Gepucliceerd in Idee, wetenschappelijk tijdschrift D66, mei 2010
Nuchtere feiten
Bij een boek dat blijkens de ondertitel over de ‘nuchtere feiten’ gaat, ben ik altijd op mijn hoede. Feiten behoren immers per definitie nuchter te zijn, en de term ‘nuchtere feiten’ wordt vaak misbruikt om een weloverwogen atypische selectie van die feiten te presenteren, terwijl de suggestie wordt gewekt dat het een niet-gangbare interpretatie van die feiten betreft. Dat laatste is overigens precies wat Frans Verhagen doet in zijn vlot leesbare Hoezo mislukt? . Echter, de gangbare presentatie van de feiten met betrekking tot integratie is de laatste jaren dermate selectief geworden en de interpretatie ervan in veel gevallen zo negatief van toonzetting dat het juist een verademing is in dit boek nu eens de andere kant belicht te zien.
Velen zullen zich nog herinneren dat de Tweede Kamer kort na de gedenkwaardige verkiezingen van 2002 een motie aannam waarin zij niet alleen het integratiebeleid mislukt verklaarde, maar zelfs de integratie van nieuwkomers in haar totaliteit. De parlementaire onderzoekscommissie-Blok, die hierop werd ingesteld om de oorzaken van die mislukking na te gaan, kwam begin 2004 tot de veel genuanceerdere slotsom dat de integratie juist grotendeels was gelukt, en dat eerder ondanks dan dankzij het gevoerde beleid. De op ‘nuchtere feiten’ gebaseerde conclusie van Blok en de zijnen werd toen ogenblikkelijk door vrijwel alle politieke leiders weggewuifd en de toonzetting van het integratiedebat bleef negatief. De moord op Theo van Gogh, de affaire Hirsi Ali en de daardoor mede veroorzaakte ‘islamisering’ van het debat, de harde toon van Verdonk en de haren, de zorgen over radicalisering en criminaliteit en de culminering van dat alles in de komeetachtige opkomst van Wilders doen gemakkelijk vergeten dat het integratieproces van verreweg de meeste ‘nieuwe Nederlanders’ intussen gewoon is voortgegaan – een ontwikkeling die ook blijkt uit mijn eigen onderzoek en dat van veel collega’s.
Verhagen weet de voortgang van dat integratieproces op overtuigende manier duidelijk te maken aan de hand van inderdaad nuchtere feiten, cijfers en resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Allereerst behandelt hij de al relatief vaak onderzochte fenomenen als de demografische ontwikkelingen onder ‘allochtonen’ en hun participatie in centrale matschappelijk instituties zoals onderwijs en arbeidsmarkt. Op al deze terreinen gaat hun gedrag steeds meer op dat van de autochtonen lijken. Hierbij laat hij het echter niet: naast de gedragskant, komen ook de opvattingen van ‘allochtonen’ en de ontwikkelingen hierin uitvoerig aan de orde. Over vragen rond identiteit, geloof, cultuur en politiek worden in Nederland volop meningen geventileerd, maar de werkelijkheid blijkt dikwijls anders. Terecht laat Verhagen bijvoorbeeld zien dat oriëntatie op en identificatie met de oorspronkelijke cultuur die met Nederland geenszins in de weg hoeft te staan.
Verhagen woonde jarenlang in de Verenigde Staten en kent de Amerikaanse samenleving uitstekend. Net als in een eerdere publicatie van zijn hand, slaagt hij er ook nu weer in heldere parallellen te trekken tussen integratieprocessen daar en hier. Die parallellen zijn er inderdaad, ondanks dat de VS zichzelf van oudsher juist wel als immigratieland zien en Nederland juist niet. Dat roept de vraag op of integratie niet een zo universeel proces is dat de maatschappelijke context en het gevoerde overheidsbeleid er eigenlijk niet zo veel toe doen. Die vraag valt buiten het bereik van Verhagens boek, maar als we haar bevestigend zouden kunnen beantwoorden, is dat in zekere zin een geruststelling. Tegen integratie kun je je net zo min verzetten als tegen het weer, maar een positieve grondhouding maakt het wel eenvoudiger de meer problematische kanten ervan, die er natuurlijk ook zijn, te aanvaarden.
Valt er dan helemaal niets aan te merken op Verhagens boek? Afgezien van enkele feitelijke onjuistheidjes (de laatste volkstelling in Nederland was in 1971, en niet in 2000, p.28) en hier en daar een lichte overdrijving (gelukkig is de taalvaardigheid niet bij 80 % van alle universiteitsstudenten onder de maat, p. 43) is er heel weinig reden voor kritiek. Het is een goed gedocumenteerd, goed toegankelijk en vooral beschrijvend verhaal geworden. Misschien had hij iets uitvoeriger stil kunnen staan bij wat meer fundamentele vragen, zoals ‘hoe lang blijft een ‘allochtoon’ eigenlijk allochtoon?’, of ‘wat valt te verwachten inzake toekomstige immigratie en de daarop onvermijdelijk ook weer volgende integratie?’.
Met twee vragen bleef ik na het lezen van het boek echt zitten. De eerste luidt: hoe komt het toch dat de ‘nuchtere feiten’ maar zo mondjesmaat doordringen tot grote delen van de Nederlandse bevolking? Waarom wordt integratie bijna altijd geproblematiseerd in het publieke en het politieke debat, terwijl de feiten daartoe maar zeer ten dele aanleiding geven? Met deze zelfde vraag worstelen overigens ook heel wat liberaal-democratische politici en wetenschappers in Nederland. Verhagen is van mening dat de oorzaak hiervan moet worden gezocht in het feit dat de elite in Nederland zich te veel heeft losgezongen van de rest van de bevolking: de liberale kosmopolieten versus de bekrompen nationalisten. Zijn onderbouwing voor deze verklaring blijft helaas wat mager.
De tweede vraag ligt in het verlengde van de eerste en is direct gericht aan Marco Pastors, voorman van Leefbaar Rotterdam, die een van de twee voorwoorden bij het boek heeft geschreven (het andere is van Tofik Dibi van GroenLinks). Mijn vraag aan Pastors luidt of hij het boek zelf eigenlijk wel heeft gelezen. Zijn voorwoord is zo flagrant in strijd met de bevindingen van Verhagen dat je je afvraagt of hij daarvan kennis heeft genomen. Hij maakt zich nu wel erg gemakkelijk uit de voeten door aan het slot van het voorwoord te beweren dat hij “zou willen dat het allemaal waar was” wat Verhagen stelt. Welnu, meneer Pastors, ik kan u verzekeren dat het waar is. Jammer dat u deze kans niet heeft gegrepen om uw denkbeelden bij te stellen en – belangrijker nog – om uw kiezers ervan te overtuigen dat zij niet bang hoeven zijn, maar dat de wereld om ons heen wel voortdurend verandert.
Han Entzinger
Frans Verhagen (2010), Hoezo mislukt? De nuchtere feiten over de integratie in Nederland; Amsterdam: Nieuw Amsterdam, 240 blz. ISBN 978 90 468 0634 0.