anticiperen en hoe een lange termijnbeleid op te zetten weet te koppelen aan wat er daadwerkelijk gebeurt. In vijftien jaar is de wereld danig veranderd. De VS zag zijn gezag afbrokkelen na twee desastreus verlopen oorlogen in het Midden Oosten en, we vergeten vaak hoe belangrijk dit was, de economische crisis van 2008.

Inmiddels is er concurrentie van China op alle niveaus. Sanger brengt ons van het licht arrogante denken van de jaren negentig naar het heroverwegen van Chinese ambities na het aantreden van Xi. Hoe de gedachte dat een land dat rijker werd, dat meer middenklasse bewoners zou kennen als vanzelf democratisch zou worden of in elk geval te maken zou krijgen met burgers die meer invloed zouden willen, hoe die gedachte een illusie bleek. Xi noemt zijn eigen systeem democratisch en na de chaos en de putsch van Donald Trump ziet Amerika als voorbeeld er ook niet meer zo lekker uit. Hoe Clinton (met brede consensus in die tijd) in 1999 China in de World Trade Organisation bracht.

Sanger wijst nog eens op de toespraak van Poetin in München in 2007, die een waarschuwing had moeten zijn. Niet zozeer over wat Rusland ging doen, maar over de frustratie van het land en zijn leider. Rusland begon in Georgia in 2008, vervolgde in de Krim in 2014, waarna de inval in Oekraïne eigenlijk geen verrassing zou moeten zijn – de seven year itch van Poetin en het totale gebrek aan reactie van het Westen.

Sanger weet van de hoed en de rand, legt uit hoe de VS wist wat er eind 2021 aan de hand was maar niet alles kon vrijgeven zonder de bronnen in gevaar te brengen (een terugkerend probleem van intelligence) en hoe Europa weigerde de informatie, en de dreiging, serieus te nemen. Het feilen van de regering-Obama komt langs (don’t do stupid shit liep uit op don’t do anything) en Sanger geeft een onthutsend inzicht in de regering-Trump. De goede adviseurs werden genegeerd door een president die geen ideeën had maar enkel aanvechtingen en die door zijn gebrek aan discipline (dat terugkerend thema bij Trump) niet alleen zichzelf maar ook het land in de wielen reed. Hoe Trumps voorliefde voor autoritaire types leidde tot ondoordacht en soms ronduit stupide (Kim) en gevaarlijke situaties (Poetin en Trump in Helsinki). Trumps dedain voor bondgenoten bedreigt wat Amerika sterker maakt dan de andere grootmachten: bondgenootschappen van landen die gelijk voelen en sympathie hebben voor elkaar. Kom daar eens om bij Rusland en China.

De on the record interviews die Sanger maakte bieden fantastisch inzicht in het denken van de mensen die we zelden in het nieuws zien maar die voor de nuts and bolts van Amerikaans beleid cruciaal zijn. Nee Kurt Campbell, een ervaren China-deskundige die al vroeg vraagtekens zette bij de gemakkelijke conclusies dat China gewoon lekker mee zou gaan in de Amerikaanse wereldorde. Zijn argumenten werden genegeerd, totdat Trump, na een valse start waarin hij met China een ‘deal’ wilde maken, het beleid in de antagonistische sfeer leidde waarin het nog steeds zit. De continuïteit tussen Trump en Biden op het terrein van China springt eruit.

Maar Sanger laat er geen misverstand over bestaan dat Biden de denkende president is, zich bewust van strategische dreigingen en ontwikkelingen. Al moet je tegelijk vaststellen dat die ervaring zijn eigen blinde vlekken oplevert. De vaststelling dat Amerika als hypocriet overkomt door het weigeren wapens voor Israel te koppelen aan het beperken van de doden in Gaza hangt hiermee samen. Amerika heeft gezag verloren nu het lijkt of ‘Amerika meer geeft om het leven van blanke Europeanen’ in Oekraïne dan om de burgers van Gaza. Ondanks zijn voorkeur voor Biden Sanger is kritisch over de president.

De hoofdstukken over cyberspace en real space zijn meer gespecialiseerd maar voor het totaalbeeld onontbeerlijk. Sangers behandeling van Taiwan is voorbeeldig en inzichtrijk.

Het boek heet New Cold Wars, in meervoud. Sanger ziet verscheidene oorlogen onder die naam. Nu zijn Rusland en China bondgenoten, nu proberen veel derde landen een min of meer onafhankelijke koers te varen die vaag doet denken aan de Ongebonden landen uit de jaren tachtig. Andere combinaties zijn mogelijk.

Laat me eindigen met een quote uit de epiloog:

‘ Dit zijn de contouren van de nieuwe koude oorlogen: een explosieve mengeling van gelijktijdige conflicten met hoge inzetten, in elkaar verwerven. Ze vormen de fundamenten voor een tijdperk dat vrijwel zeker langer zal duren dan de levensspanne van de huiden bejaarde leiders van China, Rusland en Amerika – en zou zelfs een bijna permanente situatie kunnen zijn in de komende decennia’.

Het is niet een herhaling van de stabiele koude oorlog van de twintigste eeuw tussen twee regimes die nauwelijks economische banden hadden en elkaar met nucleaire deterrence in toom hielden. Als Sanger één ding duidelijk maakt dan is het voor de noodzaak van creatief en goed geïnformeerd denken in de Amerikaanse regering – want dat perspectief is natuurlijk de focus van zijn boek.

Als u niets anders wilt lezen voor deze verkiezingscampagne (en niet door vier jaar Foreign Affairs, het vakblad, wilt ploegen), dan is dit het boek om op snelheid te komen.

Een reeks van zeperds voor de publieke omroep.

Felicitaties voor de publieke omroep. Net nadat Hassan de marathon had gewonnen moesten ze, voor de zoveelste keer deze spelen, breken voor commercials. Daarna basketbal, ze zouden terugkomen als ze Hassan bij de microfoon hadden.

En daar stond ze bij Eurosport, dat zijn prioriteiten beter op een rijtje had.

Het is niet alleen het omroepstelsel met omroepen die nergens voor staan dat niet deugt, ook de publieke omroeporganisatie zelf is een ramp. VRT was veel beter, veel leuker en ook al neigen ze soms naar eigen huis ondersteuning, geen verslaggever die het heeft over dat kleine landje aan de zee dat zo groots presteert.