Mooie conventie, abominabele Nederlandse televisie.

Eerst een round up van de Democratische conventie. Een succesverhaal met als hoogtepunten de Obama’s, Kamala Harris, de dochter van een uitgezette Hispanic moeder, de stotteraar die morele steun kreeg van Biden en Bidens toespraak. We hadden best zonder Billy en Hillary gekund maar het was duidelijk dat hun tijd voorbij was. We hadden wat meer OAC kunnen hebben maar haar tijd komt nog.

Vooral de Obama’s waren indrukwekkend. Ik schreef al over Michelle, Baracks nauwkeurig en tegelijk emotioneel geformuleerde aanklacht tegen zijn incompetente opvolger was een schot in de roos. Het is nooit eerder voorgekomen dat een voorganger zich uitsprak over een opvolger in deze krasse termen, maar goed, er is ook nooit een slechtere president geweest dan Donald Trump. Ik had wel eerder van Obama willen horen, de afgelopen vier jaar. Maar ik moet erkennen dat zijn timing ijzersterk is. Nu doet het ertoe, hij heeft zijn kruit niet verschoten door bij ieder exces van Trump zich uit te spreken. Hier sprak een leider.

Bijzonder sterk vond ik de kwaliteit van de aanval op Trump: Barack en Michelle Obama waren het niet simpelweg oneens met zijn beleid, ze spraken uit dat je van deze malloot niets kunt verwachten. De man is niet geschikt, heeft dat uitbundig aangetoond en het land lijdt eronder. Klaar. It is what it is.

De conventie deed wat hij moest doen: optimisme uitstralen na vier jaar duisternis, betrouwbare competentie tegenover totaal falen, empathie tegenover narcisme. Maakt het verschil op 3 november? Ja, in de zin dat een slecht verlopen of negatieve conventie Biden schade had kunnen doen. Ik verwacht dat de komenden week het Republikeinse festijn nogal anders gekleurd zal zijn. De kiezers hebben aan duidelijkheid niets te wensen.
#

U weet dat ik nooit naar de avondtalkshows kijk. Iemand attendeerde me echter op het optreden afgelopen donderdag van Koen Petersen, die tien minuten bij OP1 kreeg om zijn boek over Trump te promoten. Petersen is een Amerikanist (whatever that may be) die zijn rol op de Nederlandse televisie kreeg omdat er niemand anders was die de Republikeinen wilde verdedigen. In ons geweldige bestel moet er nou eenmaal altijd een tegengeluid zijn, hij sprong in het gat. Hij is vriend van Rutte en Amsterdams VVD’er. En rechts angehaucht bij de Republikeinen en Trump. Allemaal niets op tegen, maar laten we hem gewoon even plaatsen.

Vier jaar lang pende hij iedere maand een analyse van Trumps presidentschap in het rechtse weekblad Elsevier. Ik lees dat blad niet maar het zal vast wel kritisch geweest zijn in de traditie van H.J. Schoo. Die verhalen heeft hij gebundeld en daar ging het donderdag over.

Ik heb geen hoge pet op van televisie maar ik heb zelden een treuriger vertoning gezien. Dat lag aan Petersen maar vooral aan de zich journalist noemende presentatoren. Eerst Petersen. Zijn stelling was dat Trump een gewone president is geweest, dingen heeft gedaan die andere presidenten ook deden. A prima vista een bizarre stelling gegeven de incompetentie en de ondermijning van het ambt van president door de psycho maar laten we hem nemen voor wat hij is.

Petersen had ook voorbeelden! Hij had ze met zorg gekozen, belangrijke, verdragende en duidelijke voorbeelden, dat spreekt. Dat Trump botweg Denemarken voorstelde Groenland te kopen was helemaal niet zo vreemd, Harry Truman had rond 1950 ook zoiets geroepen. De Louisiana Purchase en de aankoop van Alaska kwamen ook nog voorbij om te laten zien hoe gewoon het is dat presidenten dat doen.

Dan de pers. Petersen nam natuurlijk een gerespecteerd voorbeeld om te laten dat alle president bij tijd en wijle een bruisende relatie met de media hebben: Richard Nixon. We zagen een stukje van een persconferentie waarin deze collega-psychopaat tekeer ging tegen journalisten die beleefde vragen stelden. Zie je wel, kakelde Petersen, niets vreemd met Trump! We zagen hoe hij journalisten oneerlijk noemde. Wat we niet zagen waren de stelselmatige ondermijning van de media door hen ‘de vijanden van het volk te noemen’, het afzeiken van journalisten, de leugens van Trump en zijn zegslieden (meer dan 20.000 inmiddels), het opjuinen van supporters tegen journalisten bij zijn optredens en het gebruik van Fox News als staatsomroep, hulptroepen bij het verspreiden van leugens. Zelfs Nixon gedroeg zich beschaafder.

Volgende voorbeeld. Vorige week bracht de senaat (beide partijen) een rapport uit waaruit duidelijk bleek dat de Trump campagne hulp van Poetin had aanvaard, zoal niet erger. Dat zagen we niet, wel een braaf plaatje van Trump en Poetin. Niets vreemds aan die hechte relatie met Rusland en Poetin, zei Petersen. Had Ronald Reagan in 1987 in Reykjavik niet met Gorbachov aan tafel gezeten? Dit is erger dan misleidend, het veronderstelt dat de kijkers stupide zijn (wat ik niet uitsluit).
Reagan en Gorbachov onderhandelden in Reykjavik na zes jaar bevroren relaties (diplomatie, een woord waar Trump en zijn acoliet Pompeo nooit van hebben gehoord) en toen Gorbie niet inging op Reagans voorstellen liep Reagan boos weg. Het tergt onze intelligentie om dit te vergelijken met Trumps hielenlikken van Poetin en het ontkennen en daarmee tolereren van Russische betrokkenheid bij het ondermijnen van de verkiezingen in 2016 en niets doen om dat in 2020 te voorkomen.

Petersen plaatst Trumps buitenlands beleid in de ‘Amerikaanse traditie’. Knap verhaal. Hij noemt de 75 jaar na de oorlog als een korte periode, nu willen de Amerikanen weer terug. Zeker isolationisme is Amerika niet vreemd, maar Trumps buitenlands beleid (voor zover er lijn in zat) had dat niet als uitgangspunt. Wel als resultaat: bondgenoten haken af, Amerika’s reputatie in de wereld is negatief.

Vervolgens stelde Petersen vast dat Amerika een totaal verdeeld land is, vooral sociaal economisch. Dat klopt, en hij verklaarde nog maar eens waarom in 2016 Trump won. Zijn we vier jaar later wat opgeschoten? Wat we nu van Trump moeten denken, daar zei hij niets over.

Van mij mag Petersen. Ik denk dat het een krukkige, gezochte weg is om net te doen alsof Donald Trump geen grote uitzondering is in het palet van presidenten, geen grote schade heeft aangericht. Je kunt er Elsevier mee volschrijven en geen lezer die zich zal beklagen. Eindelijk een tegengeluid. NPO deed weer goed zijn best om de balans te bewaren. In Nederland zijn we allemaal voorspelbaar Biden fans, dus een tegengeluid is welkom (en ik moet zeggen dat Michiel Vos als schoonzoon van niet helemaal aan de journalistiek vereisten voldoet). Bla, bla, bla.

Dat was allemaal voorspelbaar. Veel treuriger, tot woede stemmend, was het belabberde niveau van de interviewers. Ze vroegen niet door, deden net of deze voorbeelden (ongetwijfeld door Petersen zelf uitgezocht) bewezen wat hij zei. Was Reagan met Gorbachov werkelijk een bewijs dat Trumps intieme relatie met Poetin normaal was? En zo nog wat vragen die niet gesteld werden. Hoe zat het met zijn racisme? Zijn ontkennen van corona? Zijn liefde voor Xi voordat hij hem afwees? Het blauwtje dat hij liep met Kim?

Petersen orakelde dat Trump zijn verkiezingsbeloften had uitgevoerd. Oh ja? Daar had ik wel wat meer van willen horen. De twee talkshow masters niet. Over het boek heb ik geen oordeel. Dat ga ik niet lezen. Over Petersen las u mijn oordeel. En over die twee presentatoren? Tja, blijkbaar wordt de Nederlandse omroep wat meer Fox. Niet doorvragen, alles accepterend. Nu weet ik weer waarom ik dit soort programma’s niet bekijk (de gasten op de achtergrond die met versteende gezichten Petersen aanhoorden, maakten het niet aantrekkelijker – geen idee wie dat waren overigens).

Maar laat ik eindigen met een promo. Als u denkt dat Trump helemaal niet buitengewoon is, dat zijn optreden normaal is, vergelijkbaar met Obama, Bush (2x), Reagan en zelfs Billy, dat Trump thuishoort op Mount Rushmore, naast die grote vier, dan moet u vooral meteen naar de boekwinkel om dit prachtige, doorwrochte boek te kopen. En vergeef me als ik concludeer dat ik niets mis door Nederlandse televisie te negeren.