Another one hits the dust. Kirsten Gillibrand accepteert het onvermijdelijke: haar campagne voor het presidentschap kreeg nooit enige dynamiek. Verkeerd jaar, helaas voor haar. Ik vermoed dat ze in 2016 een betere kans had gehad als Hillary niet alles om haar heen dood had gemaakt. Toen Gillibrand voorop lopen als iemand die seksisme in het leger aan de kaak had gesteld, nu was Gillibrand de Al Franken moordenaar.
Al Franken was haar grootste probleem. Gillibrand was de eerste die de senator van Minnesota opriep om af te treden na klachten over zijn gedrag – niet onterecht maar Frankens gedrag was lachwekkend onschuldig vergeleken met dat van de pussy grabber in chief.
Gillibrands andere probleem was typisch dat van een senator. Ze klom op van afgevaardigde van een district in het noorden van New York waar wapens heilig verklaard zijn. Daar ging zij dus niet tegen in. Overigens is het goed te onthouden dat Gillibrand haar zetel kreeg toen Caroline Kennedy zich terugtrok wegens niet geschiktheid. Toen ze eenmaal senator was, nam Gillibrand de normale New Yorkse afkeer van wapens aan. Opportunistisch? Misschien maar niet bijzonder. FDR vertegenwoordigde in 1910 een landelijk district, dat was te horen.
Ik vond Gillibrand een interessante kandidaat, interessanter dan Klobuchar bijvoorbeeld, die evenmin Iowa gaat halen.
Het verhaal blijft hetzelfde. Warren heeft het momentum, Harris is de enige die daar nog op kan inbreken, denk ik. Voor Booker geldt evenzeer verkeerd jaar, dit is geen verkiezing voor een zwarte senator met ruime ervaring in een treurige stad in New Jersey. Klinkt lullig maar het is niet anders. O’Rourke blijft ook niet lang meer, de vraag is wie het eerste afhaakt om de senaatsrace in Texas te gaan doen: O’Rourke of Castro.
Een mogelijke verrassing blijft Mayor Pete, Buttigieg, de enige, afgezien van Warren, die wat losmaakt. Mijn huidige voorspelling: Warren/Butigieg in november 2020.