Dit voorjaar verbaasde president Trump zich erover dat Abraham Lincoln een Republikein was. ‘Dat zouden meer mensen moeten weten’, zei Trump, zijn stuitende onkunde projecterend op de rest van Amerika. Onder president Trump komt de Grand Old Party (GOP) zoals de Republikeinse Partij zich graag noemt, tot volle wasdom als de partij van de racisten, van de haat, van de extreem rechtse blanke nationalisten. Na Charlottesville is er voor de Republikeinen geen ontsnappen meer aan: ze moeten hun president afvallen of voorgoed besmeurd blijven.
Het is niet nieuw. Uiteindelijk was het Trump die met zijn birther-nonsens, de stelling dat president Obama niet in Amerika was geboren, jarenlang haat mocht zaaien. De Republikeinen tolereerden het, niemand nam afstand: het kwam wel van pas in hun verkiezingskraam. Trump won in 2016 mede dankzij een boodschap van dog whistles, die stille racistische boodschappen, hoorbaar voor wie ervoor openstond.
Het was niet altijd zo. De partij van Lincoln, de Republikeinse Partij, opgericht in de aanloop naar de Burgeroorlog, was decennialang de enige partij die zich druk maakte over het lot van zwarte burgers. De enige partij die zich beschaamd afkeerde van segregatie en probeerde een andere weg in te slaan. Lincoln zelf ontmoette Frederick Douglass en ook zijn opvolgers ontvingen deze leidende zwarte man (Trump zei tijdens Black History Week dat Douglass goed werk doet en ‘steeds meer wordt erkend’, suggererend dat de man nog leefde).
President Theodore Roosevelt (1901-1909) was de eerste die een zwarte leider ontving in het Witte Huis. Hij had een etentje met Booker T. Washington op 16 oktober 1901. TR’s bedoelingen waren goed maar hij schrok zo van de reacties in het Zuiden dat hij onmiddellijk en ongebruikelijk voor deze man snel weer in zijn schulp kroop. De veel besmade Warren Harding, Republikeins president van 1921 tot 1923, hield in 1921 in Birmingham, Alabama, een gewaagde toespraak waarin hij segregatie leek te verwerpen. Zijn lot was een smeurcampagne die suggereerde dat Harding zwart bloed zou hebben. Presidenten als Calvin Coolidge, Herbert Hoover en Dwight Eisenhower, keurige Republikeinen, voelden ongemak bij segregatie maar deden er niets aan.
Bij de Democraten was het nog veel erger. Tot ver in de twintigste eeuw waren het de Democraten die de racisten binnen hun grote politieke tent probeerden te houden. Voor een Democratische coalitie waren altijd ook de racisten in het Zuiden nodig, de politici die rassensegregatie hadden ingevoerd en het tot het uiterste verdedigden. Het verklaart waarom Franklin Roosevelt, president van 1933 tot 1945, nooit veel werk maakte van het beëindigen van de Amerikaanse apartheid. John F. Kennedy was voorzichtig totdat de ontwikkelingen, in Selma en elders hem dwongen om zich te buigen over burgerrechten. Lyndon Johnson, een conservatieve Texaan, had in de jaren vijftig nog de Democraten in de Senaat bijeen weten te houden door voorstellen voor burgerrechten te verwateren. Maar Johnson verdient het krediet dat hij toen hij als president na 1963 de kans kreeg om af te rekenen met Amerika’s historische erfzonde, hij dat ook deed. ‘There goes the solid South’, zou hij gezegd hebben toen in 1965 de burgerrechtenwetgeving werd afgerond.
Natuurlijk zorgde de New Deal van FDR wel voor economische verbetering, zowel in de grote steden als op het zuidelijke platteland. Daarom kon hij op zwarte stemmen rekenen, voor zover zwarten konden stemmen. Geleidelijk aan verloren de racisten hun greep op het Zuiden, werden hun gevechten achterhoedegevechten voor het behoud van een immoreel systeem. In 1948 voerde de Democraat Strom Thurmond uit South Carolina (niet toevallig ook de staat die de Burgeroorlog begon) campagne tegen president Truman om de segregatie te verdedigen. Thurmond zette in 1964 de logische stap voor de volhardende segregationisten en werd een Republikein. Hij werd met open armen ontvangen aangezien de partij een opening zag om in het Zuiden stemmen te winnen.
JFK en LBJ gingen confrontaties aan met racistische gouverneurs van wie George Wallace van Alabama de bekendste werd. Net als Richard Nixon zag Wallace in 1968 het potentieel van een combinatie van zuidelijk racisme en noordelijk verzet tegen de elites. De Republikein won in 1968 dankzij een verdeeldheid zaaiende campagne om de silent majority te winnen, waarin het ook onuitgesproken bleef dat nu segregatie officieel voorbij was racistische zuiderlingen niets meer bij de Democraten hadden te zoeken. Ze waren welkom in de GOP die ze zouden gaan overnemen.
Ronald Reagan hield zijn eerste speech als officieel Republikeins kandidaat in augustus 1980 in Philadelphia, Mississippi, de plek waar in 1964 drie burgerrechten activisten waren vermoord. Hij legde de nadruk op ‘staatsrechten’, sinds de Burgeroorlog ook codetaal voor het recht om op lokaal niveau te discrimineren. Republikeinen wisten waar hun kiezers waren te vinden.
Donald Trump wond er in zijn campagne geen doekjes om. Racisten en neonazi’s waren welkom, Steve Bannon, de voorman van alt-right was zijn adviseur. Afgelopen zondag besmeurde hij het presidentschap door een daad van binnenlands terrorisme in Charlottesville, gemotiveerd door racisme en blank superioriteitsdenken, niet expliciet te veroordelen. Trumps optreden past in de pogingen van Republikeinse staatoverheden om de kiesregisters zodanig op te schonen dat zwarten en andere minderheden zich moeilijk kunnen registreren, een praktijk die door federaal Hof in Virginia al als racistisch werd bestempeld. Ook de manier waarop Republikeinen op staatsniveau de kiesdistricten zodanig indelen dat zwarten zo min mogelijk invloed hebben, past in dit patroon.
Onder Donald Trump lijkt niets te dol, hij verlegt dagelijks morele standaarden. Toch lijkt de Republikeinse Partij, de partij van Abraham Lincoln, op een cruciaal punt aangeland. Als ze nu geen afstand nemen van het discriminerende, verdeeldheid en haatzaaiende optreden van de man die namens hen in het Witte Huis zit, zullen ze er nooit meer van loskomen. Dat kan op korte termijn misschien electorale winst opleveren onder doelgroepen aan het uiterst rechtse einde van het politieke spectrum, op de lange termijn zal het de Republikeinse Partij blijvend in de hoek van de racisten en de neonazi’s zetten. Tot nog toe toonden de Republikeinen weinig ruggengraat als het ging om weerwoord tegen Donald Trump. Nu hebben ze geen keuze meer. Dat geluid dat we hoorden, dat was Lincoln die zich in zijn graf omdraaide. Tijd voor de moderne GOP om daar een echo van te laten horen.