1788
De slavenhandel
De economie van de zuidelijke kolonies op het Amerikaanse continent nodigde vanaf het eerste begin uit tot het gebruik van slaven. Aanvankelijk importeerden de plantagehouders hun slaven uit het Caribisch gebied, maar in de loop van de achttiende eeuw ontstond er een winstgevende slavenhandel met Afrika. Alexander Falconbridge voer een aantal keren mee met een slavenschip. Hij beschreef zijn ervaringen in een boek dat in 1788 werd gepubliceerd.
“Er is gegronde reden om aan te nemen dat de meeste negers die van de kusten van Afrika worden verscheept, gekidnapt zijn. Maar we weten weinig over dit onderwerp omdat de handelaren hun uiterste best doen om informatie over hun handelswijze te verbergen voor de Europeanen; vanwege de grote afstand over land vanwaar de negers worden aangevoerd; en vanwege onze onbekendheid met hun taal (die de handelaren vaak ook niet spreken). Door middel van regelmatig vragen, met hulp van vertalers, heb ik op dit punt echter de nodige informatie verzameld.
[…]
Hieruit zal ik de volgende opvallende zaken selecteren: toen ik werkte aan boord van een van de slavenschepen, vertelde een neger me dat hij op een avond was uitgenodigd om iets te drinken met een stel handelaren. Toen hij weg wilde gaan probeerden ze hem gevangen te nemen. Aangezien hij sterk was, wist hij hun poging te ontlopen en bleef uit hun handen. Hij kon zijn ontsnapping echter niet voltooien omdat een grote hond hem te pakken kreeg en hem dwong zich over te geven. Deze beesten worden door veel handelaren gehouden, precies voor dat doel; en omdat ze getraind zijn om deze onmenselijke jacht te bedrijven, lijken de honden er heel tevreden mee.
Evenzo vertelde een neger vrouw me dat zij was ontvoerd toen ze op een avond terugkeerde naar huis van een bezoek aan buren bij wie ze was uitgenodigd en dat ze, ook als was ze hoogzwanger, was verkocht als slaaf. Deze transactie vond ver in het binnenland plaats en ze was door verscheidene handelaren doorverkocht voordat ze het schip bereikte.
Volgens eigen zeggen werden een man en zijn zoon door professionele ontvoerders gevangen genomen toen ze zoete aardappelen aan het planten waren en verkocht als slaven. Ook dit gebeurde verder naar het binnenland en nadat ze door verscheidene handen waren gegaan, werden ze gekocht voor vervoer met het schip waarop ik werkte. Het gebeurt regelmatig dat degenen die anderen ontvoeren zelf, op hun beurt, ook worden gekidnapt en verkocht.
[…]
Gedurende mijn verblijf aan de Afrikaanse kust was ik ooggetuige van de volgende transactie: een handelaar nodigde een neger uit die landinwaarts woonde om hem te bezoeken. Na afloop van de ontvangst stelde de handelaar zijn gast voor hem een van de schepen te laten zien die op de rivier lagen. Zijn landgenoot stemde daar nietsvermoedend mee in en vergezelde de handelaar in een kano naar de zijkant van het schip dat hij met genoegen en verrassing aanschouwde. Terwijl hij zo bezig was, sprongen een paar handelaars die aan boord waren en blijkbaar deel waren van het complot, de kano in, pakten de ongelukkige man en sleepten hem het schip in, waarna ze hem onmiddellijk verkochten.
De voorbereidingen die handelaren in Bonny [nu in Nigeria] maken voordat ze vertrekken naar de markten die verderop in het land worden gehouden, zijn aanzienlijk. Wel twintig à dertig kano’s, die elk dertig of veertig negers kunnen bevatten, worden voor dit doel verzameld; en zoveel goederen brengen ze aan boord als ze denken nodig te hebben om het aantal slaven aan te schaffen dat ze van plan zijn te kopen.
Als ze klaar zijn, beginnen ze aan hun reis, met wapperende vlaggen en muziek; in meestal tien of elf dagen komen ze terug naar Bonny met volle ladingen. Zodra de kano’s aankomen bij de handelaar worden de gekochte negers schoongemaakt en met palmolie ingesmeerd; de volgende dag worden ze opgesteld voor de kapiteins om verkocht te worden.
Als de negers die de handelaars kwijt willen aan de Europese inkopers worden getoond, bekijken die hen eerst op basis van hun leeftijd. Daarna inspecteren ze hen nauwkeurig en vragen naar hun gezondheid, of ze enige kwalen hebben, afwijkingen en of hun ogen of tanden slecht zijn. Als ze kreupel zijn, of zwakke gewrichten hebben, of een slechte rug, of als ze klein gebouwd zijn of smalle borstkassen hebben, kortom als ze op de een of andere manier niet in staat zouden zijn om hard te werken, dan worden ze afgewezen. Maar als ze goedgekeurd worden, gaan ze meestal al dezelfde avond aan boord van het schip. De inkoper heeft de vrijheid om de volgende ochtend op zijn aankoop terug te komen maar daarna niet meer, als mocht blijken dat ze bij heronderzoek toch afwijkingen blijken te hebben.
De handelaren slaan de negers die aan de kapiteins worden aangeboden met grote regelmaat en zijn erg wreed met hen. Het maakt niet uit of ze worden afgewezen op grond van leeftijd, ziekte, afwijkingen of een andere reden. In New Calabar [in het zuidoosten van het huidige Nigeria], in het bijzonder, hebben de handelaren degenen van hun negers die worden afgewezen, ter plekke onthoofd, in het zicht van de kapitein. Zodra deze arme Afrikanen die gekocht zijn op de markten in handen vallen van de handelaars, ondergaan ze een doorsnee van het vreselijke lijden waartoe ze in de toekomst zijn veroordeeld.
[…]
Ze worden van de plekken waar ze zijn gekocht naar Bonny gebracht in kano’s. Op de bodem daarvan liggen ze, hun handen gebonden met wilgentwijgen, en goed bewaakt. Hun behandeling gedurende de reis, die meestal een paar dagen duurt, is even wreed. Ze krijgen nauwelijks voedsel. Daarnaast zijn ze vaak blootgesteld aan de heftige regens die daar regelmatig vallen, aangezien ze slechts worden bedekt met matten die hen nauwelijks bescherming bieden. En omdat de kano’s vrijwel altijd lekken, hebben ze geen droge draad aan hun lichaam.”
De Amerikanen slaagden er niet in om in hun grondwet slavernij te regelen, laat staan af te schaffen. Veel slavenhoudende Founding Fathers, waaronder Thomas Jefferson, meenden dat slavernij uiteindelijk vanzelf zou verdwijnen. Het leek een steeds duurdere manier om goedkope arbeidskrachten aan te houden, zeker toen aan het einde van de achttiende eeuw de tabaksteelt inzakte. Dat veranderde allemaal door de uitvinding van de cotton gin (zie hierna) waardoor katoen het belangrijkste product van het zuiden werd en slaven weer uiterst rendabel werden. Het boek van Falconbridge speelde een rol in de abolitionisten beweging, die streefde naar het afschaffen van slavernij.
Bron
An Account of the Slave Trade on the Coast of Africa door Alexander Falconbridge (1788).