Tot mijn zestiende brachten wij de vakanties door in Cadzand Bad, op het randje van Nederland in Zeeuws Vlaanderen. Volgende stop, na het natuurgebied het Zwin, de oude dichtgeslibte doorgang naar Bruggen, is Knokke-Heist. In de jaren zestig was het een gemoedelijke familiebadplaats. We huurden het huis van de mensen die er woonden en die in het hoogseizoen zelf in de garage bivakkeerden. Mijn ouders, goed katholiek, sleepten ons mee naar een katholieke noodkerk, aan de andere kant van de dijk.
We speelde softbal op het veldje met de kinderen van de families die ieder jaar terugkwamen. We kenden elkaar en later vreeën we met elkaar. In Retranchement konden we eind jaren zestig naar een boerenschuur, Sarasani, waar de glorie van Nederlands pop optrad.
Onlangs was ik er terug. Nee, ik had niet verwacht dat het nog zou lijken op die jaren dat wij er vakantie vierden maar ik had ook niet verwacht dat ze er zo’n rommel van zouden maken. In onze beginjaren mocht je nog overal de duinen in. In een duinpannetje kon je luisteren naar Radio Caroline en Radio Londen. We speelden in een half weggezakte Duitse bunker.
In later jaren werden de duinen beschermd. Er kwam prikkeldraad, een keurig pad en de duinpannen waren taboe. Begrijpelijk, duin is kwetsbaar.
Kom nu terug en de duinen zijn compleet volgebouwd met patjepee appartementen, dure hotels. Op het strand zelf staat een lelijk bouwsel als permanente strandtent. Er wordt gebouwd bij het leven en het ene gebouw is al lelijker dan het andere. Het haventje is nu een jachthaven. Het winkelcentrumpje, in het midden van de boulevard, is er nog steeds en oogt nu zelfs charmant ouderwets, terwijl het indertijd als te modern werd ervaren.
De enige winkel die ik nog herkende was aan het begin van het dorp, als je uit Cadzand Dorp komt. Daar kochten we emmertjes, schepjes en een enkele vlieger. Het zit nu weggedrukt tussen bouwwerken in een vreemde Engels ogende stijl. De bouw heeft ook de minigolf die er ooit was overwoekerd.
Volgens Omroep Zeeland was een upgrade van Cadzand Bad hard nodig. Nu komen er meer en meer spenderende toeristen. De appartementen leveren meer OZB op.
Je moet er van houden. Aan mij is het niet besteed. En als je over de platgeasfalteerde duintop wandelt (nauwelijks meer als zodanig te herkennen) moet je oppassen dat je niet door een bejaarde met een e-bike van je sokken wordt gereden. Een treurig gevoel houd je er aan over. Misschien moet je ook niet teruggaan naar plekken waar je als kind ooit van genoot. Dat is waar en ik gun het dorp zijn hogere belastingopbrengsten, maar waarom hebben ze in vredesnaam die duinen volgebouwd en geasfalteerd? Deprimerend.