Het eerste serieuze besluit van een presidentskandidaat is de keuze voor een running mate. Gouverneur Tim Walz van Minnesota, een ervaren politicus met een interessante achtergrond, afkomstig uit een staat waar arbeiders een belangrijk deel van de kiezers zijn, is precies wat Harris nodig had. Dat de 60-jarige Walz ook nog een man is die leuk uit de hoek kan komen en politiek weer aangenaam maakt om naar te kijken, helpt enorm. Hij zal tegengif blijken voor de bitterheid en negativiteit van Donald Trump en diens running mate, JD Vance.
Als twee keer gekozen gouverneur heeft Walz ervaring en een lijst van resultaten in zijn staat. Hij heeft ook een levensgeschiedenis die veel witte lage inkomenskiezers zal aanspreken, de groep die we vaak als blue collar aanspreken. Geboren in het Midden-Westen, in Nebraska, in een plattelandsgemeenschap, bracht zijn echtgenote, een lerares, hem naar Minnesota, één staat verderop in het Midden-Westen.
Hij is geen jurist, stelde Walz glunderend vast. Veel beter, hij was een docent aan een middelbare school, trainer van een football team – beter nog, ze wonnen het kampioenschap van Minnesota. Walz heeft lange jaren gediend in de National Guard. Hij was Afgevaardigde in het Congres in Washington voordat hij in januari 2019 gouverneur van Minnesota werd.
Walz heeft goede banden met zijn achterban, met de vakbonden, met vrouwen – een progressief standpunt over abortus –, met minderheden. Ook met zijn regio en, op landelijk niveau niet onbelangrijk, hij was het afgelopen jaar hoofd van de organisatie van gouverneurs, een teken van respect. Minnesota stemt over het geheel genomen keurig Democratisch, in die zin voegt Walz in het Amerikaanse systeem met kiesmannen per staat, weinig toe. Maar als vertegenwoordiger van het Midden-Westen kan hij ook staten als Wisconsin, Michigan en Pennsylvania aanspreken.
De afgelopen weken, in de presentaties van diverse mogelijke kandidaten, toonde Walz zich enthousiast, folksy en gaf hij goede argumenten waarom hij een progressief is. Walz was de eerste die gewoon ronduit zei dat Trump en de Republikeinen ‘weird’ zijn, ‘rare snuiters’, een kreet die de afgelopen dagen overal werd overgenomen. Op de vraag of Harris en hij niet te progressief waren, antwoordde hij: kijk naar mijn record, als je kinderen die hongerig naar school komen, eten geeft, als je zorgt voor goed onderwijs, voor ziektekostenverzekering, voor woningen, ja, dan ben ik een progressief en ik ben er trots op. Dit is het geluid dat Democraten veel te weinig laten horen.
Dat Kamala Harris de keuze had uit een behoorlijk aantal kandidaten geeft aan dat de Democratische Partij wat je noemt een ‘diepe bank’ heeft aan talent. Walz spreekt voor zich. De laatste andere kandidaat die nog in de running was, Josh Shapiro, gouverneur van Pennsylvania, had ook veel te bieden. Maar Shapiro is jonger, pas recent gouverneur geworden, en als joodse Amerikaan had hij uitgesproken meningen verkondigd over de oorlog in Gaza. Zijn onvoorwaardelijke steun voor Israël viel niet lekker bij een groot deel van de Democratische achterban, de progressieven met name. Het zou Harris, als deel van de in het Midden-Oosten niet florissant opererende regering-Harris, onnodig veel problemen hebben opgeleverd.
Dat Shapiro uit een swing state komt, was niet doorslaggevend. Ook als gouverneur kan en zal hij zich inzetten voor Democratische winst en zo als jonge politicus zo ook zijn kansen open houden in latere verkiezingen. Senator Mark Kelly, met wie Harris het afgelopen weekend nog sprak, vertegenwoordigde Arizona, ook een swing state. Hij zou een geloofwaardig woordvoerder zijn op het gebied van immigratie, maar dat zou wel eens precies tegen de Democraten kunnen werken. Exit Kelly. Maar ook hij zal campagne voeren voor Harris en helpen te winnen in Arizona.
Het is een algemeen aanvaarde wijsheid dat de keuze voor een kandidaat voor vicepresident nooit verkiezingen beslist, ook al valt dat niet te bewijzen. Wel weten we dat een slechte keuze schade toebrengt aan de belangrijkste persoon op het ticket. Die hoeft niet altijd dodelijk te zijn. In 1988 koos George H.W. Bush de jonge senator Dan Quayle van Indiana als running mate. Quayle toonde zich binnen een paar uur de verkeerde persoon en gedurende Bush’ hele presidentschap hoopten zelfs Democraten dat hem niets zou overkomen. In 2008 koos Republikein John McCain het domme gansje Sarah Palin als running mate. Het was puur opportunisme – een vrouw die populair was onder uiterst conservatieven – maar het deed afbreuk aan het gezag dat McCain had als kandidaat. Omdat hij toch op verliezen stond tegen Barack Obama, deed het er weinig toe.
Sinds Jimmy Carter (1977-1981) vicepresident Walter Mondale een grotere rol gaf bij beleidsvorming en overleg, zijn vicepresidenten veel invloedrijker geworden – althans binnen de beslotenheid van het Witte Huis. Democraten doen dat beter dan Republikeinen. Al Gore was een ware partner voor Bill Clinton, Joe Biden stond naast Barack Obama. De vicepresident van George W. Bush, Dick Cheney, kon zichzelf veel macht geven (zelfs de macht om de oorlog in Irak erdoor te drukken) omdat zijn president zo zwak was.
Het voorbeeld van Cheney geeft al aan dat het geen sinecure is wie je kiest. In zijn geval vertelde het een hoop over Bush dat we later pas zouden ervaren: Cheney was de chef van de commissie die een running mate moest voordragen en slaagde erin zichzelf die klus te geven. Kamala Harris heeft, voorzover we kunnen zien, het proces op de juiste wijze gevoerd: integer en inhoudelijk, onderwijl een show case makend voor Democratisch talent.
Na twee weken geklungel door JD Vance, de senator van Ohio die Donald Trump in zijn electorale overmoed koos als running mate, oogt Tim Walz als een verstandige keuze van Kamala Harris. Inderdaad, de eerste belangrijke beleidsbeslissing van een kandidaat is die running mate. Donald Trump liet zijn kaarten zien. Kamala Harris ook. Ze gaat ervan profiteren.