Trouwe lezers weten dat ik in de loop der jaren steeds kritischer ben gaan denken over Ronald Reagan, voor veel Amerikanen nog steeds een bewonderenswaardig en succesvol president. Het afbladderen in de loop der tijd is een proces dat bijna onvermijdelijk is. Het is ver terug dat een president er beter uit ging zien hoe langer je op zijn bewind terugkeek. Harry Truman bijvoorbeeld maar ook Dwight Eisenhower worden nu meer gewaardeerd dan in hun eigen tijd en in de direct daarop volgende decennia.
Recente presidenten stelden zonder uitzondering teleur, ik moet erkennen, met al zijn kwade kanten, dat alleen George H.W. Bush, de oudere, de toets der historische kritiek kan doorstaan. Clinton en Obama waren uiteindelijk teleurstellend, kleine Bush en Trump dramatisch slecht.
Terug naar Reagan. Hij had wat mij betreft ge-impeached moeten worden na Iran Contra. Als Watergate er niet was geweest en de Democraten niet terughoudend waren geweest, dan was dat ook gebeurd. Het was een schandaal dat zijn gelijke niet had gekend als niet kort tevoren Richard Nixon het presidentschap gecorrumpeerd had.
Met Reagan kwam ‘soft bigotry’ terug in de politiek. Zijn eerste rally was in het stadje in Alabama waar de burgerrechtenvrijwilligers waren vermoord. Waarom daar? De vraag stellen is hem beantwoorden. Southern strategy. Reagan was geen expliciete racist (wel een kortzichtige man die zelfs zijn eigen vrienden met Aids liet vallen), maar hij speelde in op sentimenten. De welfare queen die in haar limousine haar uitkering kwam ophalen hoefde niet als zwart te worden afgeschilderd om zo toch op het netvlies van zijn gehoor te verschijnen.
Binnenlands was Reagans grootste en meest destructieve erfenis het bekladden van de overheid als orgaan dat voor de meeste burgers het grootste goed kan verwezenlijken. We zijn er niet vanaf en gegeven de politieke constellatie zal die haat tegen de overheid nog wel even duren, tot schade van de samenleving. Ook de belachelijke focus op belastingen dateert uit Reagans tijd. Never mind dat in de jaren vijftig en zestig, met hoge belastingvoeten voor de rijken, en in de jaren negentig toen Clinton de belastingen verhoogde, de grootste groei plaatsvond. Republikeinen blijven dit stokpaardje berijden.
Buitenlands heeft de destructie die Amerika aanrichtte in Centraal Amerikaanse landen als Guatamala, Nicaragua, El Salvador te weinig aandacht. Met anti-communisme als excuus werden daar samenlevingen kapot gemaakt. De immigranten die nu aan de grens staan zijn er direct het product van. Dan heb ik nog niet over de proxy-oorlogen met de Sovjet Unie in Angola en Mozambique. Ik herinner me nog als de dag van gisteren dat ik als correspondent Jonas Savimbi, een brute warlord in Angola, bij de Heritage Foundation gefeteerd zag als voorman van al onze westerse waarden.
Als u denkt dat ik te hard ben tegen die goedige, altijd optimistische man die zijn vrouw liet voorzeggen wat hij was vergeten (ach..), in de New York Times vertelt een opinieschijver, historicus, een gelijksoortig verhaal.
Wel beschouwd komen weinig presidenten sinds Eisenhower er ongeschonden vanaf. De vulgaire narcist Donald Trump slaat alles, maar er is een opeenvolging van verslechtering, met de belofte van Obama, in zijn eerste jaar, als mogelijke uitzondering. Hillary Clinton, bron van veel kwaad door haar drive naar macht zonder zich te realiseren hoe slecht het was om het presidentschap in de familie te houden, en, hoewel niet narcistisch wel kortzichtig, paste in die reeks. Zonder haar hadden we Trump niet gehad.
Het is daarom licht verontrustend (wat heet licht) dat ik een zonnige toekomst voor de VS alleen kan voorzien als per ongeluk, als een deus ex machina, een president opduikt die het land weer aan elkaar weet te knopen. Iemand met visie die koppen tegen elkaar kan slaan, misschien ook omdat het land zich heeft gerealiseerd dat het op deze manier naar de knoppen gaat (zover is het nog niet). Wie dat moet doen? Tja, zoals dat gaat met dei ex machina, ik weet het niet, kan het niet voorzien. Je kunt alleen hopen en dat is op zich een weinig productieve activiteit (zie ook mijn bespreking van George Packers Last Best Hope van gisteren).