Kan Trump overschakelen van schelden en tieren naar vertrouwenwekkende taal die een president past?

Ik ben benieuwd naar de publieke uitingen van Donald Trump staks als president. Niet als president-elect, zoals we nu zien, dat is nog niet het echte werk. Een president moet over zijn schaduw heenspringen en een vorm van eenheid bieden. Toegegeven, hij liet van die vaardigheid niets zien in zijn eerste termijn. Sterker, in in zijn eerste inaugurele rede en de meteen daarna opwellende confrontaties met de werkelijkheid en Trumps alternative reality, liet hij zien die vaardigheid niet te beheersen.

Ik ben benieuwd of hij deze keer de overgang wel kan maken. Kan hij overstappen van verkiezingsbijeenkomsten waar hij naar hartelust kon beledigen, schelden, liegen en uitdagen, en eindeloos door kon babbelen naar een meer bij een president passende stijl? In die context moest ik denken aan de manier waarop Franklin Roosevelt in 1933 het vertrouwen gaf dat zijn presidentschap er was voor alle Amerikanen. Hij deed dat allereerst in een van de historische inaugurele redes (die zijn er niet zoveel, meestal is het niet erg opwindend) waarin hij de burgers voorhield dat het enige waar ze bang voor moesten zijn ‘de angst zelf was’.

De toespraak werd beluisterd door tientallen miljoenen Amerikanen die er meteen nieuw vertrouwen uithaalden. Dat was ook wel nodig ook want alle banken waren inmiddels gesloten, de beurs gecrashed en gesloten, de werkeloosheid was gigantisch en het land leek op instorten te staan. In een tijd dat een president zijn eigen sociale media heeft en het grootste netwerk voor communicatie gepolitiseerd is door een infantiele entrepreneur, lijkt het marginaal om radio te zien als dominant medium. FDR realiseerde zich echter dat radio de enige manier was om mensen direct te bereiken.

De inaugurele rede had al meer mensen dan ooit bereikt dankzij het nieuwe medium, FDR was de eerste president die de mogelijkheden van radio zag. Warren Harding had in 1923 in St. Louis voor het eerst voor de radio gesproken – op weg naar zijn ontijdige dood in San Francisco later op die reis –, Herbert Hoover was als minister van Economische Zaken goed ingevoerd in de door hem gestimuleerde en georganiseerde radio-industrie maar kon er zelf niet mee overweg.

Een week na de inauguratie hield Roosevelt op zondag 13 maart zijn eerste fireside chat, een praatje bij de haard. In dit stadium was er nog geen sprake van een complex aan wetgeving dat we later de New Deal zouden gaan noemen. Het enige doel was de burger weer vertrouwen te geven in het financiële systeem, zodat de banken veilig geopend konden worden (zonder verdere bank runs om je geld eraf te halen) en het economisch leven weer normaal kon functioneren. Die week zonder banken en zonder de mogelijkheid om cash op te nemen waren voor iedereen, van rijk tot arm, problematisch geweest. Roosevelt wist dat het herstel van vertrouwen cruciaal was en daarvoor was nodig dat hij uitlegde wat er precies aan de hand was.

Het oval office was behangen met extra gordijnen om de akoestiek te verbeteren, er waren maatregelen genomen om het ratelen van de filmcamera’s te beperken en de toespraak was getypt op speciaal papier dat niet zou ritselen als hij van pagina naar pagina ging. Roosevelt had geoefend, geschreven en herschreven, komma’s gezet en verplaatst, om de nadruk te leggen waar hij vond dat dat nodig was. Hij had een valse tand die hij naast zijn bed bewaarde ingedaan om een fluitend geluid door het ontbreken van een ondertand te voorkomen. Hij bleek perfect in staat honderd woorden per minuut uit te spreken, onderwijl te versnellen of te vertragen als de tekst dat vergde, en precies binnen de tijd te blijven.

Roosevelt adresseerde zijn gehoor opende met ‘My friends’ en wist zo meteen een sfeer van gezelligheid en eerlijkheid creeëren. Het klonk oprecht, het was oprecht. Presidenten gingen later ‘my fellow Americans’ gebruiken, wat niet die lichte toets heeft van een eerlijke conversatie, al wist Ronald Reagan met zijn acteervaardigheden in de buurt te komen.

Praat maar eens gemakkelijk over het bankwezen. Roosevelt deed het. Hij zei geïnspireerd te zijn geweest bij het schrijven van zijn radiopraatje door het zien van een arbeider die de tribunes van de inaugurele parade afbrak. ‘Ik probeerde een toespraak te maken die deze arbeider kon begrijpen’, zei FDR tegen Louis Howe. ‘Ik richtte de toespraak tot hem’.

Roosevelt realiseerde zich dat je via de radio een sfeer van de huiskamer kon bereiken die met een redevoering voor publiek of een campagne bijeenkomst niet mogelijk was. Veel politici, tot op de dag van vandaag, behandelen een microfoon als een middel om hun oratische vorm te benadrukken, maar slagen er niet in de benodigde sfeer te bereiken. Er wordt gezegd dat koningin Victoria eens boos tegen premier Gladstone uitviel: kon hij ophouden tegen haar te praten als of hij een grote zaal toesprak.

Die eerste radiorede was een wonder van helderheid. ‘Hij maakte het begrijpelijk voor iedereen, zelfs voor bankiers’, zei de komiek Will Rogers. FDR slaagde erin een college bankieren voor beginners te geven zonder patroniserend te klinken. Hij legde uit hoe de banken weer zouden opengaan, dat de volgende dag, 13 maart, sommige banken dat al zouden doen in de steden waar de Federal Reserve aanwezig was en dat de rest van het land zou volgen. De president verzekerde toehoorders dat het veiliger was je geld onder te brengen in een heropende bank dan onder je matras. Geld verbergen was eigenlijk niet helemaal kosher, zei hij niet met zoveel woorden. Het ging allemaal om vertrouwen, hetzelfde thema als in de inaugurele rede.

Zestig miljoen mensen luisterden naar de eerste fireside chat en de reactie was direct zichtbaar. De volgende dag schreven kranten over lange rijen voor de heropende banken met mensen die hun geld toch liever daar onderbrachten – en dit was nog voordat er was besloten over de garantie voor banktegoeden. Dezelfde mensen die twee weken tevoren alle moed hadden verloren stonden nu geduldig in de rij.

De fireside chats – 27 in totaal in twaalf jaar, FDR wist dat je een goed middel niet moest overgebruiken – waren cruciaal voor zijn succes. Ze schiepen een band met de gewone Amerikaan maar vooral gebruikte hij ze om gewoon uit te leggen wat er aan de hand was en wat hij eraan zou doen. Hoewel vaak wordt gezegd dat de president een ‘bully pulpit’ heeft, een preekstoel, om zijn verhaal te doen, gebeurt het veel te weinig.

Een van de betere communicatoren, Bill Clinton, realiseerde zich halverwege zijn eerste termijn dat hij veel te formeel was gaan klinken. ‘We moesten directer zijn – tegen mensen praten op een manier die ze begrijpen. Ik sneed door de retoriek van speechwriters en wilde gewoon met hen praten’. Het lukte maar beperkt. Zelfs een begenadigd spreker als Barack Obama kon geen duidelijk verhaal houden over Obamacare.

President Biden was er misschien mentaal niet meer toe in staat, maar een reden voor zijn lage populariteit was dat hij niet uitlegde wat voor goede werken hij had verricht. Het valt te betogen – en ik ga dat nog meer doen in de naweeën van deze verkiezingen – dat zijn falen in het verkopen van succesvol beleid de reden was voor het drama van 5 november 2024.

Een onderbuikvolgende Trump deed dat tijdens zijn eerste termijn veel beter. Hij zorgde ervoor dat de cheques die burgers kregen in de eerste fase van de coronacrisis zijn handtekening hadden, een gebaar dat Roosevelt herkend zou hebben. Hij claimde krediet voor alles wat goed ging en al deed hij het niet altijd in termen die de gewone burger kon volgen, ze waardeerden zijn strijdbaarheid en woede over alles wat mislukte, inclusief zijn behoefte alle mislukkingen aan anderen te wijten.

Wat mij nu zo intrigeert is de vraag of deze Trump, nu hij revanche heeft gehaald voor aangedane en vermeende vernederingen, in staat is een toon aan te slaan die niet uiteenjaagt maar verbindt. Ik moet zeggen dat ik het moeilijk vind me dat voor te stellen. Hij zal zich moeten losmaken van juichend publiek, moeten afzien van het soort van taal dat voor hem gewoon is geworden maar mensen afstoot als een president ermee komt.

Het vergt misschien meer dan je van een straatvechter kunt verwachten. Er is ook (nog) geen sprake van een crisis. Als Trumps voorstellen voor benoemingen een indicatie zijn dan heeft hij geen zin en ook geen behoefte om te stoppen met campagne voeren. Als ik zeg dat dit een gemiste kans is om een succesvol presidentschap te beginnen dan komt dat niet voort uit vooringenomenheid (al zou ik liever een verbindend presidentschap zien) maar uit ervaring met tien jaar Trump. De oude man die hij inmiddels is, zal net zomin als Biden dat was, in staat zijn scherp en inventief te reageren op de wereld die hem wacht.