Tussen 25 juni en 1 juli 1862 vond een serie veldslagen plaats rondom, Richmond, Virginia, de hoofdstad van het zuiden. Ze staan bekend als de Zevendaags Campagne. Het was het einde van een mislukte poging van het noorden om Richmond te veroveren. Na zeven dagen hadden de zuidelijken 20.000 man verloren, de Unie 11.000. Het resultaat was minimaal, zoals een zuidelijke generaal het zei: ‘Dit was geen oorlog – dit was moord.’ Op 1 juli was er een confrontatie bij Malvern Hill. Captain D. P. Conyngham diende als officier in de Ierse Brigade en beschreef hem kort na de oorlog.

“Ik had een sergeant Driscoll, een dappere man, en een van de beste schutters in de brigade. Toen we Malvern Hill aanvielen bevond zich een compagnie in een groepje bomen, die ons scherp onder vuur hield en onze voorhoede dwars zat. Hun officier leek een dappere, roekeloze jongen en ik zei tegen Driscoll, ‘als die officier niet wordt uitgeschakeld, zullen we veel van de onzen verliezen voordat we die bomen zijn gepasseerd.’

‘Laat dat maar aan mij over,’ zei Driscoll; hij nam zijn geweer en zodra de officier zich weer liet zien schoot Driscoll. De officier viel neer terwijl zijn compagnie zich meteen terugtrok.

Ik stond te kijken. Driscoll draaide hem op zijn rug. Hij opende zijn ogen even en mompelde zwakjes ‘vader’ en sloot ze voorgoed.

Ik zal nooit het diepe verdriet vergeten van Driscoll; het was aangrijpend om te zien. Het was zijn zoon die voor de oorlog naar het zuiden was gegaan.

Wat is er met Driscoll daarna gebeurd? Wel, we kregen opdracht aan te vallen en ik liet hem daar staan; maar toen we dichter bij de vijand kwamen, rende hij naar voren, met zijn jas uit en met zijn musket in de handen geklemd, viel hij direct de vijand aan, naar zijn mannen roepend om hem te volgen. Hij viel al snel maar sprong meteen weer op. We wisten dat hij gewond was. Hij bleef maar doorgaan maar viel niet lang daarna als een blok. Toen we hem bereikten was hij dood, doorzeefd met kogels.”

Er is geen gebrek aan verhalen – meer of minder betrouwbaar – van familieleden die aan verschillende kanten vochten in de burgeroorlog. Tegenstanders van Abraham Lincoln verdachten zijn vrouw Mary Todd Lincoln er van geheime sympathie voor het zuiden te voelen omdat veel van haar familieleden in Kentucky slaven hielden en voor het zuiden vochten.

Bron

The Irish Brigade and Its Campaigns, With Some Accounts of the Corcoran Legion, and Sketches of the Principal Officers door D. P. Conyngham (1867) (reprinted in A Civil War Treasury of Tales, Legends and Folklore redactie B.A. Botkin, 1960).