Toen Bernie Sanders in zijn campagne begon te praten over het inruilen van Obamacare voor een ‘single payer system’, in essentie een ziekenfonds gerund door de overheid, was ik daar geen voorstander van. Het leek me niet zo verstandig in een campagne die moest opboksten tegen Republikeinen die Obamacare helemaal weg wilden halen, het hele systeem weer een keer open te gooien.
Het kan verkeren. Nu lijkt een single payer system ineens momentum te krijgen en ontstaat er onder de bevolking zelfs een voorkeur voor dat systeem. De reden? Trumpcare en het geklungel van de Republikeinen die zes jaar hadden om iets anders te bedenken en niets hadden. De gemiddelde burger ziet een puinhoop en een partij die zijn of haar verzekering wil uitkleden. Met dump aan de psycho en zijn partij is het momentum verschoven.
Vorige week donderdag nam het Congres van de staat Californië een voorstel aan om over te gaan tot een single payer systeem. Zover is het in de praktijk nog niet, het moet uitgewerkt worden en we weten nu al dat de kosten tegen zullen vallen – zeker als Californië het alleen moet doen. Maar het ligt op tafel. Okay, in Californië zijn de Republikeinen uitgeroeid – correctie: ze hebben collectief politieke zelfmoord gepleegd – maar toch, er lijkt iets te gebeuren.
Het onderstreept iets waar de Republikeinen altijd bang voor waren (en wat Obama heel goed doorhad): als je een programma introduceert, zeg Obamacare, dan raken mensen daaraan gewend en is het vrijwel onmogelijk om het weer terug te draaien. Wat Barack Obama wist, en historici weten, is dat het verstandig is om programma’s in te voeren ook als ze niet honderd procent zijn, finetuning nodig hebben en er niet genoeg geld voor is. Eenmaal ingevoerd blijken ook Amerikanen maar al te graag overheidsprogramma’s te accepteren.