Boekbespreking
San Fransicko. Why Progressives Ruin Cities door Michael Shellenberger. New York, 2021.
San Francisco en Seattle waren ooit mijn favoriete Amerikaanse steden. Seattle is al lang geleden uit die categorie verdwenen, nadat Microsoft van de laid back, koffiedrinkende, boeken lezende stad, een boom city had gemaakt (en Starbucks van een lokaal cafe met fantastische espresso tot een keten met bittere koffie). San Francisco deed er langer over maar is nu ook blijvend beschadigd. Ik zal niet de techies overal de schuld van geven, maar het is zeker zo dat huizen en huren onbetaalbaar zijn geworden omdat grootverdienende Silicon Valley medewerkers de stad veroverden. Ze worden met bussen naar hun werk gebracht en gehaald, want, begrijpelijk, in San Francisco is het leuker wonen dan in en rond San Jose – als je daar al iets kunt vinden.
De bezoeker wordt getroffen door een acuut probleem: daklozen, tenten op straat, menselijke uitwerpselen overal. Openlijke drugsmarkten, talloze psychisch gestoorden die de straten niet zozeer onveilig als wel onaangenaam maken. Het gaat om een stuk of 8000 mensen, die deels naar San Francisco kwamen omdat het weer er beter is en omdat er veel en gemakkelijk hulp geboden wordt, althans, dat is het verhaal. Tijdens de corona crisis stopte de stadsregering daklozen in leegstaande hotels, zonder voorwaarden en zonder behandeling van verslaving of gekte. Geen wonder dat ze niet weg wilden toen het feest voorbij was.
Ik had San Fransicko, een boek door Michael Shellenberger, aangeschaft in de hoop dat ik zou begrijpen hoe dit zo is gekomen, en beter nog, wat eraan gedaan kan worden. De ondertitel: Why Progressives Ruin Cities had me moeten waarschuwen. Shellenberger denkt dat liberals te gemakkelijk meegaan in slachtofferdenken, in het opschorten van regels en wetten voor mensen die in belabberde omstandigheden verkeren. Daarin heeft hij niet ongelijk. Ik moest denken aan burgemeester Halsema die al meteen riep dat ze in een stad als Amsterdam Qrcodes niet gingen controleren.
Ook ben ik het wel met hem eens dat het bieden van woningen – geen makkie in San Francisco – zonder eisen te stellen voor behandeling half werk is. Hij is ervan overtuigd dat verslaving en gekte dakloosheid veroorzaken, maar hij kan dat punt niet echt maken. Eerder is er sprake van het omgekeerde: dakloosheid leidt tot verslaving en de oprisping van wat voor gekte dan ook. Wel ben ik het met hem eens dat er wel eisen gesteld mogen worden.
Recentelijk was er opwinding over de schoolboard in San Francisco die in een crisis belandde door overdreven progressief geneuzel. Zo werden de toegangseisen voor middelbaar onderwijs gebaseerd op merit, op prestaties, vervangen door loting. Meritocracy is racisme, vond het subhoofd van de club. Ook werd er veel energie gestopt in het vervangen van schoolnamen, met als extreem voorbeeld de verwijdering van de naam Lincoln van een high school omdat de 16e president een racist zou zijn geweest. Ondertussen bleven de scholen tijdens corona gesloten en werd nauwelijks hulp geboden aan ouders die dat nodig hadden.
In de loop van dit verhaal komen ook andere progressieve excessen aan de orde. De overname van een stadswijk in Portland, Oregon, en in Seattle, Washington, door anarchisten en het tolereren van die overname, met een eigen ordediens en een uitsluiting van reguliere autoriteit, door de stadsbesturen. Het was koren op de Trump-molen, die er in de nazomer van 2020 goede sier mee maakte en zeker een paar huis en senaatszetels voor de Republikeinen wist te redden. Dat gold ook voor de progressieve (niet iedereen, maar veel) reactie op de moord of George Floyd. ‘Defund the police’ is de meest stupide, meest politiek schadelijke kreet die liberals hebben bedacht.
Enfin, ik las San Fransicko met iets van toenemende irritatie, al was het maar omdat Shellenberger met tientallen activisten spreekt en tonnen cijfers over je uitstort, maar weinig gesprekken me daklozen heeft. Ook een lofzang op het herstel van de Zeedijk in Amsterdam als voorbeeld van verstandig beleid oogt wat raar in dit boek.
Wel realiseerde ik me tijdens het lezen dat de voorspelbare kreten uit de progressieve gebedsmolen inderdaad aan het denken moeten zetten. Nee, die daklozen zijn niet allemaal het slachtoffer van structurele dit of structurele dat. En ja, ze hebben vaak weinig discipline om zichzelf te helpen en de hulp die ze krijgen neemt vaak dat laatste restje doorzettingsvermogen weg. Het is het verhaal van de neoconservatieven en de verzorgingsstaat van de jaren zeventig: Lyndon Johnsons sociaal beleid was te gemakkelijk, loste de problemen niet op en verergerde ze soms. Zoals een van hen zei: ze waren ‘liberals mugged by reality’. Deze helden bekeerden zich tot Republikeins vrije markt denken wat, kunnen we gerust vaststellen, helemaal niets aan problemen deed.
Je moet het eens zijn met Shellenberger op een aantal terreinen. Ja, drugdealing moet streng aangepakt worden, winkeldiefstal, bedreiging op straat en andere misdragingen moeten gestraft worden, anarchisten die zich gedragen als maffiosi moeten aangepakt worden. En ja, we kunnen zonder stupide kretologie en laten we ophouden alles terug te brengen tot racisme en identiteitsdenken versmallen tot intolerantie. Vorige maand verloren de Democraten in Virginia de verkiezingen omdat de cultuurstrijders onderwijs in structureel racisme wisten in te zetten als verdeeldheid zaaiend onderwerp. Onterecht, maar progressieven maakten het hen gemakkelijk.
Ondertussen is het onduidelijk wat te doen met de daklozen, niet alleen San Francisco maar ook in Los Angeles en Seattle (meer aan de westkust, progressief en met lekker weer). Andere steden, zoals New York, schijnen beter te zijn in het onderdak bieden – daar slaapt maar drie procent van de daklozen op straat. Het is niet gebrek aan geld. Er staat een enorme pot in Californië. Misschien heeft Shellenberger gelijk dat de housing lobby daarvan teveel inpikt, maar hij biedt niet de alternatieven die wel succes zouden kunnen bieden.
Nee, progressieven maken steden niet kapot. Ze hebben het hart op de juiste plek, willen misschien te veel en lopen vaak vast in hun eigen rabbit holes van probleemanalyse en oplossingen. Wat progressieven wel doen – veel te vaak – is progressief beleid een slechte naam geven, waarmee de conservatieven en reactionairen politiek terrein kunnen winnen. Over San Francisco moet nog een ander boek geschreven worden.