Vandaag geplaatst in de Standaard (België)
Het is niet nodig, zelfs ongewenst, om de laagheid, vulgaire aard en leugens van de Trump campagne te vergeten, laat staan te vergeven. Maar nu de man officieel president is, moet de oppositie zich organiseren. Daarvoor zijn grofweg drie mogelijkheden: het Congres, de staten en maatschappelijke organisatie.
Oppositie in het Congres is het meest zichtbaar maar het minst effectief. De Democraten zitten er zeker tot 2020 in de minderheid. Republikeinen kunnen hun conservatieve agenda erdoor duwen. De eerste fase van mogelijk verzet, de kritische benadering van kandidaten voor ministersposten, heeft weinig opgeleverd, al was het maar omdat de genomineerden regelmatig afstand namen van Trumps meest extreme uitspraken.
Meer kans hebben de Democraten met het indienen van alternatieve wetgeving op terreinen waar de meerderheid van Amerika iets heel anders wil dan dit Congres. Te denken valt aan Obamacare, het sociale vangnet, onderwijs, milieu, vrouwenbelangen, pensioenen en wapenwetgeving. Democraten moeten duidelijk maken wat de gemaakte keuzes betekenen en wat het alternatief is.
Ze moeten Trump aan zijn beloftes houden. Veel van zijn plannen liggen slecht in zijn eigen partij. De Republikeinen willen helemaal geen investering van publiek geld in infrastructuur. Ze zijn mordicus tegen programma’s die de tekorten doen oplopen. Dat zeggen ze, en dan verlagen ze de belastingen. Als Trump niet doorkomt met een serieus plan voor infrastructuur kunnen de Democraten dat zelf indienen en de Republikeinen dwingen ertegen te stemmen. Als ze echt cynisch zijn kunnen Democraten zelfs protectionisme steunen, iets waar Republikeinen normaliter tegen zijn. Ze zullen er applaus voor krijgen van Bernie Sanders en de vakbonden. Maar de middelen in het Congres zijn beperkt, de resultaten zullen tegenvallen.
De tweede vorm van oppositie is beleid in de individuele staten. Democraten maken het liefst grote, iedereen omvattende plannen, maar nu ze in Washington zijn buitengesloten zullen ze gaan waarderen dat Amerika een federale staat is met vijftig aparte besturen. De Republikeinen gaven het voorbeeld. De afgelopen acht jaar dwarsboomden ze op staatsniveau vaak beleid. Ze frustreerden de uitvoering van Obamacare, weigerden subsidies voor publieke werken, sloten abortusklinieken of maakten anti-homo wetten. Ze perkten het kiesrecht in.
Democraten kunnen op staatsniveau alternatief beleid opzetten. Massachusetts heeft al jaren een goed ziektekostensysteem, nota bene ingevoerd door Mitt Romney. Dat kan elders ook. Californië heeft een streng milieubeleid, nog steeds goed onderwijs en redelijke voorzieningen. Veel Democratische staten en steden hebben een minimumloon van 15 dollar ingevoerd. Dat zouden de Trump-kiezers in de Rust Belt ook wel willen. Republikeinse staten als Alabama, Mississippi en Texas bungelen steevast onderaan in onderwijsstatistieken. Ze hebben ook het hoogste aantal tienerzwangerschappen, abortussen en verslavingsdoden, om niet te spreken over het wapengeweld. Kansas en Louisiana zijn failliet.
Daar liggen mogelijkheden. Staten kunnen beleid maken dat compenseert waar Trump voorzieningen afbreekt of vrijheden beperkt. Belasting voor de rijken verhogen als Trump die verlaagt. Milieubeleid streng uitvoeren. Niet meewerken aan het opjagen van illegalen. Ze kunnen laten zien dat het leven in een blauwe, Democratische staat, stukken beter is dan in een rode, Republikeinse staat. Het is waar dat 33 van de 50 staten in handen zijn van de Republikeinen, maar drie van de zes meest bevolkte staten, goed voor 71 miljoen Amerikanen, zijn Democratisch. Ze zijn belangrijk als voorbeeldstaten, met als doel het aantal in 2018 en 2020 uit te breiden.
De derde vorm van oppositie is maatschappelijke organisatie. In 1841 viel het de Franse schrijver Alexis de Tocqueville al op: Amerikanen uiten hun burgerschap door zich te organiseren in groepsactie. Zo bieden ze een tegenwicht aan het isolement dat een complexe samenleving meebrengt. Sinds de verkiezing van Trump hebben organisaties als Planned Parenthood, die gezondheidszorg biedt voor vrouwen, inclusief voorbehoedsmiddelen, de American Civil Liberties Union die burgerrechten verdedigt, het anti-discriminatie Southern Law Poverty Center en de Sierra Club miljoenen dollars aan extra giften gekregen. Oppositie met de portemonnee, via maatschappelijke mobilisatie. Wat Republikeinen afbreken, kunnen burgers weer opbouwen.
Amerika zit de komende vier jaar in een rare spagaat. De gemiddelde Amerikaanse burger is veel progressiever dan de uitslag van de verkiezingen doet vermoeden. De enige manier om dat te bewijzen is het te laten zien. Cru gezegd, maak het verschil duidelijk tussen rode en blauwe staten. Toon het alternatief en vraag de kiezer waar hij het liefst zou wonen.
Zoals een vriendin in Californië blijmoedig zei, nadat haar depressie van de verkiezingsuitslag was geweken: als je de nationale politiek je niet bevalt, wordt dan actief op lokaal niveau. Amerikaanser kan het niet.