Ik ben niet gelovig en Goede Vrijdag betekent weinig voor me. Zeker, ik herinner me de diensten die ik als misdienaar verleende aan de pastoor, en het idee dat om die vrijdag om drie uur ’s middags (Eindhovense tijd) donder en bliksem zou losbarsten, vond ik toen wel spannend. De beelden in de kerk waren bedekt met paarse doeken. Als iets mee ooit aansprak in de katholieke kerk dan was het de dienst van het licht, de nachtmis met Pasen, als de kerk van donkerte naar licht ging en de paarse doeken werden weggehaald. Thuis hadden we een paasontbijt, na de nachtmis.
Ik hoefde niet van mijn geloof te vallen omdat ik het nooit had, maar dit hele klassieke beeld van een katholieke jeugd begon al te verschuiven toen de nachtmis steeds vroeger begon of zelfs naar de zondag werd doorgeschoven. Mijn moeder, die wel steeds meer twijfels had over geloof, ging nog wel steeds naar de late mis, al schoot het ontbijt er steeds meer bij in. Ze zorgde nog heel lang wel voor een paastak met eitjes eraan en, in die mooie mengeling van heidense erfenis en geloof, konden de kleinkinderen eieren rapen in haar grote tuin. Kortom, Pasen speelde een rol in ons leven, gelovig of niet.
Ik moet vrezen dat mijn kinderen geen idee hebben wat er met Pasen gevierd wordt. Als ze het al hebben, dan zijn Hemelvaart en Pinksteren vooral vrije dagen, onbegrijpelijk genoeg voor de rest van de wereld ook nog met een extra maandag (verworvenheid van de katholieke vakbonden – een vergeten deel van de verzuiling). Of ze daarmee iets missen en gewoon genieten van mooi lenteweer, weet ik niet. Ik herinner me een discussie met Andreas Kinneging die volhield dat je zonder geloof geen basis had voor moreel gedrag. Ik hield vol dat humanisme dat heel best tot stand bracht, zie mijn kinderen die normen en waarden hebben die anderen christelijk en weer anderen katholiek zouden noemen.
Ik kom op dit alles door Donald Trump. Wie anders? De held van de evangelische christenen die zondag massaal naar de kerkdiensten gingen waar ze corona op doen, en in elke waarschuwing tegen samenscholing een samenzwering zagen, tegen geloof natuurlijk, deze held wenste iedereen afgelopen vrijdag “HAPPY GOOD FRIDAY TO ALL!”.
Je verbaast je niet meer over de domheid en onwetenheid van deze psychopaat, deze clown, maar het blijft moeilijk te aanvaarden dat de mensen die hem in hun hart gesloten hebben, de evangelische christenen, de studenten van Liberty University die door Trumps vriend Jerry Fallwell nodeloos gezondheidsrisico’s lopen, dat deze mensen zijn valse vroomheid niet ontmaskeren.
De afgelopen weken heeft Trump in zijn dagelijkse televisieshow laten zien dat hij niet alleen dom en onwetend is maar ook wreed en gespeend van empathie. Narcisme laat daar geen ruimte voor. Geen woord van medeleven met de slachtoffers van zijn mankerend beleid kwam over zijn lippen, in plaats daarvan stak hij zichzelf omhoog als het meest populair op Facebook, of iets dergelijks. En nadat hij zes weken de pandemie ontkend had, verklaarde hij dat hij altijd al had geweten dat het een pandemie was. En zo nog het een en ander. Ondertussen leefde hij zich uit in die oude christelijke waarde: wraak nemen op je vermeende vijanden. De ene na de andere onafhankelijke geest werd ontslagen.
De afgelopen weken heb ik gelezen in de essays van Michel de Montaigne, de man die deze manier van schrijven, deze manier van denken, op de kaart zette. Montaigne stelt ergens dat als je iemand wilt bespotten en beledigen je hem lof moet toezwaaien voor hoedanigheden die niet passen bij zijn rang, ook al zijn die in andere omstandigheden prijzenswaardig, of voor eigenschappen die niet zijn belangrijkste behoren te zijn.
Ik zie daar wel iets in. Liever dan Donald Trump te kritiseren voor dingen die er werkelijk toedoen, voeg ik me in de groep die de Amerikaanse president lof toezwaait. Ik zeg het luid en duidelijk: Donald Trump is een geweldige entertainer. Zijn dagelijkse show kluistert miljoenen aan de buis. Geen wonder dat hij meer Facebook bezoekers heeft dan wie dan ook. Alle lof. Wat een man!