Binnen een paar dagen zal het Amerikaanse Supreme Court beslissen over de vraag of het recht van de vrouw om te beslissen over abortus geldt voor heel Amerika of dat individuele staten het aan banden kunnen leggen. Een gelekte notitie doet vermoeden dat het Hof ervoor zal kiezen de staten daarin vrij te laten wat in de praktijk flinke beperkingen oplevert. En dat terwijl meer dan zestig procent van de Amerikanen vindt dat abortus legaal moet zijn onder vrijwel alle omstandigheden.
Die discrepantie geeft opnieuw aan dat in het Amerikaanse politieke systeem veel macht toekomt aan negen benoemde rechters. Bij alle kritiek daarop is het goed om in het oog te houden dat die macht niet vanzelf spreekt. Het Congres kan immers wetgeving aannemen die op federaal niveau zaken regelt, zoals een recht op abortus en serieuze wapenwetgeving. Als de kiezers iets anders willen dan moeten ze anders kiezen, dan moeten ze andere politici in het Congres en in hun staatscongressen zetten.
Over het abortusdebat kunnen we kort zijn: het is geen debat. Er zijn enkel absolute stellingnames: je bent tegen abortus of je bent voor het recht om dat zelf te beslissen (door tegenstanders ‘voor abortus’ genoemd – niemand is ‘voor’ abortus). Het probleem is ook niet abortus, het probleem is het Amerikaanse politieke systeem. Dat systeem maakt het moeilijk om een compromisoplossing te vinden die vrijwel overal in de westerse wereld lijkt te werken.
Daarbij spelen drie factoren een rol. De eerste is dat staten het recht hebben om eigen regelgeving te maken op terreinen waar het Congres dat niet zelf doet. De tweede is dat het Congres door extreme polarisatie niet in staat is om een federale regeling te maken. De derde dat het Supreme Court als er gen federale wetgeving is, beslist of regels die een staat in overeenstemming zijn met de grondwet.
Voor abortus geldt dat het Congres niet kan beslissen en dus doet het Supreme Court dat binnenkort als het beslist of een beperkende regeling in Mississippi is toegestaan. Als het dat doet, dan moet het Hof haar eigen precedent verwerpen, het beroemde Roe v. Wade arrest uit 1973. Daarin stelde het Supreme Court dat de vrouw dat recht heeft zelf over abortus te beslissen tot de foetus zelfstandig buiten de baarmoeder kan leven.
Cruciaal is dat het Supreme Court dat recht onderbracht in een ‘right to privacy’ van de Amerikaanse burger. Dat zou voortvloeien uit het 14e Amendement op grondwet dat onder meer stelt: ‘geen staat zal een wet aannemen of uitvoeren die de privileges of vrijstellingen van burgers van de Verenigde Staten zal beperken’. Recht op privacy was een creatieve inlezing van dit amendement, zoals rechters in het Tweede Amendement ook inlazen dat je een absoluut individueel recht het op wapenbezit.
Je zou kunnen zeggen dat het aanstaande arrest helemaal niet gaat over abortus maar over een volgens de conservatieve meerderheid in het Supreme Court onterechte uitbreiding van burgerrechten. En als dat de juridische redenering is, dan kunnen ook de rechters geen millimeter toegeven: je hebt het recht of je hebt niet. Maar heb je het niet dan kunnen staten in principe ook voorbehoedsmiddelen en het homohuwelijk verbieden die op het recht op privacy zijn gebaseerd. De superconservatieve rechter Samuel Alito die de gelekte abortusnotitie heeft opgesteld wuifde dat wel weg, maar als abortus sneuvelt dan is er geen reden waarom die andere verworvenheden ook niet onderuit kunnen gaan.
De buitenstaander zou zeggen: regel abortus landelijk en doe het als een groot compromis. Helaas leidt het tweepartijensysteem echter tot extreme polarisatie op onderwerpen die zich lenen om partijpolitiek uit te buiten, de zogenoemde cultural issues, abortus, schoolgebed, wapens, sekse en geloof. Het geeft absolutisten op de vleugels, zowel links als rechts, meer macht dan ze verdienen en het betekent in het geval van abortus dat een compromis onmogelijk is. Omdat in de Senaat nog steeds de filibusterregel geldt dat je zestig van de honderd senatoren nodig hebt om debat af te kappen en tot stemming over te gaan kan een gedisciplineerde partij in dit systeem alles blokkeren. Zo krijgt het Supreme Court zijn macht.
Het vreemde is dat de regeling van de staat Mississippi die Roe nu waarschijnlijk zal torpederen een goed wetgevend compromis zou zijn. Mississippi zou een maximale termijn voor abortus hanteren van vijftien weken. Iedereen is het erover eens dat een foetus dan nog niet leefbaar is buiten de baarmoeder. De recht-op-abortus beweging betoogde echter meteen dat elke aantasting van Roe onacceptabel is en dus deze wet ook. Curieus genoeg is dit het NRA-argument over wapens: geef ook maar een centimeter toe en alles gaat schuiven. Nee, tegen elk compromis.
Als Roe valt dan zullen veel door Republikeinen geleide staten onmiddellijk anti-abortuswetgeving invoeren, van een absoluut verbod onder alle omstandigheden zoals in Oklahoma, tot een zesweken grens zoals Texas die hanteert – als veel vrouwen zich niet eens realiseren dat ze zwanger zijn. De absolutisten kunnen nog verder gaan en morning after pillen verbieden. Zij willen ‘personhood’ claimen voor de foetus de dag na conceptie.
Er zal de komende weken veel gepraat worden over abortus en de terugkeer naar een mogelijk illegale en in elk geval ongelijke abortuspraktijk in de Verenigde Staten. Ook de macht van het Supreme Court zal belicht worden, toegejuicht of juist bekritiseerd. Maar als de hoogste rechters met beslissingen ingaan tegen wat de meerderheid van de Amerikanen wenst (er komt ook een beslissing aan over het dragen van verborgen wapens) dan kan het Hof dat alleen maar doen omdat het Congres geen actie onderneemt.
En zo komt het uiteindelijk terecht bij de simpele vaststelling dat als de Amerikaanse kiezer zijn politici niet afrekent op wat ze massaal wensen, ze krijgen wat een actieve minderheid hen oplegt. Of het nu gaat om wapens, om abortus of homohuwelijk: kiezers krijgen waar ze voor stemmen of in elk geval niet tegen stemmen. Niet het Supreme Court maar de kiezer is het probleem.