1773

De dertien kolonies waren er helemaal niet zo kien op om zich af te scheiden. Het liefst behielden ze hun geprivilegieerde positie: weinig belasting en alle voordelen van het Britse wereldrijk. Nieuwe belastingwetten ergerden de kolonisten omdat ze niet in het parlement vertegenwoordigd waren – no taxation without representation. De Britten en hun kolonies werkten steeds meer op elkaars zenuwen – vooral in Boston, waar in 1770 al vijf burgers waren gedood door Engelse soldaten in wat de Boston Massacre is gaan heten.

De bom barstte toen de Britse gouverneur de East India Company toestond om haar thee direct naar Boston te brengen, een opzichtige poging om in moeilijkheden verkerende onderneming te helpen. Lokale handels- en smokkelbelangen werden geschaad, maar vooral zagen de kolonisten het als een aantasting van de Amerikaanse vrijheid. De handelaren riepen op tot een boycot. Toen drie schepen in november 1773 arriveerden, weigerden de bewoners van Boston de schepen uit te laden.

John Andrews, een lokale notabele, schreef aan een familielid wat volgde.

“29 November

Hall en Bruce [Andrews geeft de schepen de naam van hun kapiteins] kwamen hier zaterdagavond aan met elk zo’n honderd kisten met de verfoeide thee. Ik weet niet wat ermee gaat gebeuren: maar ik maak me zorgen over de gevolgen als de ontvangende partij zou volharden in eigenwijsheid en er niet mee zou instemmen om de thee terug te sturen. Ze hebben hun standpunt in zoverre verzacht dat ze hebben aangeboden de lading onder toezicht te stellen van de Raad of de stad, totdat ze iets zouden horen van hun vrienden in Engeland. Ik ben er echter van overtuigd, gezien de huidige stemming, dat geen enkel ander alternatief acceptabel zal zijn dan het onmiddellijk terug te sturen naar Londen.

[…]

De klokken luiden voor een algemene oproep en een derde schip is nu aangekomen in Nantasket Road. Plakkaten zijn opgehangen met oproepen aan Vrienden! Burgers en Landgenoten!

1 December

Ik kom net terug van de Fire Club en ben nu bij Sam. Eliot, die heeft gedineerd met Kolonel Hancock [een handelaar en politieke agitator] en me ervan op de hoogte gesteld dat Mr. Palfrey om vijf uur morgenochtend vertrekt met de expresse naar New York en Philadelphia, om de beslissingen van deze stad over de thee door te geven. Ik had je verteld dat Bruce en Hall waren aangekomen, maar dat was niet juist, alleen Hall is binnen. Dit heeft geleid tot het meest opgewonden en vastberaden optreden dat je ooit hebt gezien: de voortgang en de details van deze bijeenkomst zal Mr. Palfrey je kunnen vertellen. De ontvangende partijen hebben onderdak gevonden in het Kasteel, aangezien ze blijven weigeren de thee terug te sturen. Niet alleen de stad maar de hele regio is unaniem tegen het aan land brengen van de lading, en op bijeenkomsten op maandag en dinsdag kwamen een paar honderd mensen bij elkaar uit naburige steden. Je kunt in de stad geen pistool meer vinden aangezien ze allemaal zijn opgekocht, met het vaste voornemen om macht met macht te keren.

18 December

Onze situatie mag dan precair zijn, toch is de huidige gemoedstemming van het volk zo kalm dat een vreemdeling nauwelijks zou kunnen vermoeden dat vannacht thee ter waarde van tienduizend pond van de East India Company werd vernietigd, of liever de avond ervoor, maar dat is wel degelijk het geval. Als jullie, samen met andere zuidelijke provincies, tevreden kunnen zijn dat jullie quota is opgeslagen, dan zal het arme Boston het hele gewicht voelen van de wraak van de regering. De meeste mensen denken echter dat we nu een gelijke kans hebben, of er hierdoor nu troepen worden gestuurd of niet; terwijl als we de thee hadden opgeslagen, we ze onvermijdelijk op ons dak hadden gekregen, om de verkoop ervan te garanderen.”

 

Vijf of zesduizend bewoners van Boston en omstreken hadden geëist dat de schepen nog die dag moesten vertrekken. De douane weigerde het schip door te laten zonder dat invoerrechten waren betaald. Ze vroegen vrije doorgang aan de gouverneur, die antwoordde ze niet kon laten gaan zonder toestemming van de douane.

 

“Tegen de tijd dat ze terugkwamen met deze boodschap waren de kaarsen al aan in het Old South Meeting House en nadat ze hem hadden gelezen, slaakten ze dermate woedende kreten dat ze me, terwijl ik thuis thee zat te drinken, verlokten om buiten te gaan kijken wat er aan de hand was. Het House was zo vol dat ik niet verder kwam dan de veranda. Ik hoorde de voorzitter net nog zeggen dat de bijeenkomst was opgeheven, wat leidde tot nieuwe geschreeuw, zowel binnen als buiten, en drie hoera’s. Dat alles en ook nog het lawaai van de opbrekende bijeenkomst, deed je haast denken dat de hel was losgebroken.

Ik van mijn kant ging tevreden naar huis en dronk mijn thee op. Maar al snel hoorde ik dat ze met zo’n tweehonderd man bijeenkwamen op Fort Hill en, twee aan twee, naar Griffin’s werf gingen waar Hall, Bruce en Coffin lagen, elk met 114 kisten van het verdoemde artikel aan boord. De twee eerste hadden alleen thee, de laatste, die pas een dag tevoren op de werf was verschenen, had ook een grote lading andere zaken aan boord. Ze deden alle mogelijke moeite om die zaken niet te beschadigen en voor negen uur in de avond was elke kist aan boord van de drie schepen aan stukken geslagen en overboord gegooid. Ze zeiden dat degenen die het deden indianen waren uit Narragansett. Of dat nou waar was of niet, voor een toevallige voorbijganger leek het daar wel op, aangezien ze gekleed waren in dekens en hun hoofden verborgen, hun huiden koperkleurig waren en ieder bewapend was met een hakmes of een bijl, en een paar pistolen. Hun accent was ook niet anders dan wat ik verwacht dat indianen spreken, aangezien hun gesprekken met elkaar onbegrijpelijk waren behalve voor henzelf. Niemand werd slecht behandeld, afgezien van ene Captain Conner, een paardenhandelaar, nog niet zo heel lang uit Ierland vertrokken, die de binnenkant van zijn jas en zijn vest had opengescheurd en had gevuld met thee. Hij werd betrapt en tamelijk ruw behandeld. Ze namen hem niet alleen zijn kleren af maar gaven hem ook een modderbad, met op de koop toe flink wat blauwe plekken. En als ze niet zo afkerig waren geweest van onrust, dan hadden ze hem met pek en veren aangekleed.

Ik zou je niet met deze brief hebben lastiggevallen als ik niet had gedacht dat je wel een nauwkeuriger beschrijving zou hebben gewild van een zo belangrijke gebeurtenis, die je elders niet zou hebben kunnen krijgen. En als het mijn broer ook maar het geringste plezier zou bezorgen, dan ben ik meer dan wel betaald voor het schrijven van deze brief.”

Mede dank zij deze actie groeide de opstandigheid van de kolonisten uit tot een revolte. De vernietiging van de thee was vooral een symbolische daad die beide zijden dwong om na te denken over de toekomst (pas in de negentiende eeuw werd de naam Boston Tea Party populair). In maart 1774 sloot het parlement, op uitnodiging van de regering, de haven van Boston voor alle handel. Twee maanden later werden de zogenoemde Intolerance Acts aangenomen, strafmaatregelen. Hancock en andere kolonisten werden beschuldigd van hoogverraad. Al deze maatregelen, gecombineerd met de gedwongen inkwartiering bij Amerikaanse burgers van Engelse troepen, markeerden het begin van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog.

Bron

The letters of John Andrews Esq, edited door Winthrop Sargeant, 1866.