1787

Vanaf half mei 1787 kwamen in Philadelphia de dertien staten bijeen om hun onderlinge verhouding te regelen. De confederatie die sinds 1776 de basis was geweest van hun samenwerking functioneerde niet. Wat er wel moest komen was onduidelijk. James Madison, een van de afgevaardigden van Virginia, had zich van alle aanwezigen waarschijnlijk het best voorbereid. Hij was een van de opstellers van het ‘Virginia Plan’, de basis voor de discussies tijdens de conventie. Madison bleek later ook de enige die uitgebreide notulen had gemaakt van de hele conventie.

Het Virginia plan stelde een krachtige federale regering voor, gegrond in de keuze van het volk. Een nationale wetgevende vergadering in twee huizen, het eerste gekozen door de bevolking, het tweede door het eerste huis. Dit lichaam moest de wetgevende taken op zich nemen, naast een daarvan afgescheiden uitvoerende macht en een nationale rechtsprekende macht. Op 6 juni stemde de belangrijkste commissie op de conventie voor het direct kiezen van het lagere huis, een belangrijk element.

Madison zei er dit over – in de derde persoon.

“Mr. Madison beschouwde een directe verkiezing van minstens één huis van de Wetgevende vergadering door de bevolking als een duidelijk principe van vrije regering en meende dat deze handelswijze onder de juiste reglementen ook nog het voordeel had dat hij betere afgevaardigden opleverde en bovendien ervoor zorgde dat het niet te veel een onderafdeling werd van de staatsbesturen.

[…]

In alle gevallen waar een meerderheid is verenigd op basis van een gezamenlijk belang of passie zijn de rechten van de minderheid in gevaar. Waarom moet je hen in toom houden? Wie oprecht kijkt naar het gezegde dat eerlijkheid het beste beleid is, kan alleen maar vaststellen dat daar weinig van terecht komt, of het nu gaat om groepen mensen of individuen. Respect voor karaktervastheid neemt altijd af in proportie tot het aantal onder wie de lof of de blaam verdeeld moet worden. We weten allemaal dat geweten, de enig overblijvende restrictie, onvoldoende aanwezig is in individuen: als ze in grote aantallen optreden, valt er weinig van te verwachten.

[…]

De les die we moeten trekken is dat waar een meerderheid er hetzelfde over denkt en de kans krijgt, de rechten van de minderheidspartij bedreigd worden. In een Republikeins systeem heeft de meerderheid, als die verenigd is, daartoe altijd een mogelijkheid. De enige remedie is het vergroten van de eenheid waarover geregeerd wordt en zo de gemeenschap verdelen in een zo groot aantal belangen en partijen dat ten eerste de gehele meerderheid niet snel op tegelijkertijd helemaal precies dezelfde belangen zal hebben als de gehele minderheid; ten tweede dat, mochten ze een dergelijk belang hebben, ze niet geneigd zullen zijn zich te verenigen om dat belang na te streven.”

Madisons rede was gegrond in de studie die hij voor de conventie had verricht en zou later uitgewerkt worden in de ‘theorie van de fracties’ in één van de beroemdste hoofdstukken van The Federalist Papers. In feite zei Madison dat een republikeinse regering juist beter kon functioneren in een groot gebied, precies het omgekeerde van wat eerdere filosofen hadden verkondigd – dan zouden deelbelangen zich niet zo snel tot een compacte meerderheid vormen. Hij was schatplichtig aan David Hume.

Op 30 juni voegde Madison dit toe:

“Hij [Madison] gaf toe dat elk speciaal belang, of het nu een zaak is die burgers aangaat of die staten betreft, zover als mogelijk moet worden verzekerd. Overal waar er gevaar is van aanval moet er een grondwettelijk recht zijn van verdediging. Maar hij stelde dat de Staten verdeeld zijn door verschillende belangen, niet door hun relatieve grootte maar door andere omstandigheden; de meest materiële daarvan zijn deels het resultaat van klimaat maar vooral van het al of niet slaven hebben. Deze twee oorzaken hebben samen geleid tot de grote verdeling van belangen in de Verenigde Staten. Het ligt niet tussen de grote en de kleine staten: het ligt tussen de noordelijke en de zuidelijke staten.”

Tijdens de conventie ontstond discussie over de termijnen van de leden van het hogere huis. Op dat moment zagen sommige conventiegangers het lagere huis al als vertegenwoordiger van de bevolking en het hogere als vertegenwoordiger van de staten. Zo zag Madison het niet. Hij zag de Senaat als een noodzakelijke controle op de democratie – op ‘de wispelturigheid en de passie’ van het lagere huis.

Op 26 juni 1787 sprak hij daarover.

“Om de vorm die we deze instelling willen geven te beoordelen, dienen we te bezien welke doeleinden hij moet dienen. Deze waren in de eerste plaats de bescherming van de mensen tegen hun bestuurders; ten tweede de bescherming van de mensen tegen de waan van de dag waartoe ze zelf verleid zouden kunnen worden. Een bevolking die discussieert in opgewonden toestand, en zich bewust is van de ervaring van andere naties, zou zich eerst moeten realiseren dat degenen die opgedragen gekregen hebben om het publieke belang te behartigen, dat vertrouwen kunnen beschamen. Een voor de hand liggende voorzorgsmaatregel tegen dit gevaar is het vertrouwen tussen verschillende lichamen te verdelen, die elkaar in de gaten kunnen houden en controleren.”

Op 2 juni 1788 moest Virginia de grondwet nog tekenen. De handtekening van de belangrijkste staat was noodzakelijk voor succes. Madison reageerde op het verzet van antifederalisten.

“Het doet me pijn om mensen steeds de natuurlijke constructie van taal te horen verdraaien,zo kan geen enkel menselijk product oprecht besproken worden. Ik moet de vrijheid nemen om een paar observaties te maken over wat de andere heer heeft gezegd [Patrick Henry]. Hij vertelde ons dat de Grondwet verworpen moet worden omdat die naar zijn mening de publieke vrijheid op vele punten bedreigt. Laat me één antwoord geven op die observatie: wijs de gevaren die dit systeem met zich mee zou brengen duidelijk aan.

[…]

Als we kijken hoe de federale vertegenwoordigers gekozen worden, is duidelijk dat het algemene nooit de individuele besturen [de staten] zal vernietigen. Deze overtuiging wordt nog sterker als je goed kijkt naar de manier waarop de Senaat wordt samengesteld [toen nog indirect, gekozen door Staatscongres]. De vertegenwoordigers zullen waarschijnlijk worden gekozen onder de invloed van de leden van de Staatscongressen; maar er is geen enkele kans dat de verkiezing van deze laatsten door de eersten beïnvloed zal worden.”

Uiteindelijk werd Virginia overgehaald met de belofte van een Bill of Rights waarin de grondrechten zouden worden neergelegd. Dat werden de eerste tien Amendementen, aangenomen in 1791. In de tussenliggende tijd had Madison samen met John Hay en Alexander Hamilton onder het pseudoniem Publius een serie krantenartikelen geschreven om de publieke opinie te beïnvloeden. The Federalist Papers, 85 essays, legden op een lucide manier de principes uit achter de grondwet. Als de auteur van de meest fundamentele principes en de beroemdste essays geldt James Madison als de ‘vader van de grondwet’.

Bron

De citaten van Madison staan onder andere in The Founding Fathers. James Madison. A biography in his own words, edited door Merril Peterson.