Vandaag in de Morgen, België
Terwijl de orkanen over Amerika razen past vooral compassie met de slachtoffers. Op een heel andere niveau van observatie bieden deze natuurrampen een beeld van wat Amerika Amerika maakt. Er is burenhulp, er zijn moedige mensen, er was zelfs een president die zijn medeleven toonde. Dat was zo in Texas, twee werken geleden, dat zal zo zijn in Florida deze week. En bij de volgende natuurramp. Amerikanen zijn een sociaal volk, hulpvaardig en meelevend.
Maar het beeld is tweeslachtig. Want terwijl ze nu een beroep doen op overheidssteun gelden Florida en vooral Texas als de grootste overheidshaters van het land. En dat ook nog terwijl de aangerichte schade groter is dan nodig juist omdát ze niet willen horen van regulering en beperkingen van de individuele vrijheid om te bouwen waar je maar wil.
Houston is gebouwd op een plek waar je, had je erover nagedacht, je nooit een stad zou bouwen. Een moerassig, zompig gebied met klamme zomers. Maar Houston groeide en groeide, was er trots op dat het geen regels kende voor bouwvergunningen. Dat was de Texaanse manier om zaken te regelen: ze niet regelen. De gebieden die overvloedig water rondom Houston op natuurlijke wijze afvoerden werden volgebouwd, asfalt sloot de bodem af. Iedereen wist wat de risico’s waren: Harvey was de derde gigastorm in tien jaar. Lobbyisten voorkwamen dat er een verzekeringsprogramma was voor overstromingen. In Houstons pro-business omgeving passen geen regels. De overheid is je vijand.
In Florida geldt een vergelijkbaar verhaal. Tot de jaren 1920 was het te onaangenaam om te wonen. Met de airconditioning dijde Miami uit. Delen van de Everglades en de moerassige gebieden in het midden van de staat werden drooggelegd – Disney World bij Orlanda is op een dergelijk gebied neergezet. De waterhuishouding is problematisch. En ja, ook Florida is over het geheel genomen een conservatieve staat waar ze liever niets te maken hebben met de overheid of belastingen. met een rabiaat conservatieve gouverneur.
Nu er daadwerkelijk schade is, horen we ineens een ander geluid. Nu roepen de Texaanse senatoren Ted Cruz en John Cornyn het hardst om overheidshulp uit Washington. Dit zijn dezelfde politici die in 2012 campagne voerden tegen overheidshulp voor de slachtoffers van de orkaan Sandy, die toen een deel van New Jersey en New York onder water zette. Cruz en zijn conservatieve soortgenoten hebben een vast patroon: ze zijn tegen overheidsbemoeienis behalve als hun achterban de overheid nodig heeft.
Vorige maand nog probeerden Cruz en andere Republikeinen honderden miljoenen dollars weg te halen bij FEMA, de noodhulp dienst van de federale overheid. Sommige Republikeinen zijn zo anti-overheid dat ze zelfs na Houston en met schade in Florida in het vooruitzicht tegen noodhulp stemmen. De 15 miljard dollar die het Congres afgelopen vrijdag vrijmaakte voor ramphulp in Texas was gekoppeld aan verhoging van het schuldenniveau van de overheid. Dat zat vier afgevaardigden uit Texas en twee uit Florida zo dwars dat ze tegenstemden. Dat gold ook voor twee afgevaardigden uit Florida. Het wordt interessant te zien hoe hun achterban dat ontvangt.
Misschien is het te optimistisch om te hopen dat uit de persoonlijke en maatschappelijke ellende van miljoenen Amerikanen iets goeds komt. Wellicht kunnen ze nog eens goed nadenken over de rol van de overheid, over de rol van belastingen, regulering en brede proactieve bescherming. Gegeven de tweeslachtigheid van de Amerikaan, zelfs als zijn huis onder water staat, is het waarschijnlijk te veel gevraagd. We blijven hopen.