William Byrd II werd in 1674 geboren in Virginia. Op zevenjarige leeftijd vertrok hij naar Engeland waar hij het onderwijs kreeg dat hoorde bij zijn klasse. Na de dood van zijn vader keerde Byrd keerde terug naar Virginia. Hij erfde de plantage al had Byrd een afkeer van zaken. Rondom de plantage lag een aantal grote en winstgevende slavenkampen – privé bezit en gesanctioneerd door de overheid. In Byrds optiek waren Afrikaans Amerikanen eigendom en zo behandelde hij zijn slaven. Zijn dagelijkse belevenissen hield Byrd bij in een geheime code – een archaïsche vorm van steno die alleen de hoogst opgeleide mensen kenden. Byrd meende dat niemand ooit zijn dagboek zou lezen In 1939 werd de code gekraakt.
“1709
8 februari
Ik stond om vijf uur vanochtend op en las een hoofdstuk in het Hebreeuws en 200 verzen in de Odysseus van Homerus. Ik had melk als ontbijt. Ik zegde mijn gebeden op. Jenny en Eugene [twee huisslaven] kregen met de zweep. Ik danste mijn dans [deed oefeningen]. Ik las ’s ochtends juridische boeken en Italiaanse in de middag. Ik kreeg taaie kip te eten. De boot kwam van Appomatox [een andere plantage van Byrd] en vertrok weer tegen de avond. Ik wandelde rond op de plantage. Ik zegde mijn gebeden. Ik had goede gedachten, goede gezondheid en een goed humeur deze dag, dank zij God Almachtig.
2 juni
Ik was boos op mijn vrouw omdat ze Anaka [een huisslaaf] had vertrouw met rum, die ze prompt stal omdat ze veel dronk, maar het was al snel voorbij.
3 september
Mijn vrouw was opnieuw niet lekker maar het stelde weinig voor. ’s Middags sloeg ik Jenny [een huisslaaf] voor het gooien van water op het bankstel.
5 september
Mijn vrouw voelde zich helemaal niet goed en had regelmatig terugkerende pijnen.’s Avonds maakte ik een wandeling over de plantage en toen ik terugkwam trof ik mijn vrouw aan in slechte omstandigheden. Rond negen uur liet ik mevrouw Hamlin en mijn nicht Harrison komen en zegde intens mijn gebeden voor een goede bevalling van mijn vrouw. Ik ging rond tien uur naar bed en liet de vrouwen vol hoop bij mijn vrouw achter.
6 september
Rond één uur vannacht is mijn vrouw zonder problemen bevallen van een zoon, dank aan God Almachtig. Ik was ogenblikkelijk wakker en stond op. Mijn nicht Harrison kwam me tegemoet op de trap en vertelde me dat het een zoon was. We dronken een glas Franse wijn en gingen weer naar bed en stonden op om zeven uur ’s ochtends.
6 oktober
Ik stond om zes uur op, zegde mijn gebeden en had melk als ontbijt. Daarna ging ik op weg naar Williamsburg [de hoofdstad van de kolonie] waar ik alles in orde aantrof. Ik ging naar het parlementsgebouw waar ik een dienstmeid bestelde om mijn kamer schoon te maken en toen ze kwam kuste en bevoelde ik haar, waarvoor ik hoop dat God me vergeeft.
Vervolgens ging ik op bezoek bij de President die ik aantrof met oorpijn. Ik at rundvlees met hem. Daarna ging ik naar zijn huis en speelde piquet [een kaartspel voor twee spelers] waar mijnheer Clayton zich bij ons voegde. We moesten heel wat in het werk stellen om een goede fles Franse wijn te pakken te krijgen.
Om ongeveer tien uur ging ik naar mijn onderkomen. Ik voelde me goed maar had zondige gedachten. Moge God me vergeven.”
In de lente van 1710 was Byrds zoon Parke acht maanden oud, zijn dochter Evelyn was tweeënhalf. Beiden werden ziek.
“1710
12 mei
Het was vandaag er warm en de eerste dag van de zomer. Mijn vrouw en ik zelf maakten een wandeling op de plantage; toen we terugkwamen troffen we onze zoon heel ziek aan met koorts en hij begon vreselijk te zweten. We gaven hem wat triakel water [een geneeskrachtige drank die werd gebruikt als tegengif].
17 mei
Mijn zoon was nog wat slechter, reden waarom ik mijnheer Anderson vroeg te komen [de dominee]. Mijn bode wachtte op hem aan de weg en hij arriveerde rond tien uur. Hij adviseerde wat olie van jeneverbes en dat hielp een beetje.
21 mei
Het kind is nog steeds ziek. ’s Avonds wandelden we naar huis en troffen Evie aan met hoge koorts en om het nog erger te maken hadden [ze] haar melk gegeven.
22 mei
Tegen de avond waren de kinderen iets beter.
24 mei
Ik vroeg mijn nicht Harrison te komen om Evie, die ziek was, te bloeden. Toen ze terugkwam nam ze ongeveer een kwart liter af. We zetten zuignappen op en gaven haar een klysma, dat goed werkte. Haar bloed was uitzonderlijk dik, wat normaal is bij deze lichaamsgesteldheid. Om ongeveer 12 uur begon ze uit zichzelf te zweten, wat we versterkten met een zalf van saffraan en salie en adderwortel. Dit zorgde ervoor dat ze enorm zweette, wat de hele nacht min of meer doorging.
25 mei
Evie voelde zich een stuk beter, dank zij God Almachtig, en de koorts was bijna helemaal weg. Ook met de jongen ging het goed maar hij was rusteloos.
26 mei
Met Evie ging het beter maar de jongen was slechter, met een koude en koorts waarvoor we hem een zweetmiddel gaven dat goed werkte en de hele dag aanhield.
26 mei
Evie nam een laxeermiddel dat maar weinig goed deed en mijn zoon had lichte koorts. Ik ging rond elf uur op bezoek bij kolonel Randolph omdat hij ziek was en vertrok rond vijf uur. Ik kwam om zeven uur thuis waar ik de jongen nog steeds koortsig aantrof maar Evie in veel betere staat, dank zij God Almachtig.
29 mei
De jongen bleef heel ziek met hoge koorts.
3 juni
Ik stond om zes uur op en kreeg meteen het nieuws dat het kind heel erg ziek was. We gingen erheen en troffen hem op het randje van de dood en hij stierf om ongeveer acht uur ’s ochtends. God geeft en God neemt; geheiligd zij de naam van God. Mijn vrouw was erg aangedaan maar ik onderwierp me beter aan Zijn oordeel, ook al voelde ik mijn verlies wel heftig, maar de wil van God zal geschieden.
6 juni
Rond twee uur gingen we met het lichaam naar het kerkhof en zodra de dienst was begonnen regende het zo hard dat we de predikant alleen moesten laten en onder het kerkafdak gingen staan, maar mijnheer Anderson bleef tot het einde van de dienst. Rond drie uur gingen we aan tafel. Ons gezelschap bleef tot de avond en ging toen weg. Mijnheer Curtis en ik maakten een wandeling over de plantage. Twee van de nieuwe negers waren ziek geworden en ik gaf hen beide een middel om over te geven dat goed werkte.”
De manier van leven in de zuidelijke koloniën was totaal anders dan in het noordoosten. In de loop van de achttiende eeuw zouden deze verschillen alleen maar groter worden. Het was een groot probleem om deze twee verschillende regio’s in een federale eenheidsstaat onder te brengen toen de discussie over onafhankelijkheid begon. De Burgeroorlog (1861-1865) was de laatste stuiptrekking in de tegenstellingen tussen Noord en Zuid waarvoor hier de basis werd gelegd.
Bron
The Secret Diary of William Byrd of Westover 1709-1712 door William Byrd (Louis Wright and Marion Tinling, eds) (1941).