Als je in Texas bent, meer speciaal in de Hill Country, is Lyndon Johnson nooit ver weg. Ik was er lang geleden al geweest maar vorige week bezocht mijn vrouw voor het eerst de LBJ Ranch in de Hill Country, Johnson City en de LBJ Library and Presidential Museum in Austin. Het was als altijd een indrukwekkende ervaring. Johnson was een man van enorme ambities, met geweldige kwaliteiten en vreselijke karakterfouten. Een man die Amerika eigenhandig socialer en medelevender maakte, de burgerrechtenwetgeving erdoor jaste, armoede terugdrong en uiteindelijk verzoop in een oorlog die hem nauwelijks interesseerde, het drama in Vietnam. Voor mijn vrouw was het des te indrukwekkender omdat we over Johnson alleen de clichés kennen: de man van burgerrechten en van Vietnam.
Wat telt als je de resultaten van zijn presidentschap bekijkt, is dat Johnson toen hij op 22 november 1963 dat ambt bijna letterlijk in de schoot geworpen kreeg, is dat hij in twee jaar een wervelwind van wetgeving tot stand bracht, nooit gezien sinds de New Deal. Johnson vond dat je president bent om er iets mee te doen, dat je een verkiezing wint om je politieke krediet te gebruiken voor het algemeen goed, en dat deed hij.
Als zuidelijke politicus die als meerderheidsleider in de Senaat in de jaren vijftig nog burgerrechtenwetgeving verzwakte omdat hij de racisten in zijn partij te vriend moest houden, zette hij hen als president genadeloos de duimschroeven aan. Hij wist dat er politiek een prijskaartje aan hing, maar hij was niet voor niets president. Hij was zelf opgegroeid in relatieve armoede, wist hoe het leven in de Hill Country was voor de New Deal, gaf zelf onderwijs aan arme kinderen en was gemotiveerd om baanbrekende onderwijswetgeving te realiseren.
Ik zag weinig nieuws, maar het horen van Johnsons telefoongesprekken (hij bracht 16 uur per dag door aan de telefoon), de toespraken, de motivatie, het wegzinken in het moeras van Vietnam en binnenlandse onrust, zetten me nog maar weer eens aan het denken. Waarom is het politieke leven van Johnson interessant, fascinerend, dramatisch? Omdat hij een man was van buitengewone karaktertrekken, denk ik. Dat leidt tot interessante levens, tot interessante carrières en interessante presidentiële musea. Daarom is Johnson een van mijn favoriete presidenten, daarom is Richard Nixon razend interessant en daarom zijn Eisenhower en Jimmy Carter dat niet. De Kennedy Library is een hagiografisch geval, die van Reagan idem dito.
Interessante, fascinerende persoonlijkheden zorgen voor interessante fascinerende presidentschappen. Denkend over LBJ en pratend met Trump aanhangers in Californië en Texas, dat plaatsend in de context van mijn eigen historische kennis, verwacht ik dat iemand als Trump een interessante erfenis achterlaat. Niet een aantrekkelijke erfenis, wel relevant. Misschien lijden we er nog decennia onder. Het bevestigt mijn overtuiging dat het de meest succesvolle en de meest mislukte presidenten zijn die het meeste invloed hebben. Zoals we nog altijd een Amerika hebben dat is gemaakt door FDR en LBJ, zo is er ook het Amerika van de falende presidenten, mensen als Herbert Hoover en kleine Bush, wiens oorlogen we nog steeds niet afgerond hebben.