Geupdate versie, vandaag in de Standaard op de opiniepagina.
Aan kandidaten voor het Amerikaanse presidentschap hebben de Democraten geen gebrek. Qua ras, identiteit, sekse en seksualiteit was er nooit een gevarieerder stel. Afgelopen week werd dat nog diverser door de kandidatuur van de New Yorkse miljardair en oud-burgemeester Michael Bloomberg en de zwarte oud-gouverneur van Massachusetts, Deval Patrick. De alom gewantrouwde en veel te oude Bloomberg zal irrelevant blijken, maar Patricks kandidatuur is serieus, niet ondanks maar juist door zijn late aankondiging, die het gevolg was van inmiddels beheerste kanker bij zijn echtgenote.
Patricks aantreden gooit alles overhoop. Het bedreigt de kwakkelende campagnes van Cory Booker en Kamala Harris, zwarte gematigde senatoren die tot nu toe niet konden overtuigen, laat staan uitbreken. Patrick heeft een betere kans om zowel zwarte Amerikanen aan te spreken als andere kiezers die vooral kijken naar verkiesbaarheid en programmatisch realisme. De 63-jarige Patrick is een ervaren bestuurder en een financier in goeden doen. Zijn ras is een bijkomende zaak, niet de essentie van zijn kandidatuur. En het is 2020: alle Republikeins racisme ten spijt kun je kiezers na het grove, immorele presidentschap van Trump niet meer afschrikken door ras het onderwerp te maken. Obama heeft die ban gebroken.
Als het bij de Democraten uitloopt op een strijd tussen pragmatisch midden en progressief dan heeft Patrick uitstekende papieren om de midden-kandidaat te zijn. Oud-vicepresident Joe Biden kunnen we afschrijven: te oud, te vaag, te niets. Patrick zal Biden de genadeslag toebrengen in South Carolina, waar zwarte kiezers de doorslag geven, maar niemand moet raar opkijken als hij al eerder de handdoek in de ring gooit. Biden ligt achter in Iowa en New Hampshire, en als zijn aanhang in South Carolina wegsijpelt dan is zelfs voor de oude man de boodschap duidelijk. De andere serieuze middenkandidaat, Pete Buttigieg, doet het goed in Iowa en ligt volgens recente peilingen zelfs voorop, maar de 37-jarige burgemeester van South Bend, Indiana, (108.000 inwoners) kan qua ervaring niet op tegen een oud-gouverneur. Na Iowa wacht Buttigieg een moeilijk traject. Voor Patrick is het belangrijk in New Hampshire goed te scoren. In de buurstaat van Massachusetts kennen ze hem goed.
Als dit scenario zich ontrolt – en dat is verre van zeker – dan beschikt Patrick over veertig procent van de stemmen. Elizabeth Warren zal de aanhang van de onverkiesbare Bernie Sanders oppeuzelen en komt dan ook op veertig procent uit. Een mooie tweestrijd. In dat stadium zal het wel degelijk verschil maken dat Patrick een zwarte politicus is – Warren kan bij die groep kiezers geen potten breken, onterecht maar dat maakt niet uit.
Alle programmatische peilingen wijzen erop dat Amerika toe is aan een progressieve kandidaat, iemand die de overheid inzet voor het gemene goed en gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur serieus neemt. Een kandidaat die de splijtende ongelijkheid vermindert. Op alle terreinen, inclusief buitenland, zijn de Republikeinen rijp voor de slacht. Toch zijn veel Democratische kiezers bang om te radicaal over te komen, inclusief Patricks vriend Barack Obama die dat vorige week nog eens uitsprak. Dat neemt niet weg dat mede dankzij Bernie Sanders de progressieve agenda de discussie bepaalt.
De ervaring leert dat gouverneurs goede kandidaten zijn. Ze hebben tenminste iets gerund, dat kun je van senatoren niet zeggen. Ze worden vaker gekozen: Carter, Reagan, Clinton en kleine Bush waren allen gouverneur, net als Theodore en Franklin Roosevelt, die Amerika redden van excessen die erger waren dan Donald J.Trump. Patrick past in die traditie al zal hij gelden als Wall Street kandidaat vanwege zijn ervaring in de financiële wereld. Maar beide hervormende Roosevelts, deel van de elite, lieten zien dat juist een dergelijke president in staat is het systeem te veranderen, misschien beter dan een populist.
Is Patrick niet te laat? Dat staat te bezien. Als Wall Street favoriet kan hij direct beschikken over financiering waarvoor anderen maanden moesten werken. Patrick heeft nog geen staf, maar er is een heel leger van Obama-medewerkers die de kat uit de boom keken, plus de hulptroepen van nog af te vallen kandidaten. De overstap van Biden naar Patrick is snel gemaakt.
Het geweeklaag over de Democratische kandidaten is onterecht, maar de mensen die zich zorgen maken over een te progressieve kandidaat, onder wie veel journalisten, zullen Patrick luidkeels verwelkomen. Voor progressieven is hij niet onaanvaardbaar. Een betrouwbaar bestuurder die de onmiskenbaar progressieve agenda van de Democraten handen en voeten kan geven. Iemand die erop kan wijzen dat in Massachusetts 98 procent van de inwoners een ziekenkostenverzekering heeft.
Alles bijeen is de kandidatuur van Deval Patrick een welkome aanvulling. De verkiezingen van 2020 moeten gaan over karakter, beschaving, corruptie, de rol van de overheid en de structurele ongelijkheid die de Amerikaanse samenleving ondermijnt. Alle Democraten delen die agenda. De vraag voor de kiezers is wie van hen het best in staat is ermee te winnen en hem dan ook uit te voeren, een gematigde pragmaat als Patrick of een intelligente populiste als Warren. Dat is een rijkere keuze dan vorige week ter tafel lag.