De Democraten winnen het Huis maar voor de rest was het een treurige verkiezingsavond.
Gouveneurszetels van enorm belang gingen verloren: Florida, Georgia en Ohio.
Deze verkiezingen betekenen, denk ik, het einde van de prille presidentiële ambities van senator Cory Brooker en ex-gouverneur Deval Patrick van Massachusetts. Om het beestje bij de naam te noemen: een zwarte kandidaat is onwaarschijnlijk.
Bernie Sanders’ kandidaat in Florida, Andrew Gillum, verloor een staat die de Democaten hadden moeten winnen. Hoewel Sanders is herkozen en sommige van sociaal democratische aanhangers in het Huis komen, denk ik dat zijn richting gisteren er niet goed afkwam. Het zou het einde moeten zijn van de onverstandige presidentiële ambities van Sanders.
Over bejaarden gesproken: Nancy Pelosi. Hoewel ik de Democratische Speaker niet erg geschikt vind als uithangbord voor de Democraten, is zij waarschijnlijk wel degene die de Democraten in het Huis voor grote fouten kan behoeden.
Vrouwen deden het goed in de Huis races, slecht in de senaatsraces. De kans op een vrouwelijke Democratische kandidaat is kleiner dan tevoren. Slecht nieuws voor senatoren Kamala Harris en Kristen Gillibrand.
In het algemeen zullen Democraten zich moeten beraden hoe ze in 2020 een boodschap van verbinding kunnen uitdragen zonder weg te zinken in anti-Trump retoriek. Wie kan de verdeeldheid verkleinen, Amerika weer een gezamenlijk doel geven? Dat is de vraag, maar tegelijk is de vraag wat dat kan doen – een crisis, Trump nog meer psycho, confrontatie met China.
Als ik er een weddenschap op moest afsluiten dan zou ik verwachten dat een Republikein die eenheid gaat brengen (Niki Haley of John Kasich) met een Democratisch congres. Het is in elk geval moeilijker om het omgekeerde voor te stellen.
Dit alles onder het voorbehoud dat de crisis waarvoor Amerika totaal onvoorbereid is, zich niet voordoet. Het voelt een beetje als 1928.