In De Morgen, België
Na de honderden demonstraties tegen wapengeweld in Amerika springen twee conclusies in het oog. De eerste is dat het niet alleen ging over wapens maar over democratie: een luide kreet van burgers dat hun zorgen niet genegeerd kunnen worden. De tweede is dat de zes minuut twintig stilte van een betraande Emma González, de tijd die het duurde om veertien medescholieren en drie docenten te doden, luider spreekt dan de miljoenen dollars die de moord- en wapenlobby, de National Riffle Association, besteedt om politici naar zijn pijpen te laten dansen.
Wat we zaterdag zagen was een levensteken van de democratie die in het Amerika van Donald Trump onder vuur ligt, al was het maar door de verloedering van het publieke debat door deze president (een Republikein noemde González een skinhead lesbian, Trump jr noemde de scholieren ‘acteurs’). We zagen hier niet het negatieve Amerika van Trump, hier spraken jongeren die de moed niet hebben opgegeven, die zich niet laten muilkorven door een politiek systeem dat vooral goed is in het bevoordelen van zichzelf en het verrijken van zijn betalende achterban.
Dat wil niet zeggen dat Amerika van vandaag op morgen verandert. De eensgezindheid op dit terrein is elders niet per se aanwezig en we zagen maar een beperkt deel van mogelijke kiezers. Maar miljoenen jonge kiezers zich ‘empowered’ voelen en naar de stembus komen, dan zagen we hier inderdaad een kleine revolutie. Zelfs, durf ik te zeggen, als het ook tegenstanders van wapenwetgeving naar de stembus lokt. Democratie is niet onderwerp of partij gebonden, zelfs niet regels gebonden. De essentie ervan is het vertrouwen dat burgers over belangrijke onderwerpen hun mening kunnen uitspreken in de verwachting dat die op zijn minst gehoord wordt en op zijn best effect heeft.
Vanuit dat perspectief zagen we een hoopgevende demonstratie van democratische kracht, een vorm van zelforganisatie die Alexis de Tocqueville, de grote Franse schrijver over democratie, zou hebben herkend als de ultieme kracht van Amerika. Dit is het jaar dat de generatie babyboomers herdenkt dat zij in de zomer van 1968 een nieuw geluid liet horen, eiste mee te praten. Die babyboomers zijn inmiddels uitgeblust en conservatief geworden, maar voor hen en voor iedereen die democratie is toegewijd, is het een hoopvol teken dat tieners, scholieren en studenten, hun stem te laten horen, de energie en tijd investeren om mee te praten over hún toekomstige samenleving.
Geen misverstand: ik heb geen hoop dat dit Congres of deze president maatregelen zal nemen ook al wil een meerderheid van de Amerikanen dat. Na zijn ontmoeting met een aantal scholieren heeft president Trump het erbij laten zitten. Een week later zei hij dat er ‘geen politiek draagvlak’ was voor wapenregulering, nadat hij eerst nog had gesuggereerd dat Republikeinse senatoren bang waren voor de NRA. Uiteindelijk was hij zelf te laf om met hen de strijd aan te gaan. Gelukkig is er op staatsniveau meer animo om naar de bevolking te luisteren.
De demonstraties tonen hoe groot de afstand is tussen gekozen afgevaardigden en kiezers. Dit onderwerp en de verwachte hoge opkomst van jongeren die hun politici tot de orde roepen vergroot de kans op flinke Republikeinse verliezen in november. Wat we hier zien gaat echter voorbij aan Republikeinen en Democraten: het is een hoopvol teken dat de onder druk staande Amerikaanse democratie zichzelf kan herstellen. ‘Dit is hoe democratie eruitziet’, was een terugkerende slogan tijdens de demonstratie. Zo is het maar net.