Donald Trump is de slechtste president aller tijden. Dat was hij vorige week en dat is hij deze week. Het Mueller-rapport verandert daar niets aan, ongeacht wat daar uiteindelijk in blijkt te staan. Dat Trump nu victorie kraait is begrijpelijk. Hij heeft nooit weerstand kunnen bieden aan simpele verleidingen. Natuurlijk claimt hij dat de deep state of wat dan ook hem probeerde te ondermijnen.
Minder voorspelbaar maar diep verontrustend is dat de mensen die op goede gronden Trumps presidentschap bekritiseren, die hem een warhoofd vinden zonder moreel kompas die niet thuishoort in het presidentschap, zich meteen in de verdediging laten drukken. Zich het verhaal laten opdringen dat zij het waren, dat Mueller het was, die Trump geen fantastische, voorbeeld zettende, visionaire president maakten. Zelfs de journalistiek werkt eraan mee met koppen als: ‘Democraten met de handen in het haar’ en ‘Wat nu Democraten?’
Alsof er niet twee jaar presidentschap ligt dat op zijn merites beoordeeld kan en moet worden. Alsof dit niet de man is die in een opwelling van verongelijktheid de overheid meer dan een maand sloot en vervolgens zijn macht misbruikte om een beleid dat het congres niet wil te realiseren. Alsof dit niet een man is die oproept tot geweld, die racistisch is en beledigend, en niet eens de moeite doet een president van alle Amerikanen te zijn. Alsof dit niet een president is die bondgenoten wegduwt, handelsoorlogen begint en autoritaire moordenaars omarmt. Wie heeft Mueller nodig om Trump te beoordelen?
Het moet gezegd: die critici van Trump die hoopten hem kwijt te raken via het Mueller-onderzoek waren kortzichtige dommeriken, te lui om het echte werk te doen om hem in de afgrond te begeleiden. Mensen met meer verstand zagen de roep om impeachment altijd al als een lomp lapmiddel. De vaak beschimpte Speaker Nancy Pelosi waarschuwde er vorige week nog voor, betoogde dat het normale electorale proces waarin de kiezer zich uitspreekt over de kwaliteit van het bestuur zijn beloop moest hebben en impeachment bewaard moest worden voor onvergeeflijke misdaden. Voorwaar de woorden van een staatsvrouw in een klimaat waarin wederzijdse verkettering de norm is geworden en politici werkelijk niets constructiefs tot stand weten te brengen.
Het beste advies voor die Trump critici – niet alleen Democraten, al lijkt dat zo – is om de normale processen te volgen. Laat de onderzoekscommissies van het Huis van Afgevaardigden hun werk doen, probeer zoveel mogelijk, liefst alles, zoals ook Trump zelf wil, van het Mueller-rapport openbaar te krijgen. Gebruik je democratische middelen, let the chips fall were they may. De algehele corruptie van de regering-Trump is nog lang niet boven water.
Belangrijker nog, biedt een alternatief. De kleine twintig Democratische kandidaten die in 2020 presidentskandidaat willen zijn, kunnen niet enkel campagne voeren als anti-Trump troepen. Ze weten dat. De meesten van hen bieden serieuze alternatieven, in elk geval beleidsvoorstellen die zich lenen voor maatschappelijke discussie. Een aantal van hen was er al te gemakkelijk van uitgegaan dat er zeker sprake was van samenwerking van de Trump-campagne met de Russen. Terugkrabbelen misstaat een politicus niet.
Geduld is essentieel. Deze week kraait Trump victorie, en misschien ook nog volgende week. Maar we moeten goed voor ogen houden waarover. Hij toonde zich altijd geobsedeerd door het Mueller-onderzoek. Hij overwoog minstens twee keer om Mueller te ontslaan. Trumps opluchting is tastbaar en blijft tegelijkertijd curieus als er nooit wat aan de hand was geweest. Het zal tijd kosten om het hele rapport los te krijgen en te analyseren. Gun de Trumpistani’s hun week van victorie.
Realiseer je dat politici als Trump de natuurlijke neiging hebben om te ver te reiken. Zo gebruikte hij de Mueller-opwinding niet om zich presidentieel op te stellen, maar om de aanval te openen (of beter: voort te zetten) op iedereen die hij als vijand beschouwt. En wie Trumps vijand is, is een vijand van zijn Amerika. Dat geldt voor de vrije pers, voor congresleden die hun onderzoekstaak serieus nemen, voor iedereen kortom, die niet Trump aanbidt. Dat geldt voor minstens de helft van de Amerikanen die hem, voor en na het Mueller-rapport, de slechtste president ooit vinden.
Alsof Trump zelf wilde bewijzen dat hij inderdaad die president is, kondigde hij een nieuwe poging aan om Obamacare de nek om te draaien. In de media werd het beschreven als een reddingsboei voor de Democraten, en ongetwijfeld zijn die blij dat de aandacht wordt verlegd, maar het is gewoon de zoveelste stap van een president met een agenda van destructie en obsessie met het werk van zijn voorganger. Het zijn niet de Democraten die een reddingsboei nodig hebben, en het Mueller-rapport is niet de boei die Trumps presidentschap gaat redden. De hele beeldspraak is misleidend.
Het is misschien het moeilijkste dat ooit van een politicus gevraagd kan worden: shut up, houd je mond. Trump is daartoe niet in staat. Zijn critici zouden zichzelf wel die discipline op moeten leggen. Over een week of twee – een lange tijd in de politiek – kunnen we zien wat precies de gevolgen van het Mueller-rapport zullen zijn. Daarvoor en daarna moeten we gewoon blijven vaststellen dat Donald Trump de slechtste president aller tijden is en blijft. En we nog twee jaar voor de boeg hebben.