Na 2.000 miljard dollar om de corona getroffen economie te helpen, op de pof, wil Biden nu ergens tussen de 3.000 en 4.000 miljard voor infrastructuur (de getallen variëren). Biden heeft een flexibele definitie van infrastructuur, maar het is er een die past bij de vervallen staat van Amerika. Niet alleen wegen en bruggen moeten worden opgeknapt, ook het onderwijs, bejaardenzorg en andere voorzieningen die hij erin stopt, moeten beter dan ze nu zijn om van de VS een beschaafd land te maken.
Het is ook een investering in nationale veiligheid. Zoals Peter Beinart vandaag in de NYT betoogt, is het defensiebudget veel te hoog. Het is zowat onaantastbaar, de ultieme overwinning van Eisenhowers militair industrieel complex. En dan hebben we het nog niet over biljoenen dollars die in Irak en Afghanistan verspild zijn. Al die uitgaven versterken Amerika niet. Dat doet het infrastructuurplan wel. Het is de Great Society 2.0.
Amerika kan alleen wereldleider zijn als het binnenlands sterk is. Dat is nu niet het geval. China zal een hardere dobber hebben aan het Amerika van Biden dan aan dat van Trump en McConnell. Alleen al daarom is deze investering in Amerika verstandig en gepast.
Biden zal niet alles krijgen wat hij vraagt. Joe Manchin, senator van West Virginia, heeft meer macht gekregen als hoognodige stem in de senaat dan goed voor hem is. West Virginia weet hoe je daarmee omgaat. De oude senator Byrd zorgde voor veel geld dat in zijn staat werd verspild. Nergens liggen meer stukjes freeway die nergens heen gaan.
Manchin zal wel wat aan de marges weten af te snoepen, hij zou er beter aan doen de armoedige sociale structuur van zijn staat, grotendeels in de Appalachen, te versterken. Maar Biden weet wat hij doet.
Ik moest denken aan een van de minder vaak gehoorde uitspraken van Ronald Reagan: als je in Washington een half brood wil moet je om een heel brood vragen. Zo is het.