De betekenis van Bob Woodwards nieuwe boek is niet zozeer wat het zegt maar dat Woodward het zegt. We meenden al te weten dat in het Witte Huis een infantiele, impulsieve en vanwege zijn macht gevaarlijke narcist zit, goed voor permanente chaos. Woodward bevestigt dat beeld, voorlopig enkel in voorpublicaties, met zijn journalistiek gezag, nauwgezet gebruik van bronnen en saillante details. Op een perverse manier is het goed te horen dat niet politieke of persoonlijke afkeer ons tot die conclusie bracht, maar dat het echt zo is. Wat heet, het is nog veel erger.
De korte versie van het boek is het verslag in The Washington Post van Woodwards letterlijk waanzinnige telefoongesprek met de president. Trump zegt dat hij best wilde praten, niets wist van verzoeken daartoe, geeft anderen de schuld, erkent dat iemand het wél over had gehad, laat zich door Kellyanne Conway influisteren, vertelt zijn succesverhaal drie keer en meent dat het boek ‘niet accuraat’ kan zijn als het niet concludeert dat hij de grootse president aller tijden is. Elf minuten van chaotische conversatie, automatische leugens en verzinsels – hij lijkt niet anders te kunnen – en dwangmatige zelfbevrediging. Typisch Trump. Geen wonder dat chefstaf John Kelly, die dit de hele dag moet meemaken, het heeft over de ergste baan uit zijn leven.
De waanzin roept de vraag op hoe gevaarlijk Trump kan zijn. Kan hij een oorlog beginnen, een kernoorlog? We moeten vertrouwen op minister van Defensie Jim Mattis. Heeft hij, net als indertijd Nixons minister, opdracht gegeven dat serieuze orders via hem moeten lopen? Toen Trump vorig jaar de Syrische president Assad vermoord wilde zien, antwoordde Mattis dat hij de mogelijkheden zou bekijken. Hij hing op, schrijft Woodward, en zei tegen zijn assistent: ‘dat gaan we niet doen’.
Ontleen er niet te veel vertrouwen aan: Trump begon zijn economische oorlog met Iran tegen het advies van Mattis. Trump verscheurde de G-7 verklaring en alleen preventieve maatregelen van een angstige staf voorkwamen dat hij dat deed op NAVO-bijeenkomst. En dan nog zat iedereen met samengeknepen billen, niet wetend hoe of wanneer Trump zou ontploffen. Een paar dagen later verklaarde hij zijn liefde aan Poetin. De machtigste man van de wereld is een loose cannon.
The New York Times publiceerde woensdag een tamelijk onthutsend en tegelijk absurdistisch stuk van een anonieme regeringsfunctionaris die claimt met een groep getrouwen het schip recht te houden, ‘de interne oppositie’. Zij achten Trump incompetent, amoreel en zijn persoonlijkheid een president onwaardig. Ze blijven om een man te dwarsbomen ‘die schade toebrengt aan het land’.
Ik heb zo mijn twijfels over deze burgemeester-in-oorlogstijd-redenering, met een muisstille Republikeinse Partij die dit ook allemaal weet, maar neet als de auteur vrolijk de voordelen van Trump incasseert. Moet het ons geruststellen dat de interne oppositie via de krant laat weten dat ze de zaak onder controle hebben? Wat is dit voor bananenrepubliek?
Het is ook zeker niet zo al Trumps medewerkers dagelijks knarsetandend rondlopen. Er zijn mensen die hem gebruiken, zoals Stephen Miller, het kwade genius achter Trumps migratiebeleid, de handelskliek en een roedel ministers die uitverkoop houden in hun departement. Veiligheidsadviseur John Bolton wil regime change in Iran. Er zijn de voetenkussers zoals Kellyanne Conway, de rechtspraters zoals Sarah Huckabee Sanders.
Een direct gevolg van Woodwards boek is verder isolement van Trump. Maar je vraagt je af hoeveel weerstand zelfs deze narcist heeft. Wanneer knapt het wankele fysieke en psychische koord waarop Trump balanceert? Er gaat weinig goed de laatst tijd. Met de week is hij meer paranoïde over speciale aanklager Mueller, misschien ratelen de lijken in de kast. Heeft Trump een breekpunt?
Het algehele beeld van chaos en een man ‘unhinged’, zeg maar, op het randje van waanzin, zal de verkiezingen ongetwijfeld beïnvloeden. Het Huis zal wel Democratisch worden, de Senaat is veiliger voor de Republikeinen, maar in een perfect storm kan ook daar schade ontstaan. Veeg teken: in Texas kan Ted Cruz maar geen afstand nemen van zijn Democratisch opponent. Hij had Trump te hulp geroepen die overmoedig beloofde het grootst mogelijke stadion te vullen (100.000 plaatsen). Dat kon wel eens vervelend uitpakken.
Typerend genoeg concentreerden de Republikeinen zich op Trumps kwalificatie van minister van Justitie Jeff Sessions als een ‘domme zuiderling’. Half Washington vindt dat, maar Sessions’ Republikeinse oud-collega’s zagen vooral dat Trumps Newyorkse dédain stemmen zou kunnen kosten in het Republikeinse heartland. Zuidelijke senatoren buitelden over elkaar om te laten weten dat er met hun IQ niets mis was.
Zonder brisant materiaal van Mueller ligt een impeachment niet voor de hand. Als straks een Democratisch Congres Trump in een wetgevende dwangbuis stopt zal hij alleen maar wilder worden. Her en der wordt het 25ste amendement op de Amerikaanse grondwet afgestoft: wat te doen als een president niet in staat is zijn ambt te vervullen. Voordat we zover zijn, of voordat een impeachment zou kunnen plaats hebben, of voordat Trump termijn op is, zitten we met een gevaarlijk man in het Witte Huis. De auteur in The New York Times schrijft dat zijn groep hoopt de regering in de juiste richting te kunnen sturen ‘totdat het – op de een of andere manier – voorbij is’. Op de een of andere manier is dat weinig geruststellend.